|
Dompteur van Hollywood presenteert moordende gorilla's Frank Marshall verfilmde door Eric Koch Frank Marshall wordt inmiddels zo'n beetje als de dompteur van Hollywood beschouwd. Als producent van Steven Spielberg werkte hij met haaien en dodelijke slangen; giftige spinnen bevolkten zijn regiedebuut 'Arachnophobia' en bij zijn nieuwe film 'Congo' voert hij moordende gorilla's ten tonele. Hun gruwelijke daden, beschreven in Michael Crichton's gelijknamige bestseller, zijn echter aanzienlijk ingetoomd. "Ik wilde 't allemaal niet te spannend maken," verklaart Marshall in Amsterdam, waar hij zijn nieuwe film kwam presenteren.
Met goedvinden van Crichton, geestelijke vader van spraakmakende thrillers als 'Jurassic Park' en 'Disclosure' bracht Frank Marshall flink wat veranderingen aan in het verhaal. "Michael heeft daar geen problemen mee. Als voormalig filmregisseur kent hij het klappen van de zweep. Ik wilde er een avonturenfilm van maken. Een exotisch jungle-verhaal, zoals de Tarzanfilms van vroeger." Een andere duidelijke inspiratiebron was 'De mijnen van koning Salomon'. 'Congo' vertelt het verhaal van een Amerikaanse expeditie naar het voormalige Belgische Congo. De reizigers hebben verschillende belangen. Een vrouwelijke vertegenwoordiger van een Amerikaanse industrieel is op jacht naar een bijzondere diamant die laserstralen kan versterken, een schimmige Roemeen zoekt befaamde, verloren gewaande diamantmijnen en een jonge bioloog speurt naar de oorzaak van nachtmerries van zijn pratende gorilla Amy. Die bijzondere aap was een van de redenen dat 'Congo' tien jaar op verfilming moest wachten. Pas nu is de techniek zover, dat het dier (via electronica en kleine, in gorillapakken gehulde acrobaten) levensecht op het doek gebracht kan worden, vertelt Marshall. Dat geldt ook voor de communicatie. "In het boek laat Crichton de bioloog en Amy met elkaar praten via gebarentaal. Dat werkt in de film niet. Je zou met ondertiteling moeten gaan werken. Maar ook daar is de moderne technologie ons te hulp geschoten. Er is een handschoen ontwikkeld, die gebarentaal vertaalt in gesproken woord. Wat je ziet in 'Congo' is dus geen verzinsel." Hij glimlacht. "Je zou 't kunnen zien als een eerbetoon aan Crichton, die in zijn boeken altijd de nieuwste ontwikkelingen weet te verwerken." Het avontuur trok hem in 'Congo' het meeste aan. Marshall houdt van exotische locaties. Voor 'Arachnophobia' bezocht hij de jungle al eens en voor zijn tweede productie 'Alive' (het verhaal van een footballteam dat zich na een vliegtuigramp in leven hield door kannibalisme) bracht hij weken door op de hoogvlakten van het Andesgebergte. 'Congo' zou verfilmd worden in Zimbabwe, maar troebelen in de buurlanden deden 'm uitwijken naar het oerwoud van Costa Rica en de vertrouwde filmsets van Hollywood. "Ik had graag alles op locatie gedaan, maar uiteindelijk bleek Hollywood zo'n slecht alternatief nog niet. Je hebt er de zaken nu eenmaal beter onder controle dan in de jungle en bovendien kun je 't allemaal net iets fantastischer maken. En daarmee kwam ik terug bij m'n uitgangspunt, de Tarzanfilms met Johnny Weismuller. Die waren ook niet realistisch, maar voor je gevoel was het echter dan de werkelijkheid.
Première 17 augustus 1995
|
