China, de reus op lemen voeten,
balanceert tussen hoop en vrees

Reportage en foto's: Berry Zand Scholten

Een onooglijk geveltje. Hoog tegen de muur is een arbeider aan het werk. Jane Zheng, onze gids trekt ons aan de hand mee naar binnen, langs een loket, waar norse dames entree heffen. Een trap voert ver de diepte in. Het is koel, klam, macaber bijna. We staan in Pekings onderaardse stad, gebouwd in de jaren vijftig en zestig, uit angst voor Russische agressors. Een soort kolossale bunker, die hier wel zestigduizend mensen kan bevatten. Een gangenstelsel verbindt het ene bunkersysteem met het andere.

Boven in het Peking van 1998, Beijing dus, raast het hectische verkeer. Er ligt permanent een grauwsluier van vieze lucht over de stad. De 'progressie' slaat ook hier toe. Zozeer zelfs, dat heel veel Chinezen bijna hartstochtelijk terugverlangen naar de leider die miljoenen van hun landgenoten om het leven heeft gebracht: voorzitter Mao Tse Toeng, thans Mao Ze Dong geheten. Ze haten de vooruitgang zèlf misschien niet eens zozeer, maar wel de geldjacht, het egoïsme, de corruptie en de enorme vervaging van normen en waarden van nu. Dit is de andere kant van de betrekkelijke welvaart: auto's, smog, Kentucky Fried Chickens, Pizza Hutten en McDonalds, die uitpuilen van hongerige Chinezen met hun kroost. De straten verstikt door Volkswagens, Audi's en Toyota's. Wie als West-Europeaan in Beijing nog iets van het oude China wil ondergaan, moet heel snel zijn...

Mao Tse Toeng wordt alweer op handen gedragen

Wie China voor het eerst 'doet', staat keer op keer verbaasd. Een komma twee miljard Chinezen, dat is een hele optocht. Toch voel je je in China veel meer op je gemak dan bijvoorbeeld in het eveneens drukke Japan. Zeker buiten de grote steden. Mijn reisdoel is Beijing, keizerlijke residentie, hoofdstad en op een na grootste metropool van China. De gemeentegrenzen omsluiten zo'n zeventienduizend vierkante kilometer (ongeveer de oppervlakte van België) en Jane Zheng zegt dat het inwonertal van de stad thans zo'n 14 miljoen bedraagt. Ze kijkt er niet heel overtuigend bij, alsof ze wil zeggen dat de telling niet al te recent en nauwkeurig is.

Voorzitter Mao Ze Dong wordt ook in de onderaardse stad van Bejing geëerd.

"Kijk eens of er merkbaar veel veranderd is", vraagt onze reisredacteur. Voor mij is die vraag moeilijk te beantwoorden, want ik ben hier namelijk voor 't eerst. Gerard Zegers, Nederlands zakenman en fan van de in Peking gestarte rally Peking-Parijs en Henk van der Leest, eveneens fan van de IVA-Peking Eend in deze rally en adjuct-directeur aan de Driebergense autoschool, zijn hier vaker geweest. "Wat er veranderd is?" vraagt Gerard Zegers lachend, "ALLES!"

Op mij komt Peking over als een doorsnee, grote Amerikaanse stad: brede motorways, kolossale verkeerspleinen, gigantische lichtreclames, fastfood-eethuizen en een niet aflatende verkeersdrukte. Taxi's, fietsen, riksja's, bakfietsen, brommers, lichte motorfietsen, vrachtwagens, bestelwagens, particuliere auto's, alles krioelt door elkaar. Dag en nacht zit het verkeer vast in Peking. Overal files, opstoppingen, chaos. En dan te bedenken dat nog maar zo weinig Chinezen een auto hebben. Hoe moet dat straks? Volkswagen, de Duitse fabrikant, die in China immense fabrieken bouwde, is thans marktleider met een jaarproductie van 500.000 stuks, voornamelijk oudere VW-modellen.

Peking 1998: moderne metropool met een verstikkend verkeer

Als dit volk straks massaal mobiel wordt en fiets en trein ook inruilt voor zo'n prestige-object, wat dan? Op de pleinen en kruispunten staan nu nog politieagenten op zo'n ouderwetse verhoging. Met een intense rust begeleiden zij de stromen weggebruikers, die doorlopend hun leven lijken te willen wagen voor tien vierkante centimeter asfalt. Toch gebeuren er betrekkelijk weinig ongelukken. Met de eigen auto is het hier voor een Westerling geen doen, nog afgezien van het feit dat je geen verkeersbord kunt lezen. De metro is een optie, maar de treinen zijn druk tot zeer druk. Een taxi is prima, maar kijk dan uit of er een goed werkende taximeter in zit. En laat u niet tillen. Mijn rit van het vliegveld naar het Captital Hotel kostte vijfhonderd Yuan (honderdvijfentwintig gulden). De rit terug van hotel naar vliegveld niet meer dan veertig piek. Als je de trucs door hebt, krijgen Chinezen veel ontzag voor je....

