Veel Nederlanders houden ervan om in een vakantieland de drukte van de toeristenplaatsen te mijden en gaan op zoek naar onbekende plekken. Zo'n streek is de Peloponnesus in het zuiden van Griekenland.

Daar kennen we allemaal de stad Olympia, waar in de oudheid de eerste Olympische Spelen werden gehouden. Er zijn ook dorpen als Areopolis of Vathia, eens beruchte piratennesten langs de Griekse kust.

In deze wat vergeten streek probeert de overheid in Griekenland het toerisme op gang te brengen door de eeuwenoude huizen van de piraten te restaureren en daarin vakantiegangers onder te brengen.

Wij sliepen in zo'n vierkant huis dat opgebouwd werd met ruwe stenen en hadden daar natuurlijk (net als de piraten vroeger) een schitterend uitzicht over zee.

Logeren in piratennesten

door Harry Muller

AREOPOLIS - In het dorpje Areopolis met nog geen vijfhonderd inwoners wordt feest gevierd. Men herdenkt het feit, dat hier in de vorige eeuw de revolutie tegen de Turken begon en Griekenland een eigen staat werd. Op een pleintje staat een kolossaal beeld van de vrijheidsstrijder Mavro Michaelis in pofbroek en met een geweldig kromzwaard in zijn hand. Er hangt een wat blauwe walm rond het standbeeld, want bij heel wat eetgelegenheden wordt buiten buiten vlees geroosterd.

Een wat klein muziekkorps van het leger speelt vrolijke marsen en allerlei hoogwaardigheidsbekleders leggen kransen van alleen maar groene bladeren aan de voet van het standbeeld. Kinderen in klederdracht dansen op de krakerige muziek, die uit enkele kolossale luidsprekers komt. Omdat in Areopolis zelf te weinig kleintjes wonen, heeft men ook uit alle omliggende dorpen de kinderen laten komen. Het aardige is, dat ze allemaal in een parade mogen meelopen. Wel is het een vreemd gezicht dat de armen steeds hoog worden opgezwaaid, waardoor het geheel een beetje militaristisch aandoet.

Vathia is een van de nederzettingen dichtbij de zee, waar vroeger de piraten woonden.

Wie toevallig deze dag als vakantieganger in Areopolis is, wordt door de burgemeester voor de warme lunch uitgenodigd. In het restaurant blijkt dan dat er twee soorten gasten zijn. De hele hoge als bisschoppen, priesters en officieren uit het leger krijgen een wel erg luxe maaltijd, die aan onze neus voorbij gaat. Dat is wel een vreemde ervaring....

's Avonds wordt dit foutje in de regie volledig hersteld, wanneer we te gast zijn bij de bewoners van het dorp Drossopigi in de bergen rond Areopolis. Daar worden we in de taverne van Irena, een zwarte Madonna, ontvangen. Zij verwent ons met verschillende salades, eigen gebakken brood, spaghetti en stukken gebraden haan. De priester van het kerkje naast het etablissement is blij, dat wij naar zijn dorp zijn gekomen en wil als dank de maaltijd wel zegenen. De wijn vloeit daarna rijkelijk en de ontmoeting met de dorpelingen wordt onvergetelijk. Dit is Griekenland op z'n best, ver weg van oorden als Rhodos, Corfu of Kreta.

De mensen hier worden nog niet overlopen door de toeristen en zijn misschien daarom zo gastvrij. Souvenirwinkels met allerlei prullaria als in de oude wijk Plaka in Athene heb je hier niet. Ver weg zijn ook de mannen die je vanaf de straat bijna de winkel willen in sleuren. En koop je bijvoorbeeld een ringetje, dan probeert hij daarna ook nog armbanden, halskettingen en oorbellen te slijten.

De Peloponnesus, omgeven door wel erg veel zee, was vroeger berucht door de piraten. Aanvankelijk moesten de bewoners zichzelf beschermen tegen zeerovers uit Afrika en bouwden met ruwe stenen hun vierkante huizen die eruit zagen als een vesting. Vanaf de platte daken hadden zij een goed uitzicht over zee en konden een ieder waarschuwen wanneer een piratenschip op komst was. Later gingen zij zelf andere schepen beroven. Overal ontstonden zo de piratennesten langs de kust, kleine dorpen vaak hoog in de bergen.

Dit is zo'n piratenhuis met appartementen voor de toeristen.

Omdat in deze wat verlaten streek niet genoeg werk was voor iedereen, trokken vooral deze eeuw veel mensen weg naar de grote stad. Heel wat verlaten dorpen bleven achter en de eens zo trotse huizen raakten in verval. Met steun van de Griekse overheid worden de vroegere woningen van de piraten nu opgeknapt om onderdak aan de toeristen te verschaffen. Op deze manier probeert men op de Peloponnesus het toerisme te bevorderen en dat lijkt aardig te lukken. Een prachtig voorbeeld is het dorpje Vathia, waar al heel wat huizen zijn gerestaureerd. Toch kom je ook hier nog wel muren tegen, die ingestort zijn. De geldkraan om alles te kunnen herstellen staat helaas niet altijd open.

Een wandeling door de smalle straatjes van Vathia is een hele belevenis. Het uitzicht over de blauwe zee is fantastisch. Veel klinkerstraatjes lopen schuin omhoog en daarom moet je af en toe wat klimmen. Onderweg kom je de mooiste bloemen tegen. Hele trossen gele die je nog nooit eerder zag, witte margrieten en rode papavers. Als je nog wat beter kijkt, zie je tussen al die bloemenpracht ook allerlei kruiden en zelfs kleine komkommers.

Meisjes in klederdracht marcheren door de straten van Areopolis.

Olympia is de stad op de Peloponnesus die het meest door de toeristen wordt bezocht. Je kunt dat zien aan de reusachtige parkeerplaatsen met kraampjes, waar je kleffe broodjes, ijsjes maar ook heerlijke sinaasappelen kunt kopen. Talrijk zijn de souvenirwinkels, waar vrijwel overal plastic beeldjes van Griekse goden worden verkocht. Bijna elke rondreis door Griekenland gaat er langs en een ieder vergaapt zich aan de plaats, waar al in de oudheid de eerste Olympische Spelen werden gehouden. Dat gebeurde toen ook al eens in de vier jaar, maar de deelnemers moesten soms wel twee jaar reizen om er te komen. Alleen de mannen mochten destijds meedoen en glipte er een vrouw tussendoor, dan werd zij van de rotsen gegooid.

Olympische Spelen

Griekse kinderen bij het standbeeld van de vrijheidsstrijder Mavro Michaelis.

Net als elders in Griekenland heeft men ook hier veel opgegraven en zijn de pilaren van tempels weer overeind gezet. Een bordje bij de ingang geeft aan, dat het streng verboden is op de muren en de monumenten te klimmen, niet binnen de omheining te komen en ook mag een hondje niet meer naar binnen. Via een poort kwam men destijds het stadion binnen, maar daarvan is weinig overgebleven. Het lijkt net een wat kaal voetbalveld ergens in een stadswijk. Wel mooi zijn de stenen die gebruikt werden als startblokken voor de atleten. Er wordt ons ook de plaats aangewezen waar eens de worstelwedstrijden werden gehouden. Je moet helaas wel over veel fantasie beschikken om tussen al die brokken steen een beetje een idee te krijgen van de Olympische Spelen toen.

Koningsgraf

Wie er oog voor heeft, komt in deze streek meer sporen uit de Griekse oudheid tegen, die goed bewaard zijn gebleven. Het indrukwekkende koningsgraf van Agamemnon in Mykines bijvoorbeeld. Alle schatten die men daarin vond, zijn overgebracht naar het archeologisch museum in Athene. Bij de kassa hangt een mededeling, dat deze vindplaats gratis toegankelijk is voor grote gezinnen. Hoe groot die precies moeten zijn, weet jammer genoeg niemand.

Erg mooi is ook het amfitheater in Epidaurus met 14000 zitplaatsen, waar nog steeds tijdens de zomermaanden toneelvoorstellingen en concerten worden gegeven. De akoestiek is voortreffelijk. Wanneer je helemaal beneden een stuivertje op een steen laat vallen, kun je dat boven op de hoogste ring van het theater ook heel goed horen.

REISWIJZER

Nederlanders trekken meestal naar de Griekse eilanden voor een vakantie. Toch is de Peloponnesus een aantrekkelijke streek vooral voor liefhebbers van de Griekse oudheid. Met een huurauto is dit Griekse schiereiland gemakkelijk bereikbaar. Vanuit de Italiaanse havenstad Ancona gaan snelle veerboten naar Patras.

Polyplan Reizen verhuurt appartementen in de vroegere nederzettingen van de piraten.

INLICHTINGEN: Grieks Verkeersbureau, tel. 020-6254212 en Polyplan Reizen, tel. 020-6575657.

Eigen foto's.

Publicatiedatum = 5 september 1998

vlag Griekenland