&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

'Chicken' was iets eenvoudiger

door Nico van der Zwet Slotenmaker

CHICKEN - Chicken staat op iedere kaart van Alaska. Dat lijkt wat overdreven, want het is geen vlek, zelfs geen gehucht. Een benzinepomp, drie barakken die elkaar tot steun moeten zijn om overeind te blijven en als je ze vinden kunt tenminste hier en daar nog een huis. In de zomer wonen er veertien mensen en in meer barre tijden vertrekt iedereen naar een overwinteringsadres met wat gunstiger temperaturen.

Dat Chicken toch in de atlas is geraakt heeft dan ook te maken met zijn min of meer strategische ligging en de omstandigheden dat er verder helemaal niks anders is. Op die manier heeft de reiziger toch nog een aanwijzing, een oriëntatiepunt waar hij zijn wagen en zijn keel kan smeren.

Wie zijn woonplaats wil noemen naar het meest alledaagse hoen dat op twee poten rondpikt moet wel in een jolige bui zijn geweest of op zijn minst de betrekkelijkheid aller dingen hebben in gezien. In dit geval ligt het echter iets anders. Vroeger, toen in deze buurt slechts wat vallenzetters en een verdwaalde goudzoeker ronddoolden verscheen er ook een wat mistige figuur die nu een ornitholoog zou worden genoemd.

Hij traceerde een zeldzaam soort vogel en na enig bladeren ook de naam van het dier, Ptarmigan. Met die titel wou hij de weg te cijferen nederzetting dopen, maar daar zijn tijdelijke maten hun ongeoefende tong braken over deze naam maakten ze er 'Chicken' van, gewoon omdat de vogel nog het meest weghad van een doodgewone kip.

Altijd op zoek naar uitersten bereik ik vandaag Chicken via de meest noordelijke grensovergang die de Verenigde Staten rijk is. Dat gaat dan via de noordwestelijke 'provincie' van Canada, Yukon Territory, of The Yukon, zoals de Canadezen zelf zeggen. Daartoe dient vanaf Dawson City, na per pont de Yukon River te hebben overgestoken, de Top of the World Highway te worden gevolgd. Vergis u niet, het is niet de hoogst gelegen weg ter wereld.

Downtown Chicken. Meer is er echt niet.

Wel is het een traject dat u uw eigen nietigheid goed doet beseffen. De genadeloze, onbarmhartige uitstraling van deze woeste uitgestrektheid heeft zich alleen laten temmen door een weg die slingerend de meest indrukwekkende hindernissen neemt. En het is er uiteraard niet druk. Bij de grens vertelt de douanier dat zelfs op de drukste zomerdagen niet meer dan 200 mensen passeren.

Tot negen uur in de avond, want dan gaat de doorgang hermetisch dicht tot de volgende morgen negen uur en als je een half minuutje te laat komt kan je twaalf uur in je auto doorbrengen, want het zal u niet verbazen ook hier hoog in de bergen is verder geen enkel vertier te vinden. En je moet betalen. Tol mag het niet worden genoemd, maar zonder een bijdrage van zes dollar gaat de slagboom niet open.

De baas van de barakkenkroeg in Chicken zegt ook niet precies te weten waar die zes dollar naar toe gaan. Hij heeft trouwens wel wat anders aan zijn hoofd. In de middelste keet ziet hij vanaf de tapkast toe dat er ter linkerzijde niets ongerechtigs in zijn souvenirwinkeltje gebeurd en rechts bakt zijn vrouw hamburgers die ik moet proeven, omdat ze van zuiver buffelvlees zijn gemaakt. Of ze door de herbergier persoonlijk zijn geschoten wordt er niet bij verteld. Ik zie hem er niet voor aan trouwens. Wel krijg ik een tekening van hem mee van het centrum van Chicken. Zijn drie barakken staan er prima op.

Fietsers kom je de laatste jaren overal tegen.

Chicken, begonnen als handelspost en postkantoor, is in ruim een eeuw nauwelijks uitgebreid. Dat is logisch, vrijwel niemand neemt deze route.

Maar elders is het wel anders. Vooral de Amerikanen overstromen hun meest onbekende staat en ook de cruisemaatschappijen spelen massaal in op die zeer sterk opkomende belangstelling. Dat merk ik als ik een paar dagen later op bezoek ben in Skagway in het zuiden, waar de grens wat grillig loopt en je via British Columbia Canada en even verderop The Yukon binnentreedt.

Wandelen kan ook, maar je moet goed geoefend zijn.

Dit was de route van de goudzoekers die allereerst te maken kregen met de White Pass, een verschrikkelijke klim die later teniet werd gedaan door de aanleg van een bergspoor dat in volle glorie is hersteld om de toeristen van dienst te zijn. Die kunnen dan een beetje het idee krijgen welke zwarigheden de pioniers vroeger hadden te overwinnen. Langs de route staat een bordje met de vermelding hoeveel spoorarbeiders bij de aanleg van het lijntje het loodje hebben gelegd.

Hoeveel aspirant-miljonairs en lastdieren daarvoor de tocht niet hebben overleefd blijft onvermeld. Dat moeten bizarre verliezen zijn geweest. Zeker niet in de laatste plaats onder de dieren die bij gebrek aan beter alles maar op de rug kregen gebonden. Om het een beetje echt te maken kan je onderweg uitstappen om toch nog wat te klimmen. Ik doe niet mee, zo'n treintje is er niet voor niets.

The White Pass & Yukon Railroad worstelt zich door de bergen.

Beneden liggen vandaag drie cruiseschepen in de haven. Ze beheersen de contouren van het stadje en hun opvarenden vullen de straten die het geijkte beeld vormen van gemeenschappen die veel gasten hebben te ontvangen en daaraan hun brood moeten verdienen.

Toch heeft Skagway nog wel iets. De gebouwen zijn duidelijk oud en authentiek gehouden en men is er zo slim geweest er regelmatig wat oude voertuigen langs te sturen, zodat je met je ogen toegeknepen toch nog een beetje kan mijmeren over hoe het vroeger eens allemaal geweest moet zijn.

Persoonlijk heb ik echter liever kip.

Publicatiedatum = 31 oktober 1998

terug Verenigde Staten intro