&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Eurojet

Ruhr-industrie toeristische attractie

Klauteren over hoogovens

door HARRY MULLER

DUISBURG - Nog niet zo heel lang geleden was het Ruhrgebied 'de kolenpot van Duitsland'. Vooral steden als Duisburg, Oberhausen en Essen waren smerig. Wie daar woonde, kon zelfs de was niet buiten te drogen hangen. Die werd zo weer vuil door de lucht vol kolengruis en andere akelige stoffen. Ook in Nederland had men regelmatig last van Duitse walm.

Die tijd is nu gelukkig voorbij, want de kolenmijnen en de meeste hoogovens zijn dicht. Nog steeds gaat er geen week voorbij of ergens in de streek wordt een fabrieksschoorsteen opgeblazen.

Toch wilden de Duitsers iets van hun industrie voor het nageslacht bewaren. En het resultaat mag er zijn: industrie als attractie. Onlangs werd zelfs een toeristische industrie-route door het weer schone Ruhrgebied geopend.

De gashouder in Oberhausen is nu in gebruik als tentoonstellingscentrum. Je kunt er ook bovenop klimmen en genieten van het uitzicht over de stad en het winkelcentrum CentrO.

In Oberhausen bleef bijvoorbeeld een gashouder met een hoogte van 117 meter overeind staan om te worden omgebouwd tot een tentoonstellingscentrum van formaat. Er is nu een expositie over de geschiedenis van het voetbal in Duitsland ingericht, maar je kunt ook met een lift of via de trappen (in totaal 553 treden) naar boven om op de rand van het ronde gevaarte te genieten van het uitzicht over de stad en de naaste omgeving.

In een oude fabriek achter het station van Oberhausen is nu het Rheinisches Industriemuseum ondergebracht. Hier maakte men vroeger zinken teilen, emmers en badkuipen. Al aan het eind van de 19e-eeuw klaagden de boeren rond de fabriek dat hun gewassen op het land niet meer wilden groeien en wie in de zinkfabriek werkte, werd toen gemiddeld nog geen vijftig jaar oud.

Winkelcentrum

En waar eens fabrieken stonden is nu het gigantische winkelcentrum CentrO verrezen, waar ook duizenden Nederlanders heen trekken, omdat het zo lekker dicht bij ons land ligt.

Indrukwekkend zijn de installaties bij de gesloten kolenmijn 'Zollverein' in Essen. Er worden rondleidingen georganiseerd.

Bij de vroegere kolenmijn 'Zollverein' in Essen is het bezoekerscentrum van de 'Route Industriecultuur' ingericht, waar informatie wordt gegeven over alle interessante punten onderweg. De mijn is nog compleet met alle reusachtige gebouwen eromheen. En ook de fabriek ernaast waar cokes voor de hoogovens werd gemaakt, is blijven staan. Nu worden er rondleidingen gegeven en kom je onder andere op de plek waar eens de kolen van de stenen uit de aarde gescheiden werden door middel van water.

In de fabriekshallen is een theater ondergebracht, maar er zijn ook ruimtes voor ontvangsten, feesten en concerten. Heel bijzonder is het gebouw waarin zich het ketelhuis bevond. Tussen de restanten ervan is een tentoonstelling ingericht met ontwerpen voor nieuwe producten als douchecellen, toiletten, sieraden, fietsen en auto's. Of alles wat men hier laat zien ook in productie komt, is nog lang niet zeker.

De villa Hügel van de familie Krupp is bijna een paleis. Je kunt heerlijk wandelen in het park er omheen.

In het heuvelachtige zuiden van deze stad is de 'Villa Hügel', het vroegere woonhuis van de familie Krupp, in de route opgenomen. De villa, eigenlijk meer een paleis, werd tussen 1868 en 1872 gebouwd in opdracht van Alfred Krupp. Het terrein rond het kolossale huis was helemaal kaal. De staalmagnaat, die toen al 62 jaar oud was, liet in zijn tuin tal van oude bomen planten die afkomstig waren uit verschillende Europese parken. Oorspronkelijk was het glooiende park 75 hectare groot, maar inmiddels is dat verkleind tot 38 hectare.

