zaterdag 6 januari 2001

Australië

De krokodil eet stoofpot

door Marie-Thérèse Roosendaal

"Croc, Croccie!" De man lokt, zijn stem verleidelijk. Fluit, als een bouwvakker naar een mooi meisje. "Kom dan, ouwe jongen!" Het is een donkere avond aan de oever van de Johnstone River, Northern Territory, Australië.

Kort daarvoor, in de schemering, klonk nog het schrille gehuil van een klont vleermuizen in een boom, zoals een jachthoorn het sein tot jagen geeft. Nu tsjirpen alleen de krekels, in een miljoenenkoor. Na een diner bij kampvuur wacht het gezelschap wat lacherig op een krokodil.

Als bij afspraak doemen in het licht van de schijnwerpers twee rode speldeknopjes op die langzaam maar gestaag aan komen drijven. Twee bolle oogjes. Daar is-ie. Croc. Een metertje of twee.

De krokodil nadert de strandlijn, loopt vast en blijft daar liggen. Vijftig zou hij zijn, maar hij heeft nog een verdacht goed gebit in zijn smalle, lange bek. Verblind en gevangen ligt hij stil in het licht van de zaklantaarn. Als dat even van hem afdwaalt, maakt hij een onverhoeds snelle beweging voorwaarts. Het clubje Europeanen deinst schichtig achteruit voor de Australische waterbewoner. Maar braaf, met schuin gehouden bek, eet Croc de restjes van de stoofpot van vlees, aardappelen en wortelen die de man met een soeplepel in het water laat plonzen. Een gemakkelijke prooi.

"Foto-gelegenheid", grijnst de kok/gids. Flitsers zetten de kalme rivier in een onwerkelijk blauw bliksem-licht. Mooie kiek voor thuis, maar de fotografen voelen zich een beetje te kijk gezet. "Is het wel een echte?"

Daarover rijst geen seconde twijfel bij de schildpad die als een furie ongenood met een rotvaart het water uit komt zetten, regelrecht op ze af. Aanvallen! Het bekje onder zijn varkensneusje is venijnig wijd opengesperd. Twintig keer kleiner dan 'Croccie', duizend keer enger. De gids grijpt hem bij zijn schild. De poten spartelen in het luchtledige, woest op zoek naar houvast, zijn nek is ver vooruit gestrekt, het beestje blaast als een kat.

Het is net als in de film, Crocodile Dundee. En het elke-avond-kunstje met de tamme Croc wordt al minder erg als even later op de donkere rivier in de zoeklichten meer rode puntjes te ontwaren zijn, de oogjes van exemplaren waar niemand zich Tarzan bij voelt. Misschien de Aboriginals die aan het begin van de vochtig warme avond nog geheel gekleed aan het zwemmen waren in ditzelfde water.

Ach, krokodillen hebben hier weinig van de mens te vrezen. Handtasjes worden er nauwelijks meer van ze gemaakt en op de menukaart staat maar zelden een loempiaatje van het witte vlees. Goed beschouwd is het andersom, hebben wíj te duchten. Hoewel de afgelopen jaren maar drie gevallen in Australië bekend zijn van roekeloze mensen die hun ontmoeting met een krokodil met de dood moesten bekopen.

Northern Territory ligt het midden-noorden van Australië, vijf uur vliegen van Sydney. Een magisch mooi land van Oz dat ruim bedeeld is door de natuur.