&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Natuur neemt Yosemite Park weer in bezit

door HARRY MULLER

EL PORTAL - Precies op Nieuwjaarsdag 1997 werd het Nationale Park Yosemite in de Amerikaanse staat Californië getroffen door een ramp. Een warme storm deed de sneeuw in de bergen zo snel smelten dat de rivieren het water niet meer konden verwerken en overstroomden. Vooral in het deel van het park met de hotels, huisjes en campings kwam de boel onder water te staan. Gebouwen werden vernield, delen van asfaltwegen spoelden gewoon weg en ook tal van bruggen werden door het kolkende water verwoest.

Het natuurgeweld had toegeslagen in een van de mooiste reservaten van Amerika, waar men tijdens de zomermaanden wel eens 30.000 bezoekers op een dag telt.

Na de watersnood werd het Yosemite Park gesloten voor het publiek. Pas toen keerde de natuur echt terug en kwamen de wilde dieren weer tevoorschijn. Eind maart gingen de poorten voor het eerst weer open.

Yosemite National Park (Tuolomne Meadows)

In een kantoortje van het park vertelt voorlichter Kendell Thompson over de ramp. De ravage is tijdens mijn bezoek nog niet helemaal hersteld. De schade wordt geschat op zo'n 180 miljoen dollar, geld dat door de Amerikaanse overheid als eigenaar van het natuurgebied op tafel wordt gelegd. Sommige wegen zijn nog afgesloten en slechts mondjesmaat laat men het verkeer toe op weg 140 naar het dorpje El Portal, net buiten het park. Deze weg langs de Merced River werd op veel plaatsen weg gespoeld en in het dorp zelf moesten honderden mensen geëvacueerd worden.

Er wordt dagelijks hard gewerkt om de weg voor het komende toeristenseizoen weer helemaal klaar te hebben. Toch denkt Kendall met een beetje weemoed terug aan de tijd dat het park voor het publiek gesloten was. Er was weliswaar veel vernield, maar de natuur had het park weer in bezit genomen. Wilde dieren als poema's en lynxen lieten zich weer zien en begin maart kwamen ook de beren na hun winterslaap tevoorschijn.

Het park is 300.000 hectare groot. Slechts 5 procent daarvan is voor de toeristen toegankelijk, maar toch zorgen ruim 7000 auto's per dag in het hoogseizoen ervoor, dat de dieren diep de bossen in trekken en zich nauwelijks meer laten zien. Men rijdt dan in een kilometers lange file door deze prachtige natuur en uitlaatgassen veroorzaken veel schade aan de bomen.

Terugdringen autoverkeer

Al jarenlang heeft men bij het Yosemite Park (en ook bij de andere natuurreservaten in Amerika) plannen om het autoverkeer terug te dringen. Dat is beter voor de bezoekers en beter voor de natuur. Een eerste stap was een drastische prijsverhoging van een toegangskaartje voor een auto met inzittenden tot bijna veertig gulden. Zo'n kaart is dan wel een week geldig, maar een toerist uit ons land zal hooguit twee dagen de tijd hebben om Yosemite te bekijken. Een tweede maatregel zal zijn, dat een automobilist tevoren moet reserveren voordat hij toegelaten wordt. Maximaal mogen dan nog 5500 auto's het park in. In de toekomst wil men het natuurpark helemaal autovrij maken, maar dat stuit nu nog op veel bezwaren.

De komende zomer al zullen voor de bezoekers meer gratis bussen beschikbaar zijn, zodat ze hun eigen auto buiten het park kunnen laten staan. Hoteliers in de dorpen rond het Yosemite Park hebben deze mededeling met gejuich ontvangen, want meer toeristen zullen besluiten bij hen een kamer te reserveren. Bovendien is dat voordeliger dan logeren in een parkhotel. De goedkoopste manier van overnachten is kamperen in het Yosemite Park voor maar enkele dollars per persoon per nacht.

