&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Eurojet

Van de Oise naar de Maas dwars door Noord-Frankrijk

door Nelly Duijndam

De Oise wordt met de Maas verbonden door de Aisne, het Canal latéral à l'Aisne en het Canal des Ardennes, die dwars door Noord-Frankrijk lopen. Voor het vervoer van voornamelijk graan was deze waterweg vanaf 1850 tot 1970 een belangrijke verbinding voor Nederland en België richting Parijs.

Na 1970 is de vrachtvaart drastisch afgenomen, maar de pleziervaart heeft sinds een aantal jaren deze waterweg, van 196 kilometer lang met in totaal 59 sluizen, ontdekt.

Een prachtige aanlegplaats met een weids uitzicht.

Tien kilometer ten noorden van Compiègne mondt de Aisne uit in de Oise, die weer uitmondt in de Seine. De rivier de Aisne ontspringt bij Vaubécourt en is vanaf Celles-sur-Aisne door middel van zeven sluizen bevaarbaar gemaakt tot de Oise. De sluizen hebben een verval van één à anderhalve meter en worden bediend door een sluiswachter.

Pittoresk

De omgeving wordt al snel heel landelijk, met een rijke schakering aan bomen en struiken en weelderig begroeide oevers. De streek ziet er welvarend uit met veel grote huizen en pittoreske dorpjes. Er is vrij veel vrachtvaart. De sluizen zijn iets groter dan gebruikelijk: Vijf meter langer en twee meter breder, zodat de spitsen, de Franse vrachtschepen met een afmeting van 38 x 5 m, er ruim in passen.

Bij aankomst staan de sluizen bijna altijd open; de sluiswachters bellen naar elkaar door dat er een schip in aantocht is. Het bevaarbare gedeelte van de Aisne is 57 kilometer lang en er zijn drie ligplaatsen, echter zonder voorzieningen. Soissons is een gezellige stad met de ruïne van de Abdijkerk en de Kathedraal als bezienswaardigheden.

Deze spits past precies in de sluis van Canal des Ardennes.

Na de dubbele sluis, twee sluizen direct na elkaar, bij Celles-sur-Aisne is de Aisne niet meer bevaarbaar en begint het Canal latéral à l'Aisne dat in 1841 in gebruik werd genomen. Het is een vrij recht kanaal, dat er goed onderhouden uitziet. De acht sluizen in dit kanaal worden automatisch bediend.

Het schip wordt 'gezien' door een oog, waardoor de sluisdeur open gaat. Als het schip in de sluis ligt, moet er een blauwe stang omhoog geduwd worden waardoor het schutten in werking gesteld wordt. Over het algemeen werkt dit systeem prima. Eén keer ging de sluisdeur niet open; via marifoonkanaal 18 konden we de sluiswachter om hulp vragen en binnen tien minuten was hij aanwezig om de deur open te doen.

Bij de aftakking van het Canal de l'Oise à l'Aisne bij Bourg et Comin is een mooie steiger met water en elektriciteit voor een aantal jachten. Bij Berry au Bac, waar een aftakking is naar Reims en de Marne, kan ook aangelegd worden. Aan de sluis naar Reims toe staat het oude schipperscafé, waar ook wat scheepsartikelen, kruidenierswaren en verse groenten te koop zijn. Twee jaar geleden had ik mijn zonnebril in het café laten liggen. Deze zomer kon ik mijn bril weer meenemen; de kroegbaas had 'm al die tijd voor mij bewaard.

IJsvogeltjes

Het blijft een vrij recht kanaal tot Avaux, waar het Canal des Ardennes begint. In 1838 werd het Canal des Ardennes geopend en konden schepen vanaf de Maas naar Réthel varen. Rechte stukken kanaal worden hier afgewisseld door bochtige stukken met een wilde vegetatie. In dit gebied zagen we vaak ijsvogeltjes. Deze vliegen vlak boven het water van struik naar struik en ze zijn lichtblauw van kleur. De prachtige vergezichten geven dit kanaal een eigen charme en voor wie niet opziet tegen een hoop werk in de sluizentrap, waant zich honderd jaar terug; ongerepte natuur en veel oude verlaten sluishuisjes.

De sluizentrap in Canal des Ardennes: De ene sluis na de andere.

De sluizentrap, die ligt tussen Attigny en le Chesne bestaat uit 27 sluizen over een afstand van negen kilometer. Het is een bijzondere ervaring om met je schip, om de berg heen slingerend, naar boven te klimmen of de berg af te zakken. De sluizen zien er oud en verwaarloosd uit, maar het ouderwetse automatische systeem werkt nog steeds.

Bij het binnenvaren van de sluis moet een stang, die vlak boven het water dwars uit de sluismuur steekt, tien seconden lang tegen de muur geduwd worden. Als het schip afgemeerd is in de sluis moet je een blauwe stang, die zich aan en op de sluismuur bevindt, omhoog duwen. Bij het uitvaren moet de dwarsstang weer tien seconden tegen de sluismuur gedrukt worden.

Al met al een hoop werk. Het systeem is gemaakt voor de spitsen, die net in de sluis passen. Door hun breedte duwen zij vanzelf de stangen opzij. Voor hoge jachten is het lastiger. Om beschadiging te voorkomen moet de pikhaak gebruikt worden en vanaf een hoog dek is het moeilijk om bij de stang te komen terwijl kleine schepen zichzelf met de pikhaak makkelijk wegdrukken. Gelukkig is er altijd wel een sluiswachter in de buurt, die bij problemen snel ter plekke is. Het gedeelte na de sluizentrap is werkelijk van een adembenemende schoonheid, met prachtige vergezichten.

Handmatig

Bij de verschillende stadjes en dorpjes zijn goede aanlegplaatsen. Alleen bij Réthel zijn er voorzieningen zoals water, douche en elektriciteit. De laatste vijf sluizen worden nog met handkracht bediend, maar er wordt hard aan gewerkt om ook deze sluizen te automatiseren.

Tijdens de vaartocht duiken prachtige beelden op, zoals de Abdijkerk in Soissons.

Voor wie opziet tegen het vele werk van de sluizentrap, maar toch de schoonheid van dit kanaal wil ervaren, doet er goed aan het Canal des Ardennes vanaf de Maas bij Pont à Bar op te varen tot de sluis van Cassine. Dit is ongeveer drie uren varen. Het loont zeker de moeite om hier enige tijd te blijven om te genieten van het prachtige uitzicht. Of een wandeling te maken rond Cassine met haar oude ruïne, om daarna weer langs dezelfde weg terug te varen naar de Maas.

Gebruikte kaart: van Navicarte carte guide navigation fluviale: Oise-Aisne-Ardennes. Aantal vaaruren van de Oise naar de Maas: 33.

Foto's: Nelly Duijndam

Publicatiedatum = 31 december 1999

terug Frankrijk-intro