&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Terug naar inhoud Cinema Holland


Week 17
1999




'Still Crazy'

Ooit stonden ze voor juichende menigten, maar de sterren van rockband Strange Fruit zijn afgedaald naar het alledaagse leven. De een vult sigarettenautomaten in een Spaans toeristenoord, een ander knoopt moeizaam de eindjes aan elkaar als loodgieter. Een herdenking van een roemrucht popfestival biedt de kans op nieuwe glorie in een groeiend circuit van nostalgische rock-acts.

Strange Fruit, gestrand op een Hollandse dijk tijdens hun comeback-tour

De vroegere vrouwelijke manager zegt haar baan bij een hotel op om samen met bassist Tony (Stephen Rea) de bandleden bij elkaar te zoeken. Niet iedereen zit te springen om een come-back. Ruzies van vroeger zijn nog niet vergeten, maar behalve de spoorloze leadgitarist van weleer is uiteindelijk iedereen weer bereid om zijn instrument ter hand te nemen. Een kroeg-tournee op het vasteland moet de stramme spieren en stembanden weer wat soepeler maken.

Regisseur Brian Gibson laat de coupletten uiteindelijk iets te vaak horen, maar 'Still Crazy' biedt meestentijds aanstekelijk amusement. De avonturen van de bejaarde rockers zitten vol anecdotische gebeurtenissen, die afwisselend geestig en melancholiek gekleurd zijn. Dat de oefenende heren ook ons land aandoen, bezien we met gemengde gevoelens. Hun 'Hello Belgium' wrijft nog meer zout in de wonden.

Veel lager dan Nederland kun je als popgroep niet zinken? Regisseur Brian Gibson lacht verontschuldigend. "We hadden die tournee eigenlijk in Duitsland gepland, maar dat leek ons te clichématig." Niet alle stereotypes kon Gibson ontwijken, omdat de realiteit die nu eenmaal in overvloed heeft. Heel herkenbaar, maar in zijn kwetsbaarheid vertederend is bijvoorbeeld de egocentrische zanger (Bill Nighy),

Bill Nighy speelt Ray Simms, de extravagante zanger van de band.

die met zijn lange manen, bontjas, plateauzolen en zonnebril een levend relikwie uit het verleden is. Hij is inmiddels lid van de Anonieme Alcoholici en zoekt in meditatie een nieuwe impuls.

"Die man groeide in ons script ongemerkt uit tot de centrale figuur. Hij riep beelden bij ons op en daardoor ging de film voor ons leven. Een voorwaarde om met overtuiging geldschieters over de brug te laten komen." Na 'Breaking Glass' en de Tina Turner-biografie 'What's love got to do with it' had Gibson aanvankelijk weinig trek in een nieuwe film rond popmusici. Maar producenten Dick Clement en Ian La Frenais wisten 'm met humor over de streep te trekken. "Ik kende ze uit de tijd dat ik vanuit Engeland naar Los Angeles verhuisde. Ze woonden bij me om de hoek en klopten me regelmatig geld uit de zak bij pokerspelletjes. Gerechtigheid dus dat ik nu wat aan hen verdien.

Ze namen met mijn 'nee' geen genoegen en uit naam van de drummer van de band schreven ze me dreigbrieven. En dan stuurde ik ze antwoord uit naam van mijn zogenaamde psychiater. Heel leuk, maar die humor was productiever als we samen deze film zouden maken. Wat me in het verhaal aantrok was de tweede kans die de hoofdpersonen op middelbare leeftijd krijgen. Of ze er wat mee doen, hebben we uiteindelijk bewust in het midden gelaten. Waar het om gaat is hun poging. Na afloop van een eerste publieksvoorstelling kwam er een vrouw op me af, die me meldde dat ze haar saaie baan op ging geven om te proberen haar oorspronkelijke droom te realiseren. Vond ik een heerlijke reactie."

Ze mogen dan nieuwe hoop hebben, de personages in 'Still Crazy' maken sterk de indruk dat ze hun toekomst achter zich hebben liggen. Gibson zelf, inmiddels tegen de vijftig, gelooft dat voor hem het beste nog moet komen. "Ik heb nu pas 't gevoel dat ik mijn vak een beetje onder de knie begin te krijgen. Er komt zoveel bij kijken. Nonsens als politieke spelletjes, financiering en je eigen public relations, maar ook belichting, montage, scenarioschrijven en werken met acteurs.

Net als de personages in 'Still Crazy' leer je vooral ook van je fouten. Ik moet geen films maken waarin mijn hart niet ligt. Zoals 'The Juror', mijn voorlaatste film. Ik was arrogant genoeg om te denken dat ik wel iets van een slecht script kon maken. En als de Hollywoodmachine eenmaal gaat draaien, is er geen weg terug. Demi Moore gold als moeilijk, maar ik heb prima met 'r kunnen werken. Ze is een goed mens, een harde werkster, eerlijk en open voor suggesties. Nee, dan Alec Baldwin. Veel creatieve mensen zijn moeilijk door hun onzekerheid, maar begrip voor iemands psychologische problemen heeft zijn grenzen."

Ook de rockwereld is een bron van verhalen over excessen van egocentrische en hulpeloze artiesten. "Een beroemde popster zette geen stap zonder zijn persoonlijke assistent. Na jaren zonder vakantie kreeg de man eindelijk toestemming om een weekeindje bij zijn moeder in Cornwall door te brengen. Op zaterdagavond werd hij naar Londen teruggeroepen omdat het licht was uitgevallen. Bleek het om een kapot lichtbolletje in de hal te gaan.

Ze gedragen zich als Engelse adel, maar die popcoryfeeën blijven arbeidersjongens die van de ene op de andere dag miljoenen guldens zijn gaan verdienen en door tienduizenden mensen als helden worden toegejuicht. Hoe kan hun ego dat verwerken?"

De roem is vaak maar tijdelijk, toont 'Still Crazy'. "We hebben tal van ware gebeurtenissen in de film verwerkt. Om sfeer te proeven zijn we onder meer wezen kijken bij een optreden van 'Black Sabbath'. Die waren bezig met een comeback-tour. Na het concert leek het achter de coulissen wel een bejaardenhuis. De drummer werd letterlijk van het podium gedragen. Ondersteund door twee man strompelde hij naar de kleedkamer." Gibson lacht. "Gesloopt was-ie. Dat is de andere kant van de roem."

Regie: Brian Gibson
Cast: Stephan Rhea, Bill Connelly




[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[Financiën]

[Xtra]