&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Eurojet

'Pelgrims allemaal even dichter bij God'

door Caspar van Tongeren

SANTIAGO DE COMPOSTELLA - Elke dag, om een uur of half negen 's ochtends, verzamelen zich de eerste mensen voor de Heilige Poort, een van de ingangen van de 11e-eeuwse kathedraal in de West-Spaanse stad Santiago de Compostella. Amper een uur later is het aantal wachtenden uitgegroeid tot een rij die zich uitslingert over het aangrenzende plein, de Plaza de Quintana. Honderden staan er vaak in de onophoudelijke regen op hun beurt te wachten om een eerbetoon te brengen aan de apostel St. Jacobus, wiens beenderen volgens de overlevering daar in Galicië in een kist begraven zijn.

 

De 'Portico de la Gloria' met in het midden deepilaar waar de vorm van een hand in het marmer is uitgesleten door de miljoenen aanrakingen van pelgrims door de eeuwen heen.

Foto: Spaans Verkeersburo.

 

Hebben ze eenmaal de kist gezien, het beeld van St. Jacobus omhelsd, hun miljoenen vingers gelegd in de eeuwenoude zuil van de Portico de la Gloria, die daardoor volledig is uitgesleten, en ten slotte hun zonden al dan niet in hun eigen taal opgebiecht in een van de tientallen biechtstoelen, dan wacht hen een mis die oogt als een circusspektakel.

Wierookvat

Hoogtepunt van de mis is het gezwaai van de 'botafumeiro', een enorm wierookvat van 80 kilo zwaar. Het vat, dat hangt aan een 25 meter lang touw, wordt door acht potige monniken in een slingerbeweging gebracht, eerst langzaam, maar allengs sneller zodat het uiteindelijk donderend over de hoofden van de verzamelde gelovigen, pelgrims en toeristen raast en de hele kathedraal doordrenkt raakt van de wierook. Oorspronkelijk bedoeld om de stank van honderden ongewassen pelgrims te maskeren, nu is het niet veel meer dan een toeristische attractie die veel ooohs en aaahs ontlokt en tientallen flitslampen nodeloos aan het werk zet.

Het vooraanzicht van de kathedraal in Santiago de Compostella.

Foto: Spaans Verkeersburo

 

Het is een tafereel dat dag in, dag uit in Santiago te zien valt. Al meer dan 1000 jaar lang. Tientallen miljoenen mensen zijn er in die tussentijd door die poort gegaan. Arme boeren uit Polen, Ierse vissers, monniken uit midden-Frankrijk, Hongaarse paardendrijvers, pelsdierjagers uit Zweden. In het begin van het vorige millennium kwamen ze uit alle windstreken van Europa. Sommigen gezond, anderen ziek of zelfs stervend. De een rijk, maar de meesten arm. Tot de pelgrimstocht veroordeelde moordenaars en hoeren zij aan zij met devote nonnen of bezielde kerkleiders. Maar allemaal met hetzelfde idee: dichter bij God.

Gehaald

Een kleine duizend jaar later, op een druilerige zaterdagochtend aan het eind van het vorige millennium, staat Xavier, een 35-jarige Franse bankier uit Limoges, voor de kathedraal mobiel te bellen met het thuisfront. "Ik sta er. Ik heb het gehaald", is zo'n beetje alles wat hij tegenover zijn vrouw weet uit te brengen. Twee maanden daarvoor vertrok hij met twee collega's voor een 1500 kilometer lange tocht vanuit de Franse plaats Le Puy en Velay naar Santiago. Onder andere om tijdens hun 'sabbatical' na te denken over 'christelijk bankieren'.

Een dagelijks tafereel in Santiago waar een groep internationale pelgrims zich laat vereeuwigen na voltooiing van hun tocht.

Eigen foto.


Onderweg raakten ze aan de praat met enkelen van de duizenden mensen die vorig jaar de pelgrimstocht naar Santiago ondernamen. Zoals een Canadese student uit Quebec, een Italiaanse leraar met zijn 14-jarige zoon, de Zwitserse rechter, een Belgische arbeider, twee voluptueuze Braziliaanse schonen, een tandeloze vrome Spaanse boer of een kroegbaas en journalist uit Amsterdam.

