&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Trektocht door de White Tank Mountains met brandende voeten, leren tongen en de uitputting nabij.

De harde natuur van het wilde westen

door HARRY BLOM

PHOENIX (Arizona) - Doel: maak een trektocht ('hike') door het noordelijk deel van de White Tank Mountains. De opgegeven route van 10 kilometer moet binnen drie uur afgelegd worden. Een peuleschilletje voor een paar frisse Hollandse wandelaars.

Gegevens: een rudimentair wandelkaartje van het regionale park White Tank Mountains, op slechts 20 minuten autorijden van de miljoenenstad Phoenix, in de uitlopers van de West-Amerikaanse Sonora-woestijn. Een fles met anderhalve liter water. Twee chocoladerepen. Een lege maag, want niets is lekkerder dan in de ochtendkoelte beginnen en zo lang kan het toch niet duren? Één petje voor twee personen, twee paar stevige wandelschoenen.

Resultaat: een wanhopige- en mislukte - poging om voor éen uur 's middags weer 'thuis' te zijn. Brandende voeten, leren tongen, duizelig van de honger en de uitputting. De wildernis laat niet met zich spotten.

Ook in het najaar is de zon heet genoeg in de woestijn om een wandelaar uit te putten. Een liter water per persoon per halve dag is het minimum.

Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat je zo dicht bij een wereldstad - nou ja, wereldstad, eigenlijk niet meer dan een verzameling bungalows, wolkenkrabbers en vliegvelden met meer dan een miljoen inwoners - zo sterk in aanraking komt met de harde natuur van het Wilde Westen.

Als wij 's ochtends om acht uur Peoria - een westelijke buitenwijk van Phoenix - uitrijden, ligt alles er kalmpjes bij. Waar eens de ongerepte woestijn lag, zijn nu uitgestrekte katoenvelden, een spoorlijntje, wat rommel, een paar bungalows, af en toe een kruising met stoplichten die niets te doen hebben. Voor ons uit schitteren de lichtgrijze White Tank Mountains.

Dichterbij verandert de civilisatie bijkans ongemerkt in natuur. Groen blijft het, want de Sonora-woestijn is een van de groenste ter wereld. Veel planten, vooral cactussen en Joshua trees, kunnen zich er uitstekend handhaven.

Lucky Luke

Dan duiken de eerste saguaro cactussen op, een onvergetelijk gezicht. Enkele meters hoog, steken ze boven het maaiveld uit, groen, stekelig, met armen die bizar, bijna komisch aandoen. Het zijn de koningen van de cactus-soort, die je alleen kent uit cowboyfilms en Lucky Luke strips. Van veraf koel en onaanraakbaar, van dichtbij met bruine voeten, holletjes - waarin vogels zich graag nestelen - de belangrijkste vezels goed zichtbaar in grote gaten waar geen leven meer is.

Een saguaro cactus in de vlakte van de White Tank Mountains. Deze prachtige soort - de grootste van alle cactussen ter wereld - kan wel 15 meter hoog worden. Hij komt uitsluitend voor in de Sonora-woestijn.

Een vogel met lange staart steekt de weg over, razendsnel. Het is de befaamde roadrunner, held uit tekenfilms, bezongen door Junior Walker en andere rhythm and blues artiesten. De toegang tot het natuurpark is onbemand. Of wij zo vriendelijk willen zijn de toegangsprijs - twee dollar per auto - in een gereedliggende envelop te steken, het reçu eraf te scheuren en de rest in een brievenbus te storten. Dan duiken de heuvels op van de Ford Canyon, waar wij onze wandeling beginnen.

Eerst een kilometertje of twee door een vlakte naar de voet van de heuvels. Wij kruisen een greppel. Als dat Ford Canyon moet voorstellen, wordt het een grote teleurstelling. Maar eerst vergapen wij ons aan de enorme verscheidenheid aan planten, vooral cactussen dus. Af en toe zien we een buitenmodel grote eekhoorn wegspringen. Niets van coyotes, gieren of ratelslangen, zoals je ze kunt tegenkomen.


De vlakte voor de White Tank Mountains is schilderachtig en redelijk goed gebaand. Wat hogerop verdwijnt het pad echter nagenoeg en wordt het klauteren.

Of toch? Mijn reisgenote Marianne trapt bijna op een slangetje, dat schichtig wegslingert. Zo te zien een Westerse Blinde Slang, volkomen ongevaarlijk, maar de vrees is gewekt.

De eerste klimetappe valt reuze mee, vooral omdat het nog koel is. oktober is een ideale maand voor een bezoek aan Arizona, waar het in de zomerse vakantiemaanden 40 tot 50 graden celsius kan zijn. Langzaam voert het pad omhoog naar een steenwoestijn.

"Whoesj!" klinkt het plotseling, een laag gebrom dat Marianne doet opspringen, als door een adder gebeten. Het is een vlucht spreeuwachtige vogels, die nog eerder dan wij verschrikt waren. Maar je dacht onwillekeurig aan iets erg, een ratelslang of zo.