In het jaar 1954 kwamen nog geen honderd bezoekers naar het Yosemite Park, maar inmiddels zijn dat er jaarlijks vier miljoen geworden. Men verwacht dat dit aantal nog zal stijgen, omdat de belangstelling voor de natuur ook in Amerika toeneemt. Vooral veel inwoners van San Francisco trekken er heen, omdat het maar vier uur rijden is. Yosemite blijft interessant, ook voor de toerist uit Nederland die Amerika bezoekt. Vanaf de parkeerplaatsen langs de wegen door het park kijk je uit over een reusachtig stuk ongerepte natuur, waar de mens nog geen asfaltwegen doorheen heeft gelegd. Reusachtige rotsformaties, uitgestrekte bossen, maar ook verschroeide stukken bos, omdat na een blikseminslag het vuur daar toe sloeg. Schitterend zijn de talloze watervallen, die soms wel 800 meter hoog zijn. Tegen het eind van de middag zien we er een, waar het zonlicht een regenboog heeft gevormd. Overal zijn borden aangebracht met het verzoek de dieren in het wild niet te voeren, maar helaas zien we onderweg alleen maar enkele herten die zich in een weiland lekker dik eten en eekhoorntjes, die zelfs in de bar van een hotel in het park om nootjes bedelen.

Authentiek is het witte houten Wawona Hotel dat tegen het eind van de vorige eeuw gebouwd werd. Op de uitgestrekte veranda's kun je heerlijk uitrusten. Dit was eens ook een plaats, waar de postkoets kwam. Dat was destijds lang geen comfortabele reis. De mensen in de koets kwamen vaak zo onder het stof te zitten, dat ze eerst een schoonmaakbeurt kregen voordat ze het hotel in mochten. Ook nu nog komt er soms een koetsje voorbij, dat gehuurd kan worden voor een rit door het park.

In een open wagen, getrokken door een truck, maken we samen met nog enkele tientallen andere bezoekers een rondrit van twee uur door het park. Onze gids laat de wagen stoppen en wijst naar een groepje bergbeklimmers, dat halverwege tegen een vele honderden meters hoge en steile rots hangt. Dat zijn de sportievelingen die er soms vier dagen over doen om zo'n rotsformatie te bedwingen. 's Nachts blijven ze ergens hoog hangend tegen de rotsen slapen. De jongste klimmer was een jongetje van negen jaar uit Frankrijk die met zijn vader op pad ging en zelfs was er eens een blinde man die tegen de steile wand omhoog klauterde.

Onderweg komen we ook door een stuk van het Yosemite Park dat voor auto's is afgesloten. Daar mogen alleen wandelaars en fietsers komen. Het is er zo rustig, dat af en toe een verdwaalde beer wordt gesignaleerd, maar wij hebben pech. De enige beer die we te zien krijgen, is een rotsformatie ergens ver weg die op zo'n dier lijkt.

Misschien moeten we wachten tot het park autovrij is om naast de overweldigende natuur wat meer wilde dieren te zien......

REISWIJZER

Vanuit San Francisco is het Yosemite Park gemakkelijk bereikbaar. In deze stad kan men bij Gray Line een dagexcursie boeken met de bus.

Er zijn fraaie hotels in het park, maar overnachten buiten Yosemite is goedkoper. Veel Nederlanders hebben het motel Cedar Lodge in El Portal ontdekt en iets verderop is het dorp Mariposa met veel huizen en gebouwen uit het eind van de vorige eeuw. De witte rechtbank stamt uit 1854. Er is een eenvoudige bierbrouwerij (Yosemite bier) en in het restaurant ernaast gebruikt men de lege bierflessen voor het zout en de peper op tafel.

Even buiten Mariposa is het treintje van de Madera Sugar Pine Company. Vroeger gebruikte men de spoorlijn om de kolossale dennenbomen uit het bos te halen. Nu worden er alleen toeristen vervoerd. Men heeft nog twee stoomlocomotieven uit het begin van deze eeuw.

Publicatiedatum = 7 juni 1997

terug Verenigde Staten intro