De verboden stad is één van de plekken waar je niet omheen kunt als je Peking bezoekt.

Obligate bezoekplekken zijn natuurlijk de Chinese Muur, de Verboden Stad, het Plein van de Hemelse Vrede (Tian'anmen Plein), de Tempel van de Hemel (Tiantan), het Zomerpaleis (Yiheyuan), het Beihai Park, het allermooiste park van Peking en wat mij betreft zeker de ondergrondse stad (Didao). Wie dat allemaal doet heeft gegarandeerd een hele week lang in Peking z'n handen vol. De 6400 kilometer lange Chinese Muur bezocht ik bij Badaling, op een kleine zeventig kilometer (twee uur rijden per bus of taxi) ten noordwesten van Beijing. Daar is de muur in 1957 prachtig gerestaureerd. Dit stuk uit de beroemde Ming-dynastie is ongeveer zeven meter hoog en om en nabij de zes meter breed. Op de strategische punten zijn de wachttorens te zien. Ruim zesduizend kilometer verdedigingswerk, over berg en door dal. Het is onvoorstelbaar. Hoe immens dit bouwwerk is bevestigden de eerste ruimtevaarders, die op de maan landden. Het enige menselijke bouwwerk dat vandaar uit zichtbaar was? De Chinese muur! Nog mooier is de muur te noordoosten van Peking, bij Mutianju en Jinshanling, op honderddertig kilometer ten noordoosten van de hoofdstad.

Het Plein van de Hemelse Vrede is met de taxi tien minuten van ons hotel. Het plein is veertig hectaren groot en kan meer dan een miljoen mensen bevatten. Aan de Poort van de Hemelse Vrede is de ingang naar de Verboden Stad. Daar hangt het immense portret van Mao Ze Dong en aan de linkerzijde daarvan staat de spreuk: 'Lang leve de Volksrepubliek China' en rechts 'Lang leve de eenheid van de volkeren van de wereld'. Aan de overzijde staat het mausoleum van voorzitter Mao. Dat is begin april gesloten. De Chinese regeringsleiders is het een doorn in het oog dat het volk Mao Ze Dong weer op handen begint te dragen. Het lijkt hem de moord op miljoenen te vergeven, evenals zijn talloze catastrofale fouten en wreedheden, de chaos en de honger. Sterker nog: Mao Ze Dong wordt thans door velen als een heilige vereerd. Als de grondlegger van het moderne China. De grote verlosser! Zijn opvolger, Deng Xiaoping, een hervormer, kreeg die populariteit nooit. Zeker niet na 4 juni 1989, toen op dit Tian'anmen Plein de tanks over de mensenmassa reden, de protesterende studenten door soldaten werden beschoten, door tanks werden geplet en er honderden doden vielen. Mao mag echter niet te populair worden. Officieel heet het nu dat zijn mausoleum, door de miljoenen 'bedevaartgangers' te lijden heeft gehad en gerestaureerd moet worden. Daarom zou het gesloten zijn. Er zijn echter veel Chinezen die een heel andere oorzaak voor de sluiting noemen....

Soldaten zie je overal.

De Verboden Stad, de prachtige keizerlijke paleizen, is dè toeristische attractie van Beijing. Dat heeft tot consequentie dat de paleizen niet meer betreden kunnen worden (zoals tien jaar geleden nog), dat overal hekjes omheen staan, maar desondanks is het adembenemend om als nietig wezentje je voetstappen te zetten op de plekken waar aan het begin van deze eeuw , tot 1912, 'The Last Emperor' de kind-keizer Pu Yi, nog resideerde. Ik neem hier een 'guided tour', een cassetterecorder met daarop de stem van filmacteur Roger Moore, die me haarfijn uitlegt dat de kolossale fluitketels die overal staan opgesteld, 'incent burners' (wierookbranders) zijn. Toch interessant, zo'n historisch uitstapje aan de hand van James Bond......

De Tempel van de Hemel (Tiantan) is ook iets prachtigs. De tempels van de hemel, zon, maan en aarde zijn het firmament, de vier elementen, met de keizer in zijn paleis als centrum. De Tempel van de Hemel, net als enkele andere grote historische bouwwerken, als de piramide van Cheops in Egypte, gebouwd volgens de wetten van geometrie en mechanica, is een absoluut architectonisch meesterstuk. Hier sta je als kleine sterveling vol oprecht ontzag of zoveel vernuft, wetenschap en bouwkunde. Vroeger werd hier intens gebeden voor goede oogsten, iets waar China trouwens nog moeilijk buiten kan. De muur rond het hemelgewelf (Huangquionyu) heeft opmerkelijke akoestische eigenschappen. Twee mensen, die op tegenovergestelde plekken staan, kunnen zonder stemverheffing met elkaar praten. Er zijn ook drie 'echostenen' hier. Wie schreeuwt, of in z'n handen klapt, hoort bij de eerste steen de echo één keer, bij de tweede twee maal, enzovoort.