Sinds de 'ontdekking' van het gebeente van St. Jacobus, ergens in de 8e eeuw na Christus, zijn miljoenen mensen Xavier en zijn collega's voorgegaan. Te voet, te paard, met schip of nu met de fiets maakten zij de tocht naar de kathedraal in Santiago de Compostella. Door dicht bij het gebeente te zijn van iemand die Jezus in levende lijve had meegemaakt, hoopte de middeleeuwse mens zelf dichter tot God te komen. Daarbij beloonde de kerk de pelgrimganger door hem vergiffenis van al zijn zonden in het vooruitzicht te stellen, wat gezien werd als een voorwaarde om in de hemel terecht te komen. Dit 'ticket to heaven' werd zo belangrijk gevonden, dat in de Middeleeuwen een op de tien Europeanen de duizenden kilometers lange tocht ondernam, wat Goethe later de uitspraak ontlokte dat ""Europa als idee geboren is aan de pelgrimsroute naar Santiago".

In de lift

De afgelopen twee, drie eeuwen raakte het pelgrimeren naar Santiago in de vergetelheid, maar sinds een jaar of tien zit het pelgrimeren weer fors in de lift. Gaf de kerk in 1990 minder dan 5000 Compostella's (het officiële bewijs dat je de tocht volbracht hebt) uit, in 1997 was dat aantal met 25.000 meer dan vervijfvoudigd. Het merendeel daarvan (70 procent) werd aan Spanjaarden uitgereikt, maar met 7000 wandelende buitenlanders geniet de tocht ook buiten Spanje grote bekendheid.

Pelgrims in de vroege ochtend nabij de Spaanse stad Estella.

Eigen foto.

 

Vooral onder jongeren en studenten is de tocht of de Camino (de Weg) zoals die officieel heet razend populair geworden. Zo was in 1997 de helft van alle 25.000 pelgrimgangers jonger dan 30 jaar en dat aantal lijkt alleen maar toe te nemen. Het is per slot van rekening goedkoop slaapplaatsen zijn nagenoeg gratis lichamelijk zeer uitputtend, dus modern-grensverleggend, en met alle diverse nationaliteiten die je onderweg tegenkomt avontuurlijk en van tijd tot tijd zelfs romantisch bovendien.

Voeg daarbij het prachtige Spaanse landschap, de ontelbare eeuwenoude kloosters, kerken en 'hopitals', het idee in de voetsporen van de religieuze middeleeuwse mens te lopen en je hebt een toeristisch concept waar elk reisbureau het water van in de mond loopt.

De gegroeide populariteit wil overigens niet zeggen dat de hele Camino in de zomer letterlijk verstopt zit met wandelende pelgrims. Behoorlijk wat Spanjaarden precieze cijfers ontbreken geven er de voorkeur aan om slechts de laatste 150 kilometer naar Santiago te voet af te leggen. Het is de mimimum-afstand die de Kerk verplicht stelt voor de afgifte van een Compostella. De meeste buitenlanders daarentegen beginnen haast zonder uitzondering in Roncesvalles in de Pyreneeën, zo'n 800 kilometer ver van Santiago.

Onkruid

Wie het echt goed wil doen begint echter net zoals de middeleeuwse mens van huis uit en komt via een van de vier historische hoofdroutes in Frankrijk uiteindelijk terecht in Spanje. Weliswaar zijn die oorspronkelijke middeleeuwse routes allang verdwenen door onkruid overwoekerd of onder het asfalt van de vierbaansweg verdwenen maar sinds enige tijd wordt er door St. Jacobusverenigingen in binnen- en buitenland en allerlei wandelclubs zeer hard gewerkt om die routes weer te doen herleven.

Zo is er een volledig beschreven wandelroute die begint in Amsterdam, leidt tot Maastricht en middels het stelsel van Belgische en Franse Grand Randonnee routes de langeafstandswandelpaden nagenoeg geheel doorloopt tot Santiago de Compostella, een afstand van zo'n 2500 kilometer. Alleen een stuk in Noord-Frankrijk is momenteel nog niet beschreven.

Vooral onder Nederlanders is het van huis uit vertrekken populair. De meesten nemen een tent mee, maar ook zonder tent is het goed te doen. Het barst vooral in België en Frankrijk nog van de kleine, goedkope hotelletjes die in de laatste 50 jaar amper zijn veranderd. Wie helemaal geen geld aan slaapplaatsen wil uitgeven, stapt gewoon op de burgemeester af. Die is in Frankrijk verplicht onderdak te bieden aan eenieder die daar om vraagt. Wat overigens kan betekenen dat je de ene keer in een politiecel slaapt, de andere keer in een sportkantine. En in Spanje zorgt een uitgebreide keten van zogenaamde refugio's langs de route voor een nagenoeg gratis slaapplaats.

Gidsen

Cruz del Ferro - ijzeren kruis - bestaat uit een immense berg van stenen. Volgens traditie nemen alle pelgrims van huis uit een steen mee en leggen die daar neer teneinde van hun zonden verlost te worden.

Eigen foto.

 

En ook aan reisgidsen en boeken is er geen gebrek. Sinds het ontstaan van de tocht zijn er honderden boeken en geschriften verschenen. Een van de meest beroemde is van de hand van Aimery Picaud, een middeleeuwse monnik die rond 1130 een uitgebreide reisbeschrijving schreef voor Spanje en niet schroomde om de pelgrim te waarschuwen tegen de talloze hoeren, dieven, Basken en giftige rivieren die zijn pad zouden kruisen. Wat eigentijdser is het boek 'Pelgrim zonder God' van de Nederlandse schrijver Herman Vuijsje uit 1990, die de weg in omgekeerde volgorde bewandelde. Een beetje wandelboekenwinkel heeft dan ook een plank vol van allerlei boeken die uitsluitend over de Camino gaan.

De toegenomen populariteit van de pelgrimstocht naar Santiago zit echter niet iedereen lekker. Vooral uit gelovige hoek wordt geklaagd dat tijdens de zomer het religieuze karakter van de pelgrimstocht ten onder dreigt te gaan aan de explosieve toename van het aantal rugzakjongeren en mountainbikers. Niet geheel ten onrechte. Vooral sinds de Spaanse televisie een populaire soap over de Camino op de buis bracht waarbij de liefdesavontuurtjes tussen de diverse jeugdige pelgrimgangers en -gangsters toch duidelijk belangrijker waren dan godvruchtige bespiegelingen en vroomheid.

Al meer dan 1000 jaar lang gingen tientallen miljoenen
mensen door de poort in SANTIAGO DE COMPOSTELLA

De 'Credencial del Peregrino', ofwel het geloofsbewijs dat een pelgrim onderweg bij zich draagt met aan de achterzijde een kaart van alle historische wegen die vanuit heel Europa samenkomen in Santiago de Compostella.

 

 


De meeste pelgrim-wandelaars voeren naast religieuze ook andere redenen aan om de tocht af te leggen. Het avontuur van het echte reizen, het constant onderweg zijn in plaats van op één plaats vakantie te vieren, de ontberingen die je lijdt, de pracht van de natuur als je 's ochtends in alle vroegte bent opgestaan om de hitte overdag te ontlopen, de mensen die je op de weg ontmoet, het bier dat een stuk lekkerder smaakt als je er 30 kilometer met 12 kilo bepakking op hebt zitten, de kilo's overtollig vet die er elke dag afvliegen.

Waarom Jean, een werkloze 55+ arbeider uit het Belgische Wallonië, aan de tocht is begonnen, weet hij niet zo goed. Hij zat sinds zijn ontslag zoals zo vaak thuis op de bank naar de televisie te kijken. Toen hij een documentaire zag over de Camino, wist hij het meteen: Dat ga ik ook doen. Alsof hij door een goddelijke bliksem was getroffen, terwijl hij nooit gelovig is geweest. Maar dat hij al wandelend-pelgrimerend een ervaring van zijn leven heeft opgedaan, dat staat voor hem wel vast. Aangeraakt door de Camino. Net zoals miljoenen mensen voor hem.

Verdere informatie bij: Genootschap van St. Jacob Nederland. Postbus 2187 2800 BH Gouda
Of: www.santiago.nl http://xacobeo.es

Publicatiedatum = 11 maart 2000