Watervogels en sierlijke gewassen
voeren de boventoon

Trento, een genot voor het oog

door Nico van der Zwet Slotenmaker

TRENTO - Het is niet aan het openbaar vervoer om de reizigers langs speciale vergezichten of andere toeristische hoogstandjes te leiden. Het gaat er alleen maar om de klant zo snel mogelijk en in de afgesproken tijd van a naar b te brengen en hoe moeilijk dat alleen al is ondervinden vaderlandse treinreizigers dagelijks.

Een typisch Nederlandse ziekte is het trouwens niet. Ook in de meeste buitenlanden loopt het ijzeren paard vaak onwillig en bokkig aan de teugel, zodat veel aansluitingen en warme maaltijden worden gemist. Maar waar elders lawines, overstromingen of vulkaanuitbarstingen als redelijk excuus gelden zou je op die platte postzegel waarop wij wonen een betere stroomleiding verwachten.

Stadspoorten had de stad genoeg. Ze zijn er nog.

In Italië verwacht ik niks. Als er geen staking is heb je geluk, al betekent dat nog lang geen zekerheid. Je moet het maar van je afzetten, gelaten gaan zitten en er het beste van hopen. In het dal van de rivier de Fassa in de Dolomieten, waar ik mij om wintersporttechnische reden bevind dat moet nu eenmaal ook een keer per jaar bestijg ik dan ook zonder al te veel vertrouwen de bus naar Trento. Een ritje van een kilometer of tachtig. Veel kan er dus niet mis gaan. Precies tweeënhalf uur later stap ik uit en... we zijn precies op schema. Je zou zelfs kunnen beweren dat we twee minuten te vroeg zijn.

Niet dat ik gedurig op de klok heb gekeken, daar was geen tijd voor.

De Torre Vanga is in de dertiende eeuw gebouwd ter verdediging van de brug over de Adige die toen echter een heel andere koers volgde.

Adembenemende panorama's, bergpassen en spectaculaire brugovergangen die je al ver van tevoren in de diepte ziet liggen. Dit is geen busrit meer waar je een ordinair kaartje voor dient te kopen, dit is een excursie, een genot voor het oog. En je begrijpt al snel waarom het zo lang moet duren. De chauffeur wil namelijk niet de verdenking op zich laden dat hij ook maar het kleinste gehucht overslaat.

Nog niet heeft hij zijn voertuig enkele minuten op de hoofdweg gehouden of hij slaat al weer af om dorpspleintjes op eventuele klanten af te schuimen, daarbij op de vierkante centimeter langs huizen en winkeltjes laverend. We hoeven niet bang te zijn, je merkt dat hij het al vele keren eerder heeft gedaan.

Bovendien heeft hij alle tijd om even uit te rusten, want zo gauw we in een iets grotere plaats komen en er nog wat bussen aan het perron staan stapt hij uit om met zijn collega's een sigaretje te roken en de wetenswaardigheden van de dag uit te wisselen. Zijn handen die zoëven nog vast om het stuur lagen heeft hij daar in hoge mate bij nodig. Zo zijn Italianen nu eenmaal en daar is niks mis mee. Ieder volk heeft immers recht op zijn eigen landsaard?

Het was de bedoeling dat dit verhaal in eerste instantie over de stad Trento zou gaan en je zou dus kunnen zeggen dat we zijn afgedwaald, alhoewel we er in feite op aangename wijze naartoe zijn gedwaald.

Watervogels

Voor het station geen zee van terrasstoelen, maar een park met veel watervogels en sierlijke gewassen.

Trento opent rustig. Voor het station is een reusachtig park/plein waarop de horeca zich tot mijn grote verbazing geen toegang heeft weten te verschaffen. Normaal struikel je op dit soort plaatsen over de terrasstoeltjes, maar niet in Trento. Watervogels en sierlijke gewassen voeren de boventoon en de enige die daar hoog boven uittorent is de heer Dante Alighieri, dichter van professie en hier met een enorm standbeeld geëerd.

Er staan in de folders dat ik het mooi en indrukwekkend dien te vinden en... nou ja, vooruit maar. Dat heb ik ook met al die koningen en keizers te paard in steen of brons. Gelukkig gebruiken wijze vogels de hoofddeksels van deze lieden altijd en eeuwig en overal als toilet, zodat de zaak tot meer normale proporties wordt teruggebracht.

Het Castello del Buonconsiglio was van 1250 tot 1803 de residentie van de prins-bisschoppen.

Dat Trento oud, heel oud is, laat zich raden. Reeds in de prehistorie was deze strategisch belangrijke plaats bewoond en dat ook de Romeinen er later hun steentje aan bijdroegen spreekt voor zich. Toen kwamen achtereenvolgens de Oostgoten, Karel de Grote, Duitse keizers en de kerk. Prins-bisschoppen hadden het liefst acht eeuwen voor het zeggen. Ze woonden van 1250 tot 1803 in het Castello del Buoncosiglio, een schitterend bouwwerk met vele kunstvoorwerpen. Er lijkt in de loop der eeuwen niets aan veranderd en als je het plotseling voor je ziet opdoemen begrijp je dat eventuele aanvallers hier weinig te zoeken hadden. Wat een pracht en wat een kracht.

Groene toren

De Groene Toren maakte deel uit van de stadsmuur en was opgetrokken op enkele tientallen meters van het grote kasteel.

Op de hoek staat de zogenaamde Groene Toren die deel uitmaakte van de dertiende-eeuwse stadsmuur. Daar vind je overal restanten van terug. Vooral oude poorten, zo maar in een onbeduidende zijstraat die in eerste instantie lijkt dood te lopen.

Het Piazzo Duomo is het vanzelfsprekende centrum van de stad met de indrukwekkende dom, waarvan de bouw al in 1212 begon. Zulke gebouwen zijn eigenlijk nooit klaar. Iedere heerser wil er weer iets aan toevoegen en omdat die in andere tijden leefden ontstaan verschillen in bouwstijlen die overigens niet zwaar hoeven te botsen. Dat zie je ook aan het Palazzo Pretorio dat door het Casteletto met de dom is verbonden. Er is een museum dat veel laat zien en bijzonder trots is op zeven Vlaamse wandkleden uit de Renaissance. Gemaakt door Pieter Coecke van Aelst als het u iets zegt.

Nog meer stadspoorten.

Op het plein treffen we liefst twee fonteinen. Die van Neptunus is met tien meter de hoogste, de Adelaarsfontein is wat bescheidener van afmeting, maar mag niet ontbreken. Dat dier is namelijk het symbool van de stad. Een drukke vogel die in menige vlag is gevoerd en gelukkig ook wel eens verpletterend is neergestort.

Daarover mijmerend blijk ik me ineens in de Via Roma te bevinden. Daar alle wegen nu eenmaal naar deze stad leiden zou je kunnen stellen dat dit onvermijdelijk is.

Toch rond ik snel een paar hoeken om nog wat bezienswaardigheden te bewonderen. Er zijn er zat.

Wat zou je dus in Rome moeten doen als je al in het prachtige Trento bent?

Publicatiedatum = 18 april 1998

terug Italie intro