&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> Eurojet

Westendorf al meer dan 60 jaar
in trek bij Hollanders

door Henny Korver

Westendorf - "Nederland, dat kleine landje op 1100 kilometer bij ons vandaan, is voor ons het grootste land ter wereld," sprak ooit de vroegere VVV-directeur van Westendorf Fritz Marksteiner over het enorme belang van het Nederlandse ski-toerisme naar zijn schilderachtige dorpje in Tirol.

En de aantrekkingskracht van Westendorf op de skiërs uit de lage landen is nog steeds onverwoestbaar. Zo zelfs, dat in zijn studio in Schijndel de 47-jarige zanger Rob van Holland alweer druk bezig is zijn nieuwe repertoire voor zijn optredens in het favoriete après-skilokaal 'Gerry's Inn' voor te bereiden.

Rob van Holland oefent alweer voor een nieuw optreden in Tirol. (foto John Claessens)

"Ik kom met nieuwe mee-zingers als 'Hollandse kost' en 'Wij zijn de klojo's, berg op, berg af", vertelt Rob, die volgend jaar al twintig jaar onafgebroken legioenen Nederlandse skieërs van half december tot half maart in Westendorf vermaakt. Een volstrekt uniek gebeuren. In geen enkel ski-oord ter wereld beschikken Nederlandse wintersporters over een zanger van eigen bodem.

Zo is Westendorf een beetje een Hollands dorp in Tirol geworden.

"Maar ondanks de toestroom van honderdduizenden Nederlanders in de naoorlogse jaren zorgen we er wel voor, dat we onze eigen Tiroler identiteit bewaren," zegt André Stöckl (75), de vroegere gastheer van pension Haus Veronika. "Een Hollandse zanger bij de après-ski, prima, maar de echte Tiroler avonden met onze eigen muziek zijn hier natuurlijk ook nooit weg te denken."

André Stöckl zag als hotelhouder de stroom Nederlanders komen en gaan. (eigen foto)

Stöckl is de man, die de opgang van het Nederlandse toerisme aan den lijve heeft meegemaakt. Westendorf, gelegen in het Brixental tussen de Kitzbühler alpen, was nog een piepklein boerendorpje, toen zijn vader Josef, zelf een boer, midden jaren dertig de mogelijkheden ontdekte om buitenlandse vakantiegangers onderdak te bieden.

Hij liet een hotel van drie verdiepingen bouwen en zijn dorpsgenoten dachten dat hij gek geworden was. "Der Stöckl richt hier een wolkenkrabber op," riepen ze vol ongeloof. Het was het markante hotel 'Mesnerwirt' en Andrè Stöckl, toen nog een jochie van een jaar of tien, herinnert zich maar al te goed de komst van de eerste Nederlandse gasten, die hun reis hadden geboekt bij de Nederlandse Reis Vereeniging (NRV).

"Mijn broer en ik moesten hen dan bij het station ontvangen en de bagage dragen. En ze kregen gelijk onze mooie kamers met bedden en matrassen tot hun beschikking, terwijl wij weer op de zolder op een strozak konden slapen."

Het was het begin van een ongekende invasie uit Nederland, die vooral met de ingebruikneming van de skilift in 1948 op gang kwam. André Stöckl heeft zelf nog aan de bouw van de lift meegewerkt.

Publicatiedatum = 27 november 1999

terug Oostenrijk intro