&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Terug naar inhoud Cinema Holland


7 december
2000

'O Brother Where Art Thou?'

George Clooney zingend op de vlucht

door Eric Koch

Met zijn pommadekapsel en zijn streepsnorretje roept George Clooney herinneringen op aan de vroegere Hollywood-charmeur Clark Cable in 'Oh brother, where are thou'. Met reden: regisseur Joel Coen koos het decor van de Amerikaanse depressietijd voor een muzikale komedie rond drie kruimeldieven die ontsnappen uit een werkkamp. Clooney, de slimste van het drietal, zegt een schat verborgen te hebben, maar kiest in werkelijkheid de weg naar huis. Zijn echtgenote (Holly Hunter) staat op het punt in het huwelijk te treden met een keurige boekhouder.

Onderweg zetten Joel en zijn broer Ethan hun onhandige helden een reeks hindernissen en vreemde personages voor, onder wie een verbeten politie-inspecteur, een vluchtende bankrover, verleidelijke waternimfen en een Ku Klux-clan-kopstuk in de persoon van John Goodman. Dat alle problemen uiteindelijk met een vloedgolf worden weggespoeld, is veelzeggend.

De broertjes Coen missen de inspiratie om een bevredigende rode draad door een reeks van anekdotische invallen te rijgen. George Clooney treedt met ere in de voetsporen van zijn beroemde voorganger, de liedjes zijn aardig en het sfeertje van de jaren dertig is aardig getroffen, maar veel om het lijf heeft het allemaal niet.

Regie: Coen Brothers.
Cast: George Clooney, John Goodman.