" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALT=""> Dit verhaal is ingezonden door Anja en Rob Hofman. (hofman@pi.net)


Oud en Nieuw in Vietnam

Oud en nieuw in Vietnam Aan het eind van de vakantie in Vietnam maken we een tweedaagse trip naar de Mekong- delta. Hoewel we altijd op eigen houtje rondreizen, gaan we nu met een bus van de Sinh cafe-organisatie mee. Het is erg gemakkelijk om in Vietnam rond te reizen: als je wilt kun je een georganiseerde reis heel goedkoop ter plekke regelen. De tweede dag van deze trip is het Oudjaarsdag, heel vreemd bij 35 graden Celsius. Harald, een van onze reisgenoten, ziek. Hij heeft hoge koorts en kan beslist niet de hele dag in bus en boot zitten. Een van de mensen van Sinh cafe stelt voor dat Harald in het hotel blijft en dat hij 's middags, wanneer wij weer in de buurt van Can Tho zijn, opgehaald zal worden voor de terugreis naar Saigon. We gaan naar een Floating Market, die we eerst vanaf een brug zien en vervolgens vanuit een boot.

Een kleurrijk schouwspel: de sampans zijn volgeladen met allerlei soorten fruit en groente en worden met lange stokken voortgeboomd. Het