&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Per tandradbaan naar top van drakenrots

De Rijn bezien vanuit Königswinter

door Nico van der Zwet Sotenmaker

KÖNIGSWINTER - Het is bepaald geen zomerse vakantiedag in Königswinter. Weliswaar zijn de weersomstandigheden niet zo bar dat ze de naam van de plaats rechtvaardigen, maar er valt toch een treiterig soort motregen die het vooral op de binnenkant van de halskraag lijkt te hebben voorzien.

De danslokalen willen op deze zondagmorgen echter van geen mineurstemming weten en tetteren via de wat voorbarig geopende deuren een baal muziek naar buiten die je bij het passeren het hoofd doet afwenden, terwijl er toch juist aantrekkingskracht vanuit zou moeten gaan.

Er valt geen pauze, want juist in deze wervende branche weet men dat zwijgen zelfmoord betekent. Als je met je medemuzikanten op je schavotje werkeloos gaat zitten wachten op de eerste klant komt er helemaal geen hond. Die is dan al verder gesnuffeld en binnengetreden in een gelegenheid waar het koper altijd schalt.

Het uitzicht over de Rijn is indrukwekkend.

Vooralsnog is het echter te vroeg om met de voetjes van de vloer te gaan. De met bussen aangevoerde dagjesmensen hebben eerst nog een taak, een heilige opdracht te vervullen voor ze binnen komen spelen. Ze moeten omhoog naar de Drachenfels, de drakenrots die met de resten van een meer dan bejaarde burcht majestueus boven de Rijn uittorent.

Hier heeft zich een ondernemende landgenoot gevestigd.

Middelpunt van Königswinter vormt dan ook het pleintje waarop de tocht naar deze verheven bestemming dient aan te vangen. Het kan geen toeval zijn dat zich juist hier een Nederlandse neringdoende heeft gevestigd die onder de weinig originele naam 'Der Fliegende Holländer' poogt meerdere vliegen in een klap te slaan met een slagerij, een snelbuffet en een restaurant.

Hoewel je het er zonder de geringste twijfel kunt krijgen adverteert hij op het eerste gezicht niet te overduidelijk met de 'seniorenteller' die iedere andere horecagelegenheid in het stadje met veel aplomb in de aanbieding werpt. Want dat is de doelgroep hier, bejaarden die op de kleintjes moeten letten, geen grote honger meer te beteugelen hebben en geen zin of te weinig zicht hebben om ingewikkelde menukaarten te bestuderen.

Al onder de tien mark kun je je buikje vol eten.

Voor een mark of twaalf, dertien kun je gemakkelijk aan je trekken komen en een ondernemer heeft zich zelfs beijverd zijn gevel vol te plakken met aankondigingen dat hij zo menslievend is onder de tien mark te blijven. Alles is zo'n beetje DM 9.90, gelijk bij het grootwinkelbedrijf en na zeer scherp calculeren kan hij de 'Bratwurst-Schnecke' zelf een mark goedkoper ter tafel brengen. 'Mit pommes frites', ook dat nog.

Klimmen met een volle maag is echter niet verstandig en ook de gelegenheden tot volledige restauratie van de inwendige mens blijven voorlopig leeg.

De Drachenfelsbahn. Zo simpel kan het ook.

Niet dat iedereen er direct echt de sokken inzet om boven bij de Drachenfels te komen. Het bord bij de ingang van het pad dat een klimpartij van drie kwartier belooft met een stijgingspercentage van 22% doet velen aarzelen, ook al stelt weer een ander bord dat we op de weg omhoog kunnen rekenen op een zekere 'Onkel Hakki', die ons met zijn 'specialiteiten uit de Balkan' extra krachten zal toedienen.

En Onkel Hakki is waarlijk niet de enige die de moedigen in hun pogingen de top te bereiken consumptietechnisch de helpende hand biedt. Om de zoveel meter valt wel een hap of een slok te krijgen. Helemaal boven in een aanzienlijk rianter optrekje trouwens ook, al zijn we nog lang niet zo ver.

Deze locomotief mag verder rusten. Hij heeft zijn werk gedaan.

Hoewel beneden wordt geadverteerd met het feit dat je je ook op een ezeltje naar boven kan laten voeren zie ik niets dat ook maar op zo'n halsstarrige viervoeter lijkt. Of staken de grauwtjes vandaag, hoe zit dat? Niet dat ik op de rug van een dier zou willen plaatsnemen. Daar begin ik na al die olifanten, kamelen en andere tot lastdier omgebouwde beesten niet meer aan. Zulke schepsels kijken me altijd met zo'n indroevige blik aan alsof ze willen zeggen: 'wat moet jij nou weer met je incourante gestalte, was toch lekker thuis gebleven, stakker.'

Bovendien herinner ik me nu een voorval in de Amerikaanse Grand Canyon waar je ook van ezeltjes gebruik kunt maken. Daartoe moet je echter eerst worden gewogen opdat de ruggen van de diertjes niet te zwaar worden belast. Een forse man met zo'n lawaaierig Hawaii-overhemd aan kwam niet eens aan weging toe. De ezeldrijver schudde alleen maar zijn hoofd toen deze vakantieganger aan de beurt was. Dat is een afgang en ik ging dan ook maar een beetje fluitend naast de rij staan als iemand die er helemaal niet bijhoort. Laf, maar wijs.

Ruïne op de Drachenfels.

Als u meent dat ik door het afzien van dierlijke hulp bij het transport veel mis, vergist u zich. De toeristische industrie is gis genoeg om te zorgen dat ook probleemgevallen ter bestemder plekke komen. En wat is er in Königswinter gemakkelijker en simpeler dan een tandradbaantje dat je in een paar minuten naar de top voert. Vroeger kwam daar nog een echte stoomlocomotief aan te pas die nu echter beneden definitief in een plantsoentje is geparkeerd.

De Drachenfelsbahn ontbeert die romantiek en je moet er natuurlijk voor betalen. Dertien mark voor een retourtje, tien als je alleen naar boven wil en negen als je slechts van de terugrit gebruik wenst te maken. Halverwege is er een soort tussenstation en laat ik daar nu de ezeltjes treffen. Ze hoeven vandaag maar de helft van het parcours af te leggen. Misschien omdat het zondag is.

Ruïne op de Drachenfels. Met paard en wagen kun je er ook komen.

Boven krijg je wat je is beloofd, een inderdaad adembenemend uitzicht over de Rijn, die net hier een beetje eigenzinnige bocht maakt om onverdroten verder te stromen, altijd en altijd maar door.

Beneden zijn de danstenten inmiddels volgestroomd en ligt er slechts één vraag op ieders zingende lippen: 'Warum ist es am Rhein so schön?'

Ja, als je dat nou nog niet weet...

Publicatiedatum = 15 augustus 1998

terug Duitsland intro