Veel waterdorpen in het Duitse Spreewald

Giethoorn over de grens

door HARRY MULLER

LEHDE - Liefhebbers van de natuur komen nu ook in de voormalige DDR aan hun trekken . Zo ontdekten wij in het Spreewald even ten zuiden van Berlijn het Giethoorn van Duitsland met een aantal dorpen die alleen maar met een boot bereikbaar zijn. Deze delta van de rivier de Spree werd al in de IJstijd gevormd en in tegenstelling tot ons 'Venetië van het noorden' zijn daar alle waterwegen op een natuurlijke wijze ontstaan.

Boeren moeten de punter wel gebruiken, want gewone wegen zijn er nauwelijks.

Het dorpje Lehde lijkt heel veel op ons Giethoorn uit de tijd van de film Fanfare. De punters worden hier nog steeds met een lange stok vooruit geduwd. Slechts de mensen die beroepshalve van zo'n bootje gebruik moeten maken, krijgen een vergunning om daar een wat lawaaierige motor aan te hangen. Eigenlijk is Lehde nog wat mooier als ons waterdorp, omdat hier geen enkele waterweg door mensenhanden is gegraven. Dit Duitse dorp is meer een verzameling van eilandjes, waar soms een huis of een boerderij op staat.

De klederdracht is erg mooi.

Eeuwen geleden was het Spreewald een moerassig gebied met oerbossen, waar de mens nauwelijks kon komen. Maar eens kwamen hier de Sorben terecht, een Slavisch volkje. Zij begonnen delen van het bos te ontginnen en maakten daar stukjes weiland of akkerland van. De Sorbische taal die in de tijd van de DDR verboden was, bleef in dit gebied gelukkig toch behouden en op sommige scholen wordt er ook weer les in gegeven. Deze mensen vallen op door de klederdracht van de vrouwen met veel borduurwerk. Aan de kap op het hoofd kan men zien, uit welk dorp de draagster afkomstig is. Opmerkelijk is, dat deze kledij uit vroeger tijden aan de achterkant nog mooier is dan van voren. Tijdens het toeristenseizoen loodsen ook vrouwen in klederdracht de punters door het dorp.

Zo omstreeks Pasen begint de stroom dagjesmensen naar de waterdorpen in het Spreewald weer op gang te komen. Er zijn honderden van deze houten boten, die hier met de hand gemaakt worden. Elk gezin heeft er minstens drie: twee beroepshalve om bijvoorbeeld het hooi of de mest te vervoeren en een ieder heeft ook een punter voor de toeristen beschikbaar.

In deze houten vaten werden vroeger de augurken verwerkt. Nu maakt men van de grootste exemplaren een vakantiehuisje.

In de tijd van de DDR had de overheid nauwelijks oog voor de natuur. Vliegtuigjes sproeiden bijvoorbeeld tijdens de zomermaanden een chemisch middeltje over het Spreewald om de muggen te doden. Maar zo verdwenen ook de kikkers en de libellen en raakte de natuur zo helemaal uit haar evenwicht. Nu, nog geen tien jaar na de samensmelting van de twee Duitslanden, komt de oorspronkelijke flora en fauna in dit gebied weer langzaam terug. Voor natuurliefhebbers is het de moeite waard om het Spreewald te gaan verkennen. Zo zijn er enkele honderden broedparen van de ijsvogel, de visotter zwemt hier rond, naast de gewone ooievaar wordt ook de zwarte soort gesignaleerd, de visarend ziet men regelmatig en in het voorjaar en de zomer bloeien heel wat zeldzame planten in de weilanden. In de bossen leven herten en wilde zwijnen, maar ook dassen hebben er hun burchten gemaakt.

Water is er in overvloed, maar het is gelukkig ook erg schoon. Sommige families leven nog van de visvangst. Het aantal vergunningen voor beroepsvissers is echter beperkt en dit recht om te mogen vissen gaat over van vader op zoon. Vrijwel bij elk huis hangt een kist in het water, waarin levende vis als paling, snoek, baars of karper wordt bewaard. Vroeger zat op die kisten geen hangslot, maar door het toenemend aantal bezoekers is dat nu helaas noodzakelijk. In de restaurants staan veel soorten zoetwatervis op het menu. Een specialiteit is karper in een dikke witte saus. Ik krijg een jonge gebakken snoek op mijn bord, die net als een forel met kop en staart geserveerd wordt en er daarom met al die tanden wel een beetje gevaarlijk uitziet.

Zo wordt de vis bewaard.

Vrijwel bij elk gerecht wordt een augurkensalade geserveerd. Enkele eeuwen geleden brachten de Hollanders deze groente naar het Spreewald. De grond om augurken te kweken was daar prima en ook nu nog zijn er enkele bedrijfjes die zich met de verwerking van deze groente bezig houden. Verschillende families hebben zelfs geheime kruidenrecepten om de augurken nog lekkerder te laten smaken. Tegenwoordig gebruikt men plastic vaten om de azijn in de augurken te laten trekken, maar vroeger waren ze allemaal van hout. Ze waren soms zo groot, dat men er nu een vakantiehuisje van heeft gemaakt. Als souvenir verkoopt men 'Gurkenmilch' (augurkenmelk), een soort likeur.

Varen met een echte punter door het dorp Lehde met een vrouw in klederdracht aan het roer. Op de achtergrond de brandweerkazerne, waar men een speciaal blusbootje paraat heeft.

Jaarlijks trekt dit gebied dat al omstreeks het jaar 1920 een toeristische trekpleister was, ruim twee miljoen bezoekers. Ze verspreiden zich gemakkelijk over de verschillende dorpen in het Spreewald. Tijdens de zomermaanden wordt Lehde het meest bezocht en daar vind je zelfs een restaurant met driehonderd zitplaatsen. Wel wat erg groot voor dit prachtige gebied en te hopen is, dat niet nog meer horecabedrijven zich hier vestigen. Wel mooi zijn verschillende kleine musea. Daar zie je ook de 'Holländer-schaatsen' met enkele grote krullen. Ook een oude boerderij van de familie Mühlan is een museum.

Wie het Spreewald aan de autosnelweg van Berlijn naar Dresden bezoekt, voelt zich al snel een beetje thuis. Want net als in ons punterdorp Giethoorn zijn hier de bruggen erg hoog. Dan kan ook de schuit met hooi er onderdoor.

INLICHTINGEN: Duits Verkeersburo, telefoon 020-6978066 of foldertelefoon 0900-1091029 (60 ct per min.). Voor folders en inlichtingen rechtstreeks: Tourismusverband Spreewald, Lindenstrasse 1, D-03226 Raddusch, telefoon 0049-35433-77433 of email: tourismusspreewald.de

Publicatiedatum = 6 juni 1998

terug Duitsland intro