&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Eurojet

Vaarwater van meer dan 250 jaar oud

Naar Parijs via het Canal de St. Quentin

Wie vroeger binnendoor van Nederland naar Parijs wilde varen, moest daarvoor in ieder geval via het Canal de St. Quentin. Sinds 1965 kan Parijs uit het Noorden ook varend worden benaderd via het westelijker gelegen Canal du Nord. Dat laatste wordt sinds die tijd vooral gebruikt door de grotere en snelle schepen van de beroepsvaart op de Franse hoofdstad, maar voor de openstelling was het Canal de St. Quentin een zeer druk bevaren waterweg.

Achter een sleepboot en een spit de tunnel in.

Het oudste deel van het Canal de St. Quentin werd gegraven rond 1738. Het verbond de Oise met de Somme en liep van Chauny tot St. Simon. Het heette toen nog het Canal de Crozat. In Chauny kunnen schepen nog altijd aanleggen aan de Quai de Crozat. De verlenging van dit kanaal tot de Schelde kwam tot stand onder Napoleon en werd op 28 april 1810 in gebruik genomen als het Canal de St. Quentin.

Het kanaal is te bereiken via de Schelde (Antwerpen, Gent), via het Zeekanaal naar Brussel en het Canal du Centre of via de Maas (Namen, Charleroi, Mons). In de laatste twee routes bevinden zich de Belgische scheepsliften.

Het Canal de St. Quentin loopt vanaf Hordain aan de Schelde tot Chauny, aan de Oise en is 105 kilometer lang. Er zijn 40 sluizen en het kanaal loopt door een grote en een kleine tunnel. De toegestane diepgang is 2,20 meter en de doorvaarthoogte van de bruggen is maximaal 3,50 meter. De sluizen hebben wat de lengte betreft allemaal de spitsenmaat: 38,50 m lang. Wel zijn ze een halve meter breder dan gebruikelijk, nl. 5,60 m.

Wilde planten

Het is een zeer aangenaam vaarwater, het kanaal slingert zich door een schilderachtig landschap met diverse kleine dorpjes en stadjes. De twee grotere steden Cambrai en St. Quentin zijn een bezoek zeker waard. Zowel wat betreft het winkelen als het bekijken van bezienswaardigheden. De dubbele sluizen, er liggen twee sluiskolken naast elkaar, die onafhankelijk van elkaar bediend kunnen worden, zorgen voor een snelle doorvaart. De tuinen op de sluizen worden goed onderhouden, zien er prachtig uit. En de wilde planten die uit de sluismuur groeien, zijn een lust voor het oog. De tunnel van een kleine zes kilometer lang, waar de schepen doorheen getrokken worden, maakt dit kanaal tot een belevenis.

Rondom de automaische bediening zijn prachtige en zeer goed verzorgde tuintjes aangelegd.

Vanaf Hordain tot Cambrai wordt het kanaal druk bevaren. Er staan veel silo's langs het kanaal en via de vele doorkijkjes zijn de glooiende graanvelden zichtbaar. Alleen sluis 1, 2 en 3 en sluis 5 zijn bemand en beide kolken worden bediend. De rest van de sluizen is automatisch; een oog signaleert het schip en zorgt ervoor dat de sluisdeuren open gaan. Na het binnenvaren, wordt door middel van een stang, die omhoog gedrukt moet worden, het schutten in gang gezet.

Cambrai heeft een goede jachthaven met water, elektriciteit en douches. Een minpuntje is dat het duur is. Voor water wordt al veertig franc gerekend, terwijl in bijna elke sluis water gratis verkrijgbaar is. Een eigen slang is dan wel vereist. Hier stond tegenover dat de laatste keer dat ik er was in St. Quentin een dokter bezocht moest worden. Hij was alleraardigst en wilde van betaling niets weten.

Van Cambrai tot Chauny is er weinig vrachtverkeer, af en toe een lege of geladen spits, een paar jachten en enkele varende woonschepen. Opvallend is de veelal Engelse nationaliteit van deze woonschepen. Er bestaat zelfs een Dutch Barge Association in Engeland: Hollandse schepen die door Engelsen in Frankrijk bevaren worden. De sluizen worden in dit stuk automatisch bediend, er wordt slechts één kolk gebruikt, maar wachttijden komen praktisch niet voor. Het verval van de sluizen is gemiddeld 2,50 meter.

Naar het zuiden toe gaat het eerst 22 sluizen omhoog. Het scheidingskanaal, op het hoogste gedeelte, loopt door een tunnel van bijna 6 kilometer lang en één van één kilometer lengte. Omdat deze tunnel niet geventileerd wordt, moeten alle schepen erdoorheen getrokken worden. Tweemaal per dag wordt er een konvooi gevormd. Om 12.00 uur en om 19.30 uur vertrekt er een konvooi naar het zuiden en om 6.30 uur en 15.00 uur worden de schepen noordwaarts gesleept. De sleepboot trekt zich door middel van een elektromotor aan een ketting, die over de grond loopt, door de tunnel. Elektriciteitsdraden leveren de nodige stroom. Mocht dit uitvallen dan zijn er reserve-accu's aan boord die de aandrijving kunnen overnemen.

Sleepkabel

De ketting van de sleepboot waaraan hij zich voortrekt is heel duidelijk te zien.

De spitsen hangen direct achter de sleepboot, dan komen de jachten, de grootste eerst en de kleinere achteraan. Met een lange sleepkabel van ongeveer dertig meter of twee gekruiste draden van plus minus tien meter blijft het schip goed achter de sleep hangen, meesturen is wel nodig. Brede en hoog opgebouwde schepen moeten voor extra bescherming zorgen; als de sleep gaat slingeren, bestaat de kans dat het schip tegen de rotswand schuurt. De tocht door de tunnel duurt twee uur. Er is goede verlichting en een aantal gaten in het dak laat zien hoe hoog de berg boven de tunnel is. Wel mag op eigen kracht door de kleine tunnel worden gevaren.

Tot St. Quentin gaat het 5 automatische sluizen naar beneden. In de vijfde sluis moeten de doorvaartrechten voor de tunnel betaald worden ( Ffr. 152). Na St. Quentin is het vaarwater vrij recht met hier en daar een knik, maar het landschap is glooiend, met dorpjes en op de achtergrond de bergen. Bij St. Simon begint het oude kanaal, het kronkelt en slingert en is prachtig bebost. Het laatste stuk van Tergniers tot Chauny is kaarsrecht, van de laatste vier sluizen worden beide kolken bediend.

Dubbele sluizen in het Canal de St. Quentin, waarvan één automatisch en een kolk bediend.

Er zijn voldoende aanlegmogelijkheden, voor of na een sluis. In Cambrai en in St. Quentin zijn jachthavens met elektriciteit, water en douches en op diverse mooie plaatsen zijn drijvende steigers neergelegd speciaal voor de jachten. Het is een kleine twintig uur varen van Hordain tot Chauny.

Kaart: Carte guide de navigation fluviale no 24 Picardië. Een zeer gedetailleerde kaart in boekvorm, die in het Frans, Engels en Duits informatie geeft over de vaarroute, aanlegplaatsen, winkels en toeristische bezienswaardigheden.

Publicatiedatum = 22 april 2000

terug Frankrijk-intro