'Shanghai
Noon'
Vermakelijke
bami-western
Ooit was Jackie Chan voorbestemd Kung Fu-ster Bruce 'The Dragon'
Lee op te volgen. Maar terwijl Lee ijskoud en zonder een spier te
vertrekken vuistdikke planken met zijn blote hand doormidden mepte,
slaagde Chan er bij zo'n actie slechts moeizaam in een komisch-pijnlijke
grimas te onderdrukken. "I always do the funny face", luidde zijn
droge commentaar. De acteur besloot van zijn zwakte zijn kracht
te maken. Met komische charme en razendsnelle stunts veroverde hij
vanaf dat moment Azië.
Inmiddels heeft Chan dankzij zijn typerende, fysieke humor ook
de taalbarrière doorbroken die hem scheidde van wereldfaam.'Rumble
in the Bronx' en vooral 'Rush hour' markeerden, na een handvol mindere
pogingen, het commerciële succes van zijn oversteek naar Hollywood.
'Jackie
Chan verkent het Wilde Westen in 'Sjanghai noon'.
Shanghai Noon', zijn laatste, is zelfs in meer opzichten geslaagd.
Als Chon Wang, lid van de Chinese keizerlijke garde, belandt Chan
in deze film in het Wilde Westen. Hij is vastbesloten om prinses
Pei Pei (Lucy Liu) te redden, die ontvoerd is uit de Verboden Stad
en ergens in het onherbergzame Nevada wordt vastgehouden voor losgeld.
Tijdens zijn missie kruist hij het pad van Ray O'Bannon (Owen Wilson),
een outlaw met een grote mond en de schietvaardigheid van een blinde
kip. Aanvankelijk komen de twee lijnrecht tegenover elkaar te staan.
Als O'Bannon hoort dat er een kist vol losgeld in het spel is om
nog maar te zwijgen van die knappe prinses blijkt hij echter grif
bereid die rare Aziatische snuiter te helpen.
Het verhaal is een niemendalletje en dient slechts als kapstok
voor snelle actiescènes met een hoog slapstick-gehalte en
een hele reeks aanstekelijke grappen, gebaseerd op de cultuurkloof
tussen de Chinese paleiswacht en zijn omgeving. Wat 'Shanghai Noon'
daarbij vooral verteerbaar maakt, is de combinatie van Chan en Wilson.
Zij vormen onder regie van debuterend speelfilmregisseur Tom Dey
een innemend duo, dat zelfs als de film wat te lang wordt uitgesponnen
de lach er nog weet in te houden.
Marco Weijers
|