Ik bivakeer noodgedwongen ook vaak in het Beijing Hotel, een immens, prachtig, 19e eeuws complex, ooit door Fransen neergezet, dat thans wordt verbouwd. Het hoofdkwartier van de Peking-Parijs-Rally zetelt er namelijk, vandaar. Henk van der Leest en Gerard Zegers willen de ondergrondse stad in. Ik ook, want met Youp van 't Hek en Frits Hotz wordt ik geïntrigeerd door oude bunkers, militaire bouwwerken, geheimzinnige gangen. Jane Zheng, onze gids, werkt bij China Swan International Tours. Haar kantoor is in de westelijke vleugel van het Beijing Hotel. Ze is er sales- en marketing manager, maar ze leidt ook rond en doet dat voortreffelijk. Met haar springen we in een taxi en we koersen richting Qianmen-buurt, naar het onooglijke geveltje, dat een van de vele (negentig!) ingangen van dit stuk 'onderaardse stad' verbergt. Honderden, duizenden meters gang, op acht en vijftien meter diepte. Een gangenstelsel gebouwd met de tunneltechnieken, waarmee het Volksbevrijdingsleger voor 1949 de vijand zo vaak verraste. In Noord-China werden zo nog veel grotere verdedigingssystemen aangelegd. Nu voeren de onderaardse gangen naar hele restaurants, warenhuizen, winkels, fabrieken zelfs, kunstgalerijen en antiekzaakjes. "We mogen maar in een klein stukje onderaardse stad", verklaart Jane Zheng, "de rest is verboden. Militair geheim." "Wij zullen het nooit verklappen", vertrouw ik haar toe, "trouwens, ik denk ook niet dat wij jullie ooit zullen aanvallen." "Is dat zo?" vraagt Jane, "en waarom dan niet?" "Dat durven we niet. Er zijn namelijk veel te veel Chinezen!" verklaar ik. Jane Zheng lacht uitbundig. Chinezen hebben gelukkig veel humor.

Chinezen hebben gelukkig veel humor

Dat blijkt ook als we buiten worden belaagd door zo'n horde fietstaxibestuurders. Die staan er uitsluitend nog voor de toeristen, die wel tuk zijn op dit soort feodaal transport. "Ik op de fiets en jij in 't bakje", gebaar ik. De Chinees is even stomverbaasd. Dan stapt hij ten langen leste toch in en wij fietsen langs Mao's mausoleum. Het ganse Tian'anmen Plein kijkt ademloos toe, ook de politieagenten en de soldaten., als wij met bulderend-lachende Chinezen in het wagentje langs komen. Dit is de wereld immers op z'n kop? Dan beginnen, al weer gelukkig, alle omstanders ook te lachen.....

Peking is niet goedkoop. De genoemde hotels zijn uitgesproken duur. Onze gids Jane Zheng schat de jaarlijkse inflatie op twintig procent. Ik ben geen econoom, maar ik ben er wel snel achter dat het in de Vriendschapswinkel, zo'n oud communistisch kameradenbolwerk, nog heel goed winkelen is. In China leuke souvenirs te koop. Rijstwerkershoeden zijn prachtig en niet duur. Afdingen is een must, anders wordt u beslist niet voor vol aangezien. Aardige, betaalbare hebbedingetjes zijn de fraai-rinkelende fietsbellen. Vliegers, schitterende, zelfs demontabele figuren van bamboe en zijde, zijn ook aan te raden. En voorts maatpakken, zijden shirts of blouses en dikwijls ook wel wat antiek of bric-à-brac. Let goed op het overheidszegel, dat zegt dat een stuk het land uit mag.

Bijzonder eten is er duur. Als u tijd hebt in Peking, vergeet dan niet een bezoek te brengen aan het keizerlijke Beihai Park. Ook 's avonds is het adembenemend, als de jonge paartjes er romantische intimiteit zoeken. Hier staat ook het grootste paviljoen (1300 m en een hoogte van 27 meter) van China. In de Zaal van de Rimpelende Golven huist het wereldberoemde Fangshan Restaurant, waar u klassiek-Chinees kunt dineren, soms zelfs met in diervormen gecreëerde gerechten, zoals ooit de keizers die kregen opgediend. Culinaire kunst van uitzonderlijk niveau.

Als u dit programma in een weekje Peking doet, dan bent u als toerist niet alleen wijzer en vermoeider, maar ook zeer voldaan. En als u niet met een groepsreis mee wilt, maar op eigen houtje iets wilt regelen: Jane Zheng in het Beijing Hotel (Tel. 8610-65137766; fax 8610-65138487) is een betrouwbare en betaalbare steun en toeverlaat.....

Publicatiedatum = 25 april 1998