Telegraaf-iDe krantLaatste nieuwsSportflitsenDFTDigiNieuws

zaterdag 14 april 2001  

 R E I S W E R E L D 

 

Temperatuurwisselingen in de Sinai onvoorstelbaar groot

Met een slaapzak de woestijn in

door Harry Blom

NUWEIBA - Een boven ons torenende zandsteenrots van zeker vijftig meter hoog onttrekt de helft van het firmament aan ons zicht, maar er blijven nog wel een miljoen of zo sterren zichtbaar in de kristalheldere woestijnlucht van de Sinai.

Kamperen in het gebied van El Gibi. De slaapzakken (rechts) zijn afgedekt met de tent
die vanwege de harde wind niet bleef staan.

Niet dat het ons veel interesseert op dit moment. Er staat een snijdende, harde westenwind, die je tot op het bot verkilt en kort daarvoor het goedkope koepeltentje gewoon heeft omvergeblazen. We hebben alle truien en jassen aangetrokken die er maar in onze bagage zaten. Hadden we maar handschoenen meegenomen, maar wie had daar nu aan kunnen denken?

De slaapzakken liggen gespreid op het magere matrasje uit de voorraden van het Israëlische leger, voormalig beheerder van dit gebied. Ze zijn afgedekt met het grondzeil en de binnenkant van de tent, stevig op de grond vergrendeld met blokken steen die bij het opzetten van de tent geen baat brachten.

Een slokje rum moet kunnen

Ondanks het duister, ondanks de wind hebben onze gids Isser en zijn twee ingehuurde bedoeïenen-helpers, Selmi (17) en Suleyman (13) een vuurtje aan de praat gekregen, dat afgeschermd wordt door de in een halve cirkel geplaatste kamelenzadels, aangevuld met wat kratten proviand. Even verderop aan de voet van een zandverstuiving aan de voet van de mega-rots, liggen de drie kamelen gelaten te wachten op de dingen die komen gaan. Van de kou lijken ze geen last te hebben. Ze klagen in elk geval niet.

Als de avond is gevallen, rest er niets anders dan zich te warmen aan het vuur, hoe bescheiden dat ook mag zijn. Suleyman (rechts) heeft zich in een deken gewikkeld.

Moeten wij klagen? We hebben dit lot zelf gezocht. Als het ons te veel zou worden, kunnen we zo weer op de kamelen stappen. De hoofdweg tussen de Rode-Zeekust en het beroemde klooster van Sint Katharina zal, anders dan de doodse stilte van de woestijn doet vermoeden, nooit meer dan een, twee kilometer verwijderd zijn. En dan is het met de Toyota Landcruiser, die ook tot onze 'expeditie' behoort, hooguit een uurtje rijden naar het hotel in Nuweiba, de koesterende zon, de oogverblindend-blauwe zee, het comfort dat je normaal op vakantie zoekt...

Isser roert in de twee pannen op het butagaskomfoor. Vanavond eten we soep en spaghetti. En brood natuurlijk. Selmi, zoon van de bedoeïenensjeik, heeft zijn meeltas van het zadel gepakt, haalt er een paar handenvol uit, doet er een beetje water uit de plastic jerrycan bij en kneedt het deeg op de dezelfde, veelkleurige tas, waarop hij wat meel heeft gestrooid. Zijn lange, bruine vingers blijven zo warm, maar zijn broertje Suleyman heeft zich alvast in een deken gewikkeld.

Ontbijten in de woestijn is heel aangenaam als er geen wind staat. Ieder wacht op vers brood, dat Selmi op de voorgrond bakt in de as van het vuur.

Het is een van de weinige extra's op de woestijntrip: driemaal daags versgebakken brood. Een tweede "overtolligheid" die zich in de barre omstandigheden onmisbaar heeft gemaakt, is de fles Jamaica rum van Schiphol's taxfree. Na onze verslaving voorzichtig te hebben aangekondigd bij de ervaren gids, zegt deze laconiek: "Allah ziet het waarschijnlijk niet in het duister". Het gaf geen aanstoot, niet bij de gids, niet bij de bedoeïenen.

Drie dagen, drie nachten brachten wij door in de open lucht, in een hoek van de Sinai ten zuidwesten van de badplaats Nuweiba. Het moet gezegd, niet elke nacht was zo koud en zo onaangenaam als deze.

