&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
IJsland borrelt en stoomt
Een van de vele watervallen op IJsland.

door Luud Peters

REYKJAVIK - Elke bezoeker van IJsland komt vroeg of laat terecht in de Blue Lagoon, het wonderlijke meer, dat de eigenschap zou hebben de menselijke huid te verjongen. Het ligt midden in een lavaveld. Voordat het water in de Blue Lagoon aan de oppervlakte komt, wordt het in een soort onderaardse soepketel opgewarmd en vermengd met speciale mineralen.

De Blue Lagoon is de afgelopen twintig jaar uitgegroeid tot een toeristische attractie van de eerste orde. Ongeveer 350.000 bezoekers nemen er jaarlijks een verkwikkend bad. Het is niet de bedoeling dat je baantjes trekt, maar dat je loom in het water ligt te luieren. Het meer is met z'n 36 graden Celsius trouwens te warm voor enige actie.

Het water reikt bijna nergens tot boven het middel. Langs de kant staan potjes waarin een witte smurrie zit: mineralen, die zich tegen de rotsen hebben afgezet en die door het badpersoneel zijn verzameld. Veel baders smeren hun gezicht in met het spul, in de hoop hun kraaienpootjes kwijt te raken. Zij zien er uit als Indianen op oorlogspad. Een grot, die als natuurlijk Turks bad fungeert, en ijskoude douches zijn accessoires voor de liefhebber.

De omkleedruimtes bij de Blue Lagoon zijn ingericht voor het verwerken van grote stromen mensen. De kluisjes voor het opbergen van kleding en kostbaarheden werken elektronisch. Als je het polsbandje, dat je bij de kassa krijgt aangereikt, voor een rood oog houdt, gaat je kluisje op slot of springt het juist open.

De Blue Lagoon op een zonnige dag.
Foto: Icelandair

 

Mensen, die een meerdaagse huidkuur willen doen, kunnen een kamer boeken in het naastgelegen hotel. De Blue Lagoon is het gehele jaar open.

Vlakbij het blauwe meer ligt een energiecentrale met informatiecentrum, waar bezoekers aan de hand van beelden en geluiden kunnen zien wat zich onder de grond van IJsland allemaal afspeelt. Het centrum is het hele jaar open. In de directe omgeving ruikt het sterk naar rotte eieren, pardon, naar zwavel. Het is aan te bevelen daar meteen na aankomst op IJsland even langs te gaan. Je kunt dan alle wonderlijke natuurverschijnselen, die je later tegenkomt, enigszins verklaren.

Blootje

In het noorden van IJsland, in de buurt van Akureyri, bevindt zich nog een warmwatermeer, maar dat wordt nauwelijks door toeristen bezocht. Je kunt er in je blootje baden zonder te kijk te staan. Pétur Snaebjörnsson, een hoteldirecteur, is van plan er met behulp van een aantal zakenvrienden een tweede Blue Lagoon van te maken.

REISWIJZER:

Inlichtingen: Icelandair,
Amsterdam,
telefoon 020-6270136.

Website: www.icelandair.nl

 

Het hoofdproduct moet een gigantisch stoombad worden. Een architect heeft reeds tot in details op papier gezet hoe het een en ander er uit moet gaan zien. Een naam voor het kuuroord-in-wording heeft de hoteldirecteur al: Jardbadshólar. Natuurbeschermers proberen Péturs plannen te dwarsbomen, omdat zij vrezen dat de natuur ernstige schade zal oplopen, als er allerlei bouw- en kunstwerken bij het meer verrijzen.

Akureyri is de tweede stad van IJsland. Het is er altijd ietsjes kouder dan in hoofdstad Reykjavik, omdat zij dicht tegen de Poolcirkel aan ligt. Akureyri grenst aan een fjord. De vulkanische activiteit is er enorm. Er vinden regelmatig aardbevingen plaats, maar die richten weinig schade aan. Sommige lavaformaties hebben merkwaardige vormen aangenomen. Als je er lang genoeg naar kijkt zie je mensen, dieren en heksen in de bruin-zwarte uitstulpingen.

Deze geiser spuit elke zes minuten.

Hier en daar kun je loodkleurig water in helse putjes zien borrelen. Op deze plekken zou Lucifer zich thuis voelen. De gevaarlijke terreinen zijn gemarkeerd met draden, zich op enkele decimeters boven de grond bevinden. Stap er niet overheen, want de kans bestaat dat je voet in de grond weg zakt en dan hangen binnen enkele seconden de vellen eraan. Of je schoenen aan hebt of niet.

De onuitputtelijke onderaardse energiebron zorgt voor verwarming van huizen en kassen en voor constante aanvoer van warm water voor zwem- en bubbelbaden. IJslanders zijn stapelgek op zwemmen. Jong én oud. Reykjavik heeft zeven openbare zwemgelegenheden. Zomer en winter trekken de bewoners hun baantjes in het warme natuurwater. Deze activiteit zou de hoge gemiddelde leeftijd van de IJslanders deels verklaren.

Op een beetje energie meer of minder hoeft niet te worden gekeken. Een IJslander zal 's winters, als het binnenshuis te warm wordt, eerder alle ramen open doen dan de centrale verwarming een paar graden lager zetten. Geen enkel huis of fabriek in of bij Reykjavik heeft een schoorsteen, want olie en kolen worden niet voor verwarmingsdoeleinden gebruikt. Dit heeft als prettige bijkomstigheid, dat de stadslucht de schoonste ter wereld is. Alleen afgelegen woningen hebben vaak een schoorsteen, omdat ze niet zijn aangesloten op een heet water leiding

Behalve op zwemmen zijn IJslanders dol op paarden en het rijden ermee. IJslandse paarden zijn klein, maar ijzersterk. Hoe hellend en rotsig het terrein ook is, ze stappen geen enkele keer mis. De dieren hebben een trippelloopje, waardoor de onervaren ruiter geen harde klappen tegen zijn achterste krijgt. Omdat de paarden nogal klein zijn, worden ze door buitenlanders vaak denigrerend pony's genoemd. Een IJslander staat dan meteen op zijn achterste benen, want ook al zijn IJslandse paarden klein, het zijn en blijven paarden. Wedstrijden in paardrijden zijn er aan de orde van de dag.

Te paard IJsland ontdekken.
Foto: Icelandair

 

Op het eiland mogen geen paarden worden ingevoerd. En een IJslands paard dat een ander land heeft bezocht, mag niet meer naar zijn geboorteland terug. Hij blijft een banneling, een paria, voor de rest van zijn leven. De IJslanders hopen dat op deze wijze het paardenras zuiver blijft en ziektes buiten de deur worden gehouden.

In september worden de talloze schapen op het eiland met behulp van ruiters te paard opgespoord en in de richting van de dorpen gedreven. Daar wordt gekeken wie de eigenaar van de dieren is. Toeristen, die goed kunnen paardrijden, kunnen meedoen met het schapen drijven. Zo'n arrangement kan in Nederland worden geboekt.

Even buiten Reykjavik, in Hafnarfjörour, ligt de gloednieuwe manege Íshestar, vanwaaruit onder begeleiding tochten te paard kunnen worden gemaakt. Tochten van een paar uur, maar ook van een aantal dagen. De paarden zijn goed getraind en reageren op elke beweging van de ruiter. Een auto werkt minder accuraat. Ook iemand die nog nooit op een paard heeft gezeten, kan een tocht van twee uur volbrengen, zonder bont en blauw af te stijgen. In de manege hangen dikke water- en winddichte rijpakken. In zo'n pak zie je er uit als een worstenbroodje, maar koud krijg je het niet. Het dragen van een helm is verplicht.

IJslanders zijn niet alleen heel zuidig op hun paarden , maar ook op hun taal. In het hele land wonen slechts 275.000 mensen en van alle kanten komen buitenlandse woorden op hen af. Engels is hun tweede taal geworden. Zo gauw als een nieuw woord dreigt binnen te sluipen, wordt er een IJslands woord voor gemaakt. Een speciale commissie houdt zich bezig met het transformeren van de woorden. Zij maakt daarbij gebruik van het oud-IJslands. Gsm is nu 'farsími' en e-mail is 'netfang'.

IJslander hebben alleen voornamen. Een vrouwelijke naam eindigt op 'dóttir' (dochter) en een mannelijke naam op 'son' (zoon). Páll, zoon van Jón, heet voluit Páll Jónsson. En Anna, dochter van Jón, heet voluit Anna Jonsdóttir. Dat is soms best verwarrend, want in het telefoonboek van Reykjavik staan bijvoorbeeld 69 vrouwen, die Anna Jónsdóttir heten. Voor je het weet stap je bij de verkeerde Anna naar binnen.

Wat er op IJsland nog meer te zien en te doen is voor toeristen? IJsland heeft drie indrukwekkende watervallen die een bezoekje waard zijn: Dettifos de meest krachtige van alle watervallen in Europa Gullfoss en Skógafoss. Er zijn geisers, vulkaankrakers en bergen die fantastische vergezichten bieden. Voor vogelliefhebbers zijn de kusten een attractie. Tussen juni en augustus kunnen er boottochtjes worden gemaakt naar plekken waar walvissen en dolfijnen zich regelmatig laten zien. Golfspelers komen op tal van plaatsen aan hun trekken.

Het moderne stadhuis van Reykjavik.

 

Kringlan is een mondain winkelcentrum in een buitenwijk van Reykjavik. Het zou in geen enkele hoofdstad misstaan. Op de eerste verdieping bevindt zich tussen de modewinkels een autoshop, waar je een nieuwe Porsche kunt aanschaffen.

Reykjavik is dit jaar een van de negen culturele hoofdsteden van Europa. Musea, festivals en andere uitingen van kunst en cultuur spelen een grote rol in het dagelijkse leven. De stad kent een bruisend uitgaansleven, met name in de weekeinden. Je kunt er ook heerlijk eten (de restaurants Opera en Perlan bijvoorbeeld). Vooral de visgerechten zijn van hoog niveau. Bezoekers van IJsland moeten wel een dikke portemonnee meenemen, want het is er bijna twee keer zo duur dan in Nederland.

EIGEN FOTO'S

Publicatiedatum = 21 oktober 2000