De villa, die bezichtigd kan worden, telt maar liefst 269 kamers. Voor de gasten van de familie Krupp waren kamers in een apart gedeelte. Alleen de Duitse keizer Wilhelm I mocht bij de familie logeren. De hal (tevens ontvangstruimte) is zo groot als een half voetbalveld. De huiskamer, die op de eerste verdieping was, wordt tegenwoordig als concertzaal gebruikt. Door een glazen dak komt daar het daglicht naar binnen.

Landschapspark

In het noorden van de stad Duisburg zijn bij een hoogoven bomen en struiken geplant en wandel- en fietspaden aangelegd. Op die manier ontstond een uniek landschapspark. Waar eerst borden met 'Verboden Toegang' stonden, mag eenieder zich nu vrij bewegen rond de enorme fabrieksinstallaties. Overal zijn trappen gemaakt, waardoor je ook over de hoogovens heen kunt klauteren.

In een vroegere opslagplaats voor kolen zijn klimwanden gemaakt; een oude gashouder is met water gevuld en daar kan de duiksport worden beoefend; cafeetjes en restaurants vind je in oude fabrieksgebouwen; ook is er een plek waar regelmatig concerten worden gegeven.

Toeristen kijken naar de overblijfselen van de Duitse zware industrie.

Een Amerikaan ontwierp een lichtinstallatie met wisselende kleuren, die 's tijdens de weekeinden 's avonds het terrein sfeervol belicht. Op andere dagen zijn er slechts enkele lichten, zoals neon-ringen, rond de schoorstenen in bedrijf. Die zijn er om de luchtvaart te waarschuwen. Dan is het landschapspark in het donker een ideale plek voor verliefde paartjes.

Prachtig is de watertoren in Mülheim, waarin het watermuseum Aquarius is ondergebracht. Met een lift word je naar het topje van de toren gebracht en via de trappen naar beneden kom je op verschillende verdiepingen terecht waar de geschiedenis van het water wordt verteld. Zelden zag ik zoveel informatie in zo'n kleine ruimte geperst. Vrijwel alle informatie komt via de computer.

Vooral voor de kinderen is dit een leuk uitje. Zij kunnen punten halen bij het oplossen van allerlei probleempjes en krijgen uiteindelijk ook een oorkonde uitgereikt. Heel aardig is de sprekende aardbol, die alles vertelt over schone en vervuilde rivieren. Ook worden 'waterfilmpjes' uit vroeger tijden vertoond.

De toren staat op het terrein van een waterleidingbedrijf, dat water uit de Ruhr pompt en dit via bekkens met zand zuivert. Volgens deskundigen is het water in de rivier nu schoner dan 150 jaar geleden. Zwemmen in de Ruhr is weer mogelijk, maar wordt tot nu toe nauwelijks gedaan.

Weer groen

Het Ruhrgebied begint langzamerhand weer groen te worden en er komt steeds meer ruimte voor de mensen uit de stad om zich daar in de vrije tijd te ontspannen. Overal worden fiets- en wandelpaden door het groen aangelegd en van de bergen afval rond de kolenmijnen worden wandelparken gemaakt. Dat is bijvoorbeeld gebeurd bij de kolenmijn Prosper in Bottrop, die inmiddels helemaal verdwenen is. Boven op de heuvel is het kunstwerk 'Tatraeder' gezet, waarbinnen een piramide van buizen aan stalen draden, trappen en plateaus is opgehangen. Als je erop klimt, wiebelt het geheel nogal.

Voor de mijnwerkers werd vroeger in Duitsland goed gezorgd. In Herne ligt de arbeiderswijk Teutoburgia, die onlangs helemaal gerenoveerd werd. Het wijkje met ruime huizen en tuinen ziet er prachtig uit. Hier en daar staat nog een oude kar uit de mijn als herinnering in een tuin. Er worden arrangementen aangeboden, waarbij het mogelijk is hier in een pension te overnachten.

 

INLICHTINGEN: Duits Verkeersbureau, Hoogoorddreef 76, 1101 BG Amsterdam, telefoon 020-6978066 of Ruhrgebiet Tourismus, Dortmund, telefoon 0049-2311816186.

Foto's: Joop Fenstra

Publicatiedatum = 13 mei 2000

terug Duitsland intro