&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Skiën en zonnebaden tegelijkdoor Nico van der Zwet Slotenmaker GRANADA - Er zijn maar weinig plaatsen op de wereld waar je tussen de middag op een zonnig terrasje het sportieve besluit kunt nemen nog even een paar uurtjes op de lange latten te gaan. De temperaturen op onze bol verschillen namelijk nogal wat en waar van het een genoeg is zal van het ander wel te weinig zijn. Geoefende wintersportgangers staan nu op om mij tegen te spreken, want op hun favoriete stekkie worden ze al jaren bij de lunch door de zon geblakerd om vervolgens toch weer alsmaar Alpen af te dalen. Maar dat bedoel ik niet. Je moet je een wereldstad voorstellen waar het mensengekrioel de hele dag doorgaat, de uitpuilende kantoren gegeseld worden door de koperen ploert en iemand als te lang en te intensief door dit hemellichaam gestoken ineens voorstelt aan wintersport te gaan doen. In het Canadese Vancouver maakte ik dat eens mee, want de bergen liggen daar aan nabije horizon en bovendien hebben Noord-Amerikanen voor de skisport veel beslommeringen eisende aanloop nodig. Ze trekken een trui aan en een andere broek aan en ze gaan, terwijl wij menen dat je hoort aan te vangen in de modewinkel zodat wij voornamelijk uiterlijk de grote kampioenen lijken en er verder weinig van terecht brengen. Uit Behalve bij de 'après-ski' dan. Aan de overkant van de oceaan nemen ze een kop koffie en gaan naar huis. Ze zijn niet op vakantie, ze zijn er even uit, zoals je in Nederland een uurtje gaat tennissen of op donderdagavond de kaarten bij de plaatselijke klaverjasclub schudt. Buiten de gelukkigen van Vancouver zijn er ook in ons werelddeel enkele plekjes die borg staan voor de combinatie van zomerse en winterse genoegens. Het Spaanse Granada kan zich daar voortreffelijk op beroemen, al krijgt het weinig gelijk. Wie bij het woord Spanje al aan wintersport denkt, ziet voor zijn geestesoog hooguit wat in de tijd achtergebleven Pyreneeën-dorpjes voor zich opdoemen en vakantiegangers uit onze streken blijven dan ook liever aan de eigen kant van de bergen. Toch ligt de hoogste top in Andalucia, in het zuiden van het land. Daar, in de Sierra Nevada, de centrale keten in het Penibetisch gebergte, reikt de Mulhacén naar 3478 meter en de omringende wat kleinere broertjes kijken ook van dik 2.000 meter op je neer. Sneeuw dus en wintersport op enkele kilometers van een historische stad die de meest bezongen van de gehele wereld zegt te zijn. Afdwalen En misschien is het juist wel omdat er in Granada voor de toeristen zo verschrikkelijk veel moois is te zien dat ze hun blikken zelden laten afdwalen naar de onmiddellijk in perspectief liggende bergreuzen waar je sportiever bezig kunt zijn dan in een eeuwenoude kathedraal. Want het zal u bekend zijn dat je tegenwoordig terwille van het lijf in je vrije tijd aan het werk moet en als je daar al wat sceptisch tegenover staat kan je je in Granada en omgeving in ieder geval op twee fronten weren. Van het een, de historie, is er een overvloed en van het sneeuwgebeuren is er nog lang niet genoeg. Er wordt echter hard aan gewerkt, al snapt zelfs de meest optimistische Spaanse toeristenbaas dat het moeilijk opwerken is tegen de typische wintersportlanden als Oostenrijk, Zwitserland en Frankrijk waar ze met hun prachtige accommodaties al zoveel geld hebben verdiend dat ze hun spulletjes tip-top in orde hebben kunnen houden en zich alle moderne snufjes direct kunnen permitteren. Spanje en dat geldt net zo goed voor de Pyreneeën is veel later begonnen. Het was te ver en dat gold zeker in een tijd dat nog lang niet iedereen als een soort gewoontegebaar in het vliegtuig stapte. Eén klap De Spaanse wintersport moet dus meer worden verkocht en dan is het altijd een goed idee met je produkt te adverteren. Moet u ook doen. In de eerste plaats verdien ik daar indirect mijn boterham aan en het schijnt nog te helpen ook. Op de besneeuwde hellingen rond Granada bedachten ze iets soortgelijks. Er moesten grote wedstrijden komen, wereldtoppers naar de Spaanse slalom. Dat zou de Sierra Nevada in één klap op de kaart zetten. De internationale skibazen hebben lang geaarzeld, maar bezweken tenslotte toch onder het motto dat je je sport het beste kan dienen door een maximum aantal landen van de koek te laten meeproeven. Kijk, Ivoorkust is natuurlijk nooit een haalbare kaart, maar Spanje, waarom niet? Begin vorig jaar zou het allemaal moeten gebeuren en de Sierra Nevada toonde zich direct een normaal skigebied door eigenwijs op de geplante vlaggetjes en spandoeken te reageren. Net als elders ook vaak genoeg gebeurt sneeuwde het niet, geen vlok. De Spanjaarden ten einde raad. Daar ging hun kans. Ramp Boos op de elementen haalden ze zelfs hun kerken en kapellen leeg om met alle heiligen op hun rug een processie te houden ten einde de hulp van het opperwezen in te roepen, maar zelfs dat mocht niet baten. Kortom, een ramp, een catastrofe. Gelukkig waren de bonzen van de internationale skifederatie het vertrouwen niet onmiddellijk verloren. Dit jaar volgde een herkansing en dat liep goed af. Spanje mag voortaan ook meedoen, al zal er dan nog een hoop verspijkerd moeten worden. Ieder seizoen verrijzen er echter meer liften en worden nieuwe skigronden 'ontgonnen'. Ook de verblijfsaccommodaties blijven niet achter en hoewel het allemaal vooral verkeerstechnisch nog niet de evenknie is van wat u elders gewend bent, komt het allemaal wel goed. Wat is er trouwens mis met een beetje pionieren. Dat willen we toch altijd zo graag... zeggen we. Heel veel wintersportliefhebbers hoeven er overigens ook niet te komen. Minder in ieder geval dan het aantal gasten dat Granada om bezienswaardige redenen bezoekt. En dan vooral het onvermijdelijke en wereldberoemde Alhambra, de citadel van de Arabische stad die als laatste islamitische vesting in Spanje op 2 januari 1492 door Castiliaanse legers werd heroverd. Over het feit dat het meer dan prachtige bolwerk niet geheel werd vernietigd zoals toch wel gebruikelijk was lopen verschillende lezingen, waarbij de man die de lont naar het kruitvat doorknipte niet ontbreekt. Smal Het is al weer wat jaren geleden dat ik hier was en zoals het hoort is er niets veranderd. Behalve dan de uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen en een andere toegangspoort. De vorige was voor sommige chauffeurs van de toeristenbussen net iets te smal en dat is te zien ook. Het lijken de enige beschadigingen van de moderne tijd, al zal er hier en daar nog wel eens een steentje worden bekrast. Dat kan niet anders met al die drommen bezoekers. Als u een gids neemt komt u in ieder geval in de maalstroom. Zelf wandelen met slechts een handleiding kan ook. Dan kan je nog eens even rustig in een van de prachtige tuinen gaan zitten. Als het niet regent tenminste. De aanwezigheid van bergen leidt immers altijd tot snelle veranderingen in het weer. Want boven altijd sneeuw en beneden altijd zon, dat redden ze zelfs in Granada niet. Publicatiedatum = 5 oktober 1996 |