'Left Luggage' wisselvallig regiedebuut
Jeroen Krabbé pakt koffers te vol
door Eric Koch
De kleine Simcha praat niet. Laat voor zijn leeftijd? Simcha heeft andere
redenen voor zijn zwijgzaamheid, ontdekt oppas Chaja. Hun liefdevolle relatie
staat aan de basis van de menselijke ontwikkelingen in 'Left Luggage', het
regiedebuut van Jeroen Krabbé. Harde lessen moeten de centrale personages
leren om zich open te kunnen stellen voor elkaars opvattingen en problemen,
maar een verrijkt leven is het gevolg.
Behoefte aan begrip heeft filosofiestudente Chaja (Laura Fraser) aanvankelijk nauwelijks. Plichtmatig bezoekt ze haar ouders, korzelig
het moment afwachtend dat de oorlog weer ter sprake komt. Vader (Maximilian
Schell) vertelt weer van de koffers vol herinneringen die hij bij de vlucht
voor de nazi's in de grond verborg en staat regelmatig stil bij de familieleden
die in de concentratiekampen omkwamen. En prompt komen er dan weer woorden
met moeder (Marianne Sägebrecht), die krampachtig in het heden wil leven
en het drama van vroeger verdringt achter haar weefgetouw en haar eeuwige
cakes.
Van dat gezeur wil Chaja liever niets weten en ook in andere opzichten haakt
ze snel af. Vriendjes, baantjes, ze komen en gaan. Als ze weer eens ontslag
heeft genomen, ditmaal als keukenhulp in een restaurant, solliciteert ze
op voorspraak van een oom bij een orthodox joods gezin. Een keer rondkijken
in het huishouden van mevrouw Kalman (Isabella Rosselini) is eigenlijk alweer
voldoende, maar uit vertedering om haar jongste zoontje besluit Chaja het
toch een dagje of wat langer te proberen.
Isabella Rosselini (l) poseert met Jeroen Krabbé en diens vrouw Herma op de trap van het Tuschinski Theater
in Amsterdam.
Zij is niet de enige met wantrouwen. De heer des huizes (Jeroen Krabbé),
zeer streng in de leer, wil dat meisje met die krappe kleren en die wereldse
opvattingen eigenlijk zo snel mogelijk zien verdwijnen. Opvoeding en leed
hebben hem gemaakt zoals hij is. Nieuw leed zal hem uiteindelijk (mede)
iets van waardering voor de andersdenkende Chaja bijbrengen, zoals Chaja
op haar beurt door de gebeurtenissen een begripvoller en completer mens
wordt.
Een mooi verhaal, verteld door Carl Friedman in haar boek 'Twee Koffers
Vol'. Een filmvorm geven aan de impressionistisch beschreven ontwikkelingen
was een zware taak voor debuterend filmregisseur Jeroen Krabbé en scenarist
Edwin de Vries. Hun vertaling zit scenario-technisch vakkundig in elkaar,
maar weet over het geheel genomen niet het gevoel over te brengen dat het
onderwerp bij hen zelf opriep. Functionaliteit van scènes en personages
blijven vaak te duidelijk zichtbaar.
Een zwemscène met een vriendin moet overbrengen dat vooroordelen tegen joden
nog altijd leven en tegelijkertijd de identificatie van eigenwijze Chaja
met haar joodse achtergrond op gang helpen. Dat geldt ook voor hakenkruisen
op een bank en de opstelling van de conciërge in de flat van de Kalmans.
Diens discriminerende gedrag dient tegelijkertijd als humoristisch tegenwicht
ten opzichte van de emotionele momenten, maar David Bradley maakt van zijn
personage zo'n karikatuur dat hij slechts ergernis opwekt.
Jeroen Krabbé met (l) de Duitse actrice Marianne Sägebrecht en de Engelse Laura Fraser.
Ook elders is het acteren niet altijd evenwichtig. Laura Fraser is een frisse
debutante en Chaim Topol geeft in een kleine rol haar oom mooie menselijke
dimensies. Maar Marianne Sägebrecht, bijvoorbeeld, komt als Chaja's moeder
niet verder dan een typetje. Hoe 't beter kan, laat Jeroen Krabbé zelf zien.
Hij maakt van zijn confrontatie met Chaja een van de ontroerendste scènes
van de film. Gewoontegetrouw laat hij als acteur zien dat minder meer is.
Als regisseur durft hij in zijn eerste film nog te weinig te vertrouwen
op wat hij presenteert en op het inlevingsvermogen van zijn publiek.
Cast: | Isabella Rosselini, Jeroen Krabbé, Marianne Sägebrecht, Laura Fraser.
|
Première 2 april 1998
|