Ierse duizendpoot maakt monster
van De Niro in 'Frankenstein'

Kenneth Branagh speelt
met leven en dood

door Erik Koch

Vierendertig jaar oud is Kenneth Branagh pas. Maar zijn erelijst is nu al lang genoeg voor een heel leven. Op de planken vierde de Ierse acteur en regisseur triomfen als Hamlet en andere Shakespeare-helden. Hij stichtte een eigen theatergezelschap, schreef twee toneelstukken en een autobiografie en verwierf met zijn eerste film (Henry V) meteen een Oscarnominatie. Drie succesvolle films voegde hij daar inmiddels aan toe. Geen wonder dat de vermaarde Francis Coppola hem vroeg om voor God te spelen. Als regisseur en hoofdrolspeler riep Branagh een monsterlijke Robert de Niro tot leven in 'Frankenstein'. En hij zag dat het goed was.

Bij zulke prestaties past het heldhaftige voorkomen, waarmee Branagh zich als de geobsedeerde wetenschapper Victor Frankenstein in de film presenteert. Met bezweet ontbloot bovenlijf zien we hem in zijn laboratorium zwoegen aan de eerste kunstmatige mens. De werkelijkheid wijkt daar uiterlijk niet zoveel van af. Weliswaar houdt Branagh zijn overhemd keurig gesloten, maar zijn golvende lange haar en zijn bruinrode baard doen denken aan romantische afbeeldingen uit een voorbij tijdperk.

Theatrale gebaren of uitspraken beperkt hij echter tot de planken of het filmdoek. Wat hij ook bereikt mag hebben, tegenover Hollywood-kopstukken Coppola en De Niro voelde hij zich een verlegen schooljongen, herinnert hij zich met innemende bescheidenheid. "Stel je voor", vertelt hij. "Daar zat ik in New York tegenover twee van de grootste helden uit m'n jeugd. In het restaurant van De Niro, met op tafel de befaamde wijn uit Coppola's wijngaard. Ik proefde echt zo'n Italiaans-Amerikaans sfeertje. Ik durfde m'n hand niet op tafel te leggen", zegt hij schertsend. "Bang dat er net als in 'The Godfather' een mes in zou worden gestoken."

Droom

"Ik heb die avond ervaren als een droom. Kwam ook door mijn jeugd, denk ik. Nauwelijks vierentwintig uur daarvoor stond ik in Londen nog als Hamlet op de planken. Daarna hup in een Concorde naar New York. Die wijn brengt je ook al in een wat soezerige stemming en als je vervolgens het ene schitterende verhaal na het andere te horen krijgt, voel je je even in een andere wereld. Wat Coppola heeft meegemaakt biedt materiaal voor tien films."

"Of ze uiteindelijk Frankenstein met me wilden doen, maakte me op dat moment niet eens veel uit. Die avond namen ze me niet meer af. Zo'n bijzondere belevenis vond ik ook de première van de film in Los Angeles. Een beetje onwezenlijk als je in grote oplichtende letters ziet staan: Mary Shelley's Frankenstein. Met Robert de Niro en Kenneth Branagh. Dat ben ik, realiseer je je met een schok."

"Tijdens de opnamen heb je voor zulke gevoelens geen tijd. Als je de hele tijd bewonderend naar Robert de Niro blijft kijken, kom je niet verder. Ik word geacht de regisseur te zijn. Maar als De Niro een scène over wil doen en daarna nog eens, zal ik me daar niet tegen verzetten. 't Blijft boeiend om 'm telkens weer kleine nuances aan zijn rol te zien toevoegen."

"Hij is een onvermoeibare perfectionist. Maar ook iemand die van een grapje op zijn tijd houdt. Hij kan giechelen als een kwajongen. Ik herinner me die scène, waarin hij als nieuw mens wordt geboren. We lieten 'm naakt oprijzen vanuit een soort sarcofaag, gevuld met een modderachtige gelei. Ik moest 'm dan opvangen, me over 'm ontfermen als een moeder over haar kind. Het werd één groot modderballet, waarin we ons probeerden staande te houden. Dat liep uit op een nummer vrij worstelen. Als kleine jongens bekogelden we elkaar en smeerden we elkaar in met modder."

"Aanvankelijk had ik het gevoel dat hij me een beetje beschouwde als zo'n Britse Shakespeare-snob, maar we zijn vrienden voor het leven geworden. Hij heeft een beetje de reputatie van een eigenzinnige kluizenaar. Van grote gezelschappen houdt 'ie inderdaad niet, maar in zijn eigen kring lust hij graag een wijntje en houdt hij van gezelligheid. Daar kon ik me prima in vinden."

Veel tijd had Kenneth Branagh de afgelopen maanden niet voor gezelligheid. "Ik heb twee jaar keihard aan deze film gewerkt", vertelt hij. "Het verhaal is actueler dan ooit. Mary Shelley schreef haar boek aan de vooravond van de industriële revolutie. Die zou het leven ingrijpend veranderen. In onze tijd is de technologie en onze manier van communicatie in een stroomversnelling geraakt."

"De overgang naar een nieuwe eeuw leidt tot overpeinzingen over ons bestaan. Over wat we met ons leven hebben gedaan en waar we naar toe gaan. Frankenstein wilde de dood niet accepteren. Hij verloor zijn moeder, zag vrienden sterven en vond dat God zijn werk niet goed gedaan had."

"Zijn wij zoveel anders? De manier waarop we via genetische manipulatie het menselijk bestaan proberen te beïnvloeden, beangstigt me. Dat spreekt ook uit deze 'Frankenstein'. We hebben er een persoonlijker film van gemaakt dan de eerdere versies, al zijn we trouw gebleven aan het boek."

Een film regisseren, en zeker een Hollywoodproduktie van veertig miljoen dollar, ervaart Branagh als een loodzware klus. Dan is het heerlijk om af en toe eens een avond thuis te kunnen zitten met een glas wijn. Nog altijd wonen de succesvolle acteur/regisseur en zijn vrouw, Oscarwinnares Emma Thompson, in een eenvoudig rijtjeshuis in Noord-Londen. Branagh geeft niet om luxe. "Emma en ik houden van simpele dingen. Lekker met een afhaalpizza voor de buis naar een video'tje kijken of een middag naar de bios en daarna zo'n film bij een etentje bespreken."

Dat soort genoegens wil de overbezette Branagh wat vaker proeven. Halverwege de dertig is het tijd om wat op adem te komen, vindt hij. "Ik heb op dit moment geen andere ambitie dan lang vakantie houden. Dat gevoel is nieuw voor mij. Maar ik vind het heerlijk."

Publicatie 2 maart 1995