Verbleekte beenderen

Boven loopt de droge bedding van een rivier, de stenen zo wit als verbleekte beenderen. Anderhalf uur gelopen. Zijn we halverwege? Moeten we terugkeren of doorgaan? We gaan door, dan maar in wat straffer tempo.

De bedding loopt niet gemakkelijker dan het rotspad daarvoor. De parkwachters hebben gelukkig overal stapeltjes stenen neergezet om de 'trail' aan te geven, dat anders niet gemakkelijk te vinden zou zijn, want het kronkelt van links naar rechts, vaak buiten de stenen bedding. Grote stenen 'stoepen' zijn uitgesleten; in de gaten heeft zich wat olie-achtig water verzameld, eerder van de zeldzame regen dan van een levende rivier.

De van onder andere tekenfilms beroemde roadrunner, familie van onze koekoek. De woestijnvogel staat bekend om zijn flitsend loopwerk, maar kan ook vliegen.
(FOTO: AP)

"Whoesj!" klinkt het weer en we schrikken ons rot, even maar. Nog tweemaal zullen de spreeuwen op de 'wandeling' onze zenuwen teisteren.

Een tijdlang blijft het stil door ploeteren op een stijgend parcours - de zon wordt ook steeds heter - tot de volgende sensatie. Een groot hert, een bok, toont ons zijn linkerflank, maakt een sprong van zeker anderhalve meter hoog en spurt de toppen van de heuvels in. Onze schrik wordt meteen overstemd door bewondering voor het prachtige dier met loodgrijze poten.

Klagen en foeteren

Later zien wij het hert, met een paar reeën, ver voor ons uit als wij het pad over de 'toppen' van de White Tank Mountains vervolgen, zonder dat we weten hoever we zijn, hoe lang we nog moeten. We raken vermoeid, want ondanks de geringe hoogte is het zwaard lopen. Het water is op, afgezien van een laatste slok voor je weet maar nooit. We klagen, foeteren.

Een wandeling door de Superstitious Mountains, ten noorden van Apache Junction. Hier in de buurt is wel water in overvloed in de vorm van een groot stuwmeer.

De 'trail' wil maar niet afbuigen. Het voert wel omlaag, maar gaat dan om de bocht weer omhoog. Door tijdnood gedreven hollen we half strompelend een heuvel af, met aan de voet opnieuw een droge rivierbedding, begroeid met struiken en cactussen. De prachtige Saguaros hebben hun bekoring voor ons verloren. Woedend wijst mijn vrouw mijn voorstel af om de rivierbedding te volgen, omdat we dan onze laatste zekerheid, het frommelkaartje, weggooien. Van de bedding gaat het opnieuw omhoog, voor de zoveelste keer.

Eindelijk krijgen wij zicht. Aan de horizon liggen de Phoenix Mountains, in het 'centrum' van Phoenix. Een paar wolkenkrabbers steken vaag af tegen de lichtblauwe lucht. Dan komt de vlakte voor de White Tanks in zicht, zelfs parkeerplaatsen.

We wagen het er maar op, verlaten de Ford Canyon trail en dalen door het harde struikgewas en de brokken steen af. Wie denkt er nu nog aan slangen?

Doodop en boos, maar ook gelukkig dat het bijna voorbij is, komen wij op een verlaten parkeer- en picknickplaats aan. In de verte zie ik een auto rijden. Ik hol naar de weg, met pijnlijke knieën en voeten. Ik zwaai uit alle macht. De auto stopt en de vriendelijke Arizonees en zijn vrouw geven ons een lift naar onze auto, nog heel wat kilometers verder.

De cholla-cactus, typisch voor de Sonora-woestijn, kan tot drie meter hoog worden en heeft, ondanks zijn 'wollig' uiterlijk, gemene stekels.

Hadden wij ons onbezonnen in een avontuur gestort? De White Tank Mountains leken helemaal niet zo moeilijk toen wij daar bijna een week eerder een proefwandeling hadden gemaakt. Twee dagen tevoren hadden wij met succes een urenlange wandeling gemaakt door de Superstition Mountains, ten noorden van Apache Junction, in een decor dat zo gejat leek uit een western, met rode tafelbergen aan de horizon. Daar moet ergens de legendarische, nooit gevonden, Lost Dutchman goudmijn liggen.

Zelfs de Grand Canyon had ons niet zo ongenaakbaar geleken, maar een trektocht door dit beroemdste natuurverschijnsel in de wereld was jammer genoeg niet voor ons weggelegd. Dat moet wachten tot de volgende keer. Wel is het late najaar de ideale tijd om de Grand Canyon te bezoeken: niet al te heet, weinig toeristen en geen 'hikers' die je erop kunnen wijzen dat je voldoende water mee moet nemen, regelmatig moet uitrusten en zeker niet alleen de wilde natuur van Arizona moet ingaan.

EIGEN FOTO'S

Publicatiedatum = 19 december 1998

terug Verenigde Staten intro