Kano/kajakvaren was vanaf 1924 een olympische demonstratiesport. Vanaf de Spelen van 1936 in Berlijn telde het mee als volwaardige olympische sport. De wedstrijden worden gehouden op het Sydney International Regatta Center dat speciaal voor de Olympische Spelen is aangelegd.

De baanraces in Sydney worden gehouden in twee typen boten; de kano (C) en de kajak (K). Kanovaarders hebben een peddel met één blad. Ze peddelen ook aan één kant van de boot. Kajakkers gebruiken een peddel met twee bladen. Er wordt aan beide kanten van de kajak gepeddeld.

In een kano zitten alleen mannen, terwijl bij de kajak wedstrijden worden gehouden voor mannen en vrouwen. In de kano zit hooguit twee man. Bij de kajak is dat maximaal vier. Er zijn twee sprintafstanden de 500 en de 1000 meter. K2 1000 m wil dus zeggen: Sprint over 1000 meter in een kajak met twee mensen.

Bij de sprintwedstrijden in Sydney is er één vrouw waarna de meeste aandacht zal uitgaan: de Duitse Birgit Fischer. Met haar 38 jaar heeft ze tot nu toe vijf gouden olympische medailles gewonnen en drie keer zilver.

Een evenaring van het record van de Zweedse kano/ kajakvaarder Gert Fredriksson. Die heeft zes gouden, één zilveren en één bronzen plak in zijn kast hangen, gewonnen op de Spelen van 1948 tot en met 1960.