&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Bénédictine maakt
FÉCAMP
beroemd

door Maro Ziegler

FÉCAMP - De meeste inwoners van het Normandische kust-stadje Fécamp waren vissers op kabeljauw en haring. De kabeljauw haalden zij ver van huis, uit de wateren bij IJsland en Groenland. Maar sinds dertien jaar vissen ze daar achter het net van de Europese vangstquota. De vissersschepen zijn uit de haven van Fécamp verdwenen. Ze maken plaats voor (zeil)jachten en een enkele vrachtboot met hout.

De korte boulevard, als je deze zo mag noemen, aan het strand bezaaid met keien biedt geen plezierige, toeristische uitstraling. Het visserij-museum is interessant, noch verrassend. Fécamp is saai en pover.

Toch herbergt het stadje van een 23.000 inwoners twee opmerkelijke objecten: De prachtige kathedraal van de Heilige Drie-Eenheid, met een enorm lang middenschip van 123 meter uit 990, zo groot als de Nôtre Dame. Na in 1168 grotendeels te zijn afgebrand, werd de kerk in verschillende fasen herbouwd. Bijzonder is de klok uit 1667 die uren, minuten, maanden en seizoenen aangeeft, alsmede de getijden van de zee. Dank zij de 'lantaarn-toren', kenmerkend voor de streek, valt er veel daglicht binnen in het godshuis, waar de graven Richard I en II liggen begraven.

Een reklame-affiche van Lopes Silva, begin vorige eeuw.

 

En dan is er het architectonisch weelderige paleis Bénédictine. Daar wordt niet alleen de wereldbekende gelijknamige likeur gestookt; het biedt tevens onderdak aan een verbluffende vaste collectie oude en wisselende tentoonstellingen actuele kunst (Miro, Braque, Warhol, César, Buffet e.a.).

De plaatselijke bevolking spreekt ook wel van 'de abdij', maar die is al heel diep in de geschiedenis gestopt. Zo'n 500 jaar geleden brouwde de monnik Bernardo Vincelli een gezondheidsdrankje (goed voor de lever) uit 27 planten en kruiden. Dat bleven de Bénédictijnen nog zo'n 300 jaar doen. Later, rond 1863, ontdekte de gewiekste handelaar in wijnen en dranken Alexander Le Grand het recept in een bibliotheek en nam het elixer in commerciële productie. Vanaf het begin liep de verkoop van een leien dakje; het eerst jaar 28.000 flessen, tien jaar later 150.000 stuks. Tegenwoordig is de consumptie - miljoenen liters per jaar - licht gedaald; dat geldt trouwens ook voor cognac en calvados, ten gunste van whisky. Om in de pas te lopen met het huidige smaakpatroon wordt Bénédictine in drie gradaties geleverd; zoet, minder zoet en 'droog' door er cognac (Otard) aan toe te voegen en/of minder suiker te gebruiken.

Kunst

Al die drank, al die kruiden kunnen heerlijk smaken, maar de collectie oude middeleeuwse religieuze kunst wint het verreweg. Een Christus-figuur aan het kruis met zijn handen ten hemel geheven uit één stuk ivoor. Gespreide armen kunnen niet uit één tand, vandaar. Er is meer, magnifiek, met veel geduld en vakbekwaamheid gesneden ivoor zoals een fantastisch tryptiek met taferelen uit het leven van Jezus. Van hetzelfde laken een pak is polychroom houtsnijwerk uit de 15e eeuw, respectievelijk gemaakt in Zuid-Duitsland en Vlaanderen. Onze zuiderburen leverden ook Vlaamse primitieven naast vroege Italiaanse schilderkunst uit Florence en Venetië. Daarnaast kocht de vermogende Alexander ook handgeschreven en geïllustreerde middeleeuwse boeken, incunabelen.

Zuid-Duits houtsnijwerk eind 15e eeuw.

Wie een dergelijke kapitale collectie oude kunst van museaal niveau heeft bemachtigd, is natuurlijk angstig voor verlies. Dus achter slot en grendel. Kijk eens naar die andere verzameling die zo op het eerste oog niets met kunst heeft te maken: honderden handgesmede sloten en sleutels in allerlei vormen formaten uit de 15e tot en met de 19e eeuw. Over onderhuidse psychologische verbanden gesproken.

Normandië, het land van melk en honing, van cider (appelwijn) en calvados (een 'macho' afleiding daarvan). Melk voor de camembert, een populaire kaas die niet is beschermd en in meer streken en landen wordt gemaakt. De wel beschermde, verrukkelijke 'Camembert de Normandie' (in deze woord-combinatie) wordt geproduceerd van verse, niet gepasteuriseerde melk (lait cru) maar de Europese Commissie wil aan dit vertrouwde, oude proces (met verse melk) een einde maken tot horreur van kaas-smikkelend Frankrijk. Wat verder de Normandische camembert zo anders doet zijn is dat de koeien er op alleen daar voorkomend speciaal, zich meer malen per seizoen verjongend gras grazen.

Kwaliteit

Verder in het land, in het 'Pays d'Auge', ligt het Château du Breuil uit de 16e eeuw waar de familie van Philippe Bizouard al (of pas) 46 jaar calvados destilleert uit drie soorten streek-appels; bittere, zurige en zoete. Het fruit wordt tweemaal gedestilleerd; de laatste keer bereikt het percentage alcohol van wel 72, waarvan later een belangrijk deel 'verdampt'.

Château du Bruil

De kunst van de calvados-productie zit hem in het ouderdoms-proces en het afleveren van gelijke kwaliteit. Zoals bij druiven en wijn, biedt de natuur ook voor appels goede en minder goede jaren. Door goede met slechtere jaren te mengen, bereikt de keldermeester van de calvados een gelijkmatige, mooie kwaliteit. Een echte, mooie calvados begint evenwel eerst te smaken na 15 jaar en ouder.

Château du Bruil, uit de 16e eeuw althans de beide zij-vleugels, het midden-huis is van een eeuw later ligt in een riant park. De eigenaar woont er. Het 'calvados-bedrijf' is elders op het terrein gevestigd.

 

Château du Breuil temidden van een prachtig aangelegde park-tuin staat voor bezoekers open. Indrukwekkend is de sfeervolle ruime Orangerie. In enorme eikenhouten vaten rijpt er de calvados. De wit gekalkte muren zijn zwart uitgeslagen; een schimmel die ontstaat door de alcohol-verdamping.

In het dorpje zelf, Breuil sur Auge staat maître Lecomte boven de vuren van zijn een-ster restaurant Le Dauphin. Zijn culinaire kunst is iedere omweg waard. Na zo'n dis vraag je je af wat je nog in een twee- of drie-ster restaurant moet zoeken.

Publicatiedatum = 25 november 2000

terug Frankrijk-intro