&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
BALTISCHE STEDEN BLOEIEN OP

door Thijs Jansen

RIGA - De grauwsluier die jarenlang boven de Baltische landen Estland, Letland en Litouwen hing, trekt op. De centra van de hoofdsteden Tallinn, Riga en Vilnius hebben de afgelopen jaren een ware metamorfose ondergaan. Ze zijn weer het visitekaartje van de Oostzee-landen.

Opvallend is het aantal jonge en modieus geklede mensen op straat. Het uitgaansleven tiert welig en gezellige restaurants openen de een na de ander de deuren. Ook zijn er veel galeries, waar kunstenaars hun werk tonen en verkopen.

De hamer en de sikkel, het symbool van de Sovjet-Unie, zijn uit het straatbeeld verdwenen, net als de meeste standbeelden van Russische leiders. Verfkwast en troffel maken na ruim een halve eeuw verloedering weer de dienst uit.

Kraakhelder

Niet alleen in de steden, maar ook op het platteland is het nieuwe elan merkbaar. Een basisschool in het dorpje Kernu in Estland - nog geen tien jaar geleden rijp voor de sloop - ligt er kraakhelder bij. Het hout zit goed in de verf en het dak en de afvoeren zijn prima in orde. Dat geldt ook voor het sanitair.

Het straatleven in de hoofdstad Vilnius, de hoofdstad van Litouwen, is de afgelopen jaren een stuk uitbundiger geworden. Veel huizen, winkels en kerken zijn gerestaureerd.

Kinderen van een basisschool in Leiden hielpen de Esten eind jaren tachtig een handje en haalden geld op voor een nieuwe riolering in de school. Een delegatie van scholieren en leerkrachten ging het geld zelf naar het hoge noorden brengen.

Toen nog een heel avontuur. Alleen al om vanuit de Finse hoofdstad Helsinki de oversteek van de Golf van Finland naar de Sovjet-republieken te maken vereiste doorzettingsvermogen en nog veel meer papierwerk. Het passeren van de grenspolitie was een enerverende, tijdrovende gebeurtenis. Het hemd werd door de douane bijna letterlijk van het lijf gevraagd. Met financiële handreikingen uit het westen en een flinke dosis goede wil kan veel worden bereikt, blijkt een decennium later. Nu rijden passagiers in Helsinki een half uurtje voor vertrek een snelle veerboot op om na een uur en veertig minuten varen de reis in het 80 kilometer verder gelegen Tallinn aan te komen.

De grensafhandeling is op dit moment een weinig om handen hebbende formaliteit. Een visum is niet eens meer nodig. Wie het sfeervolle, oude centrum van de Hanzestad Tallinn wil bekijken, kan daar gemakkelijk zijn auto kwijt. De stad is overigens met gemak in een middag te voet te verkennen. Lekker kan worden gegeten in restaurant Roosikrantsi. Vanuit Tallinn is het met de auto ongeveer een uurtje rijden naar het dorpje Kernu.

Vlak bij de school, pal langs de weg, staat een dode boom. De stam is gedraaid. Het verhaal wil dat de boom zich spontaan van de weg afkeerde toen ongeveer twee eeuwen geleden een vijandig leger passeerde. De laatste keer dat er een vijand langs trok, was aan het eind van de jaren tachtig. Russische tanks waren op weg naar de hoofdstad om de televisiezender te heroveren op Estse nationalisten. Bij leerkrachten van de school in Kernu lopen de rillingen nog over de rug als ze eraan terugdenken.

"We deden 's nachts de lichten uit en luisterden naar de geluiden van de oprukkende pantserwagens. We waren als de dood dat de Russen bij ons zouden aankloppen", zo herinneren de docenten zich. Toen de Russen Estland verlieten, geloofde geen mens dat ze zouden wegblijven. Ook nu wordt nog met een wantrouwend oog naar het oosten gekeken. De blik is tevens vol hoop op het westen gericht.

Op het zandstrand van Pärnu is, ook bij
mooi weer, ruimte in overvloed.

De weg van noord naar zuid in het dunbevolkte Estland (circa 1,4 miljoen inwoners) is tweebaans en van goede kwaliteit. Brandstof voor de auto is overal verkrijgbaar. De westerse hang naar luxe is in de badplaats Pärnu, vlak voor de grens met Letland, goed te zien. Het centrum, tien jaar geleden nog een troosteloos kruispunt van wegen, bruist. Overal zijn terrasjes en in tal van winkeltjes zijn artikelen te koop die voldoen aan de laatste westerse mode.

Dat comfort geldt ook voor het Rannahotel. Het hagelwitte bouwwerk ligt pal aan het schitterende zandstrand van Pärnu. Het bezit zelfs een zogenaamde Blauwe Vlag. Dat betekent volgens internationale normen dat het schoon en veilig is. Vanuit Pärnu is het slechts 189 kilometer rijden naar Riga, de hoofdstad van Letland (een speciale autoverzekering is verplicht). Bezoekers kunnen de eenzijdige en saaie buitenwijken beter links laten liggen en meteen doorrijden naar het centrum van de stad.

Verjaardag

In Riga (bijna 800.000 inwoners, 2,4 miljoen in heel Letland) wordt er volop getimmerd. Dat is niet zo vreemd, want de stad aan de rivier de Daugava maakt zich op om in 2001 haar achthonderdste verjaardag te vieren. Er staan tal van activiteiten op het programma. Er is over de activiteiten een speciale website op internet in het leven geroepen: www.riga800.lv. Als 'nationaal' geschenk hebben de inwoners de restauratie van een aantal historische gebouwen in het centrum in gedachten.

Riga heeft de grootste overdekte markt van Europa.

Daar bevindt zich in een oud klooster hotel Konventa Seta. Het complex is inmiddels gerestaureerd, wat overigens voor meer gebouwen in Riga geldt. Op loopafstand bevindt zich de grootste overdekte markt van Europa. In vijf enorme loodsen wordt van alles aan de man gebracht: vlees, vis, melk, groente, fruit, kleding en ongeregelde goederen als auto-onderdelen, kleding etcetera. Ook zijn er snuisterijen uit de Sovjet-tijd te koop, zoals legeruniformen en medailles.

Van Riga naar de hoofdstad Vilnius van Litouwen (3,7 miljoen inwoners, Vilnius 580.000) is het driehonderd kilometer. De wegen naar die plaats zijn verrassend goed. Een groot gedeelte is vierbaans. De chauffeur rijdt op sommige stukken zelfs harder dan 180 kilometer per uur, terwijl 110 kilometer de maximaal toegestane snelheid is. Overtredingen kunnen pittige boetes opleveren, zo waarschuwen mensen in Vilnius.

Kerken

De hoofdstad van Litouwen ligt op zo'n tien kilometer van het geografisch centrum van Europa. Een steen in een weiland wijst de plek aan. Troepen van Napoleon passeerden ooit dit punt om Moskou te bezetten. Vilnius is een stad van kerken. Elke buurt heeft een eigen godshuis. Er zijn romantische doorkijkjes. Ook hier is te zien dat er in de afgelopen jaren veel is opgeknapt. Zo oogt de 'Poort van het morgenrood' weer als nieuw. Het is de enige nog overgebleven poort van de negen die Vilnius heeft gehad. Het monument stamt uit de zestiende eeuw. Er zit nog een kilometer muur aan vast.

Aan de rand van de binnenstad staat hotel Naujasis. Vlak voor de deur vloog begin september een stuntpiloot met zijn vliegtuig ondersteboven onder een voetgangersbrug door. Ruim vijf jaar geleden was het onder de naam Turistas een hotel van Gerrit van der Valk. De bedrijfsleider was consul voor Nederland. Veel vrachtwagenchauffeurs deden op de route Nederland-Moskou het hotel aan. De Van der Valk-keten is er in Vilnius mee gestopt. De kamers van het hotel zijn in de afgelopen jaren aanzienlijk verbeterd. "Waarschijnlijk was het Nederlandse concern er te vroeg", aldus de directeur van een reisorganisatie.

Terrasjes

Het straatleven is er nu in elk geval uitbundig en 's avonds zijn de terrasjes druk bezocht. In tal van restaurants is het goed verpozen. Het is soms zelfs moeilijk om een tafeltje te bemachtigen. In restaurant Freskos, een romantische eetgelegenheid in het oude stadhuis, vloeien de wijn en de champagne rijkelijk en zijn de vis, het vlees en de paddestoelen van het vegetarische gerecht verrukkelijk. Koffie met likeur vervolmaken de maaltijd. Kosten? Alles bij elkaar zo'n 35 gulden per persoon.

REISWIJZER
Een reis naar de Baltische Staten kan het best worden gemaakt met Finnair via Helsinki. Vanuit deze stad vertrekken dagelijks vliegtuigen naar de Baltische staten. Ook gaan er veerboten naar Tallinn. Er kan worden doorgereisd met bus, trein of huurauto. Inlichtingen: Eurocult, telefoon 030- 2439634.

EIGEN FOTO'S

Publicatiedatum = 23 september 2000