Vergeleken met de grote temperatuurwisselingen (overdag kan het, zonder wind, zelfs in de wintermaanden oplopen tot ruim 30 graden) is het ontbreken van water om je te wassen een kleinigheid. Je voelt je gewoon niet vies in al dat reine zand, maar ik kan mij levendig voorstellen dat anderen daar anders over denken. De Bedoeïenen gebruiken per dag een half blikje water voor hun behoeften; een 'westerling' wordt aangeraden het gebruikte toiletpapier zorgvuldig in brand te steken.

Inzicht

Voor het ontbreken van comfort krijg je een hoop moois in ruil: een leven zoals de bedoeïenen al duizenden jaren leiden, een klein beetje meer inzicht in hoe het leven moet zijn geweest van het Volk Gods, dat onder leiding van Mozes veertig jaar in deze woestenij zou hebben gezworven.

Een bedoeïenengids begeleidt een reizigster door de eindeloos lijkende zandvlakte. Kamelen zijn uiterst stabiele vervoermiddelen, als het zadel niet in de weg zit...

De Sinaï beantwoordt niet helemaal aan het beeld van een 'woestijn'. Zand is er in overvloed, maar het zijn toch de bergen die het karakter bepalen en waaraan de Sinaï zijn naam ontleent. Tot ongeveer duizend meter hoog (in het zuiden, rond het Sint Katharinaklooster, iets meer dan 2600 meter) strekken ze zich uit over iets minder dan de helft van het oppervlak van de driehoek tussen de Nijl en Israël, welke ruim anderhalf keer zo groot is als Nederland.

Ze zijn er in allerlei kleuren en vormen. De typische 'tand' is van graniet of basalt, respectievelijk rood en zwart, en ze glimmen alsof ze net zijn besproeid met regen. Dat is een illusie: het heeft de laatste twee jaar niet geregend aan de oostkant, zegt ons Selmi. Hij kan het weten, hij is de zoon van de sjeik van de de grootste van de acht bedoeïenenstammen in het gebied.

Dan zijn er de minstens even talrijke bergen van zandsteen en kalk; de laatste spier, de eerste in allerlei tonen van lichtgeel, via knalrood tot donkerbruin. Hun erosie gaat geologisch gezien supersnel in enkele miljoenen jaren. Wil je weten hoe dat gaat, neem dan een witachtig stukje 'steen' in je handen: de kans is groot dat je het in enkele seconden vergruist als een beschuit.

Erosie

Geen sneeuw maar zand vormt deze 'gletscher' in de buurt van het El Haduda zandduin, de grootste van de oostelijke Sinaï.

De erosie zorgt voor beelden van een letterlijk angstaanjagende schoonheid. Zeker na een paar uur wandelen, als de fantasie flink op hol slaat, zien de bergen er nu eens uit als ruimteschepen, dan weer als paleizen van demonische stripfiguren. Met enige fantasie kom je sfinxen tegen, koningsbeelden, duivels, draken, dieren in overvloed - krokodillen, honden, walvissen, slangen, dolfijnen - maar ook verstrengelde naakte mensen, galerijen, zuilen, versteende, reusachtige paddestoelen. Soms - en dat is eigenlijk het meest ironisch - lijken de bergen uit de Alpen overgeplant, compleet met gletschers. Het is echter geen ijs, maar een zandstroom die erop is geblazen of door erosie is ontstaan. De grond waarop we lopen is niet minder divers: zand in allerlei kleuren en vormen, uitgeslepen rotsen, wadi's (droge rivierbeddingen), kloven. Van de laatste is het beroemdste voorbeeld de Coloured Canyon, ook hier in de buurt.

De kilometerslange kloof is, na Sint Katharina en het tropisch vissenparadijs van de Rode Zee, de bekendste attractie van de Sinaï. Toeristen, die hier van honderden kilometers ver heen komen, schrijven hun naam in de zachte rotsen. Vandalisme, ongetwijfeld, maar zonder deze neiging zouden we nu niet beschikken over ontroerend mooie afbeeldingen van karavanen en koranteksten van pelgrims en kruisen, van kruisvaarders, denken we. De woestijn, op het kruispunt van twee continenten, was altijd bewoond of bezocht.

REISWIJZER
De achtdaagse reis naar de Sinai (vier dagen woestijn, twee dagen reizen, twee dagen uitrusten aan de Rode-Zeekust) was georgani-seerd door Cool Adventure Travel. Adres: Rooseveltweg 396, 6707 GX Wageningen. Telefoon: 0317 - 424247, internet www.cooladventuretravel.nl. De vliegreis werd gemaakt met Transavia.

Index-Reiswereld

 

 
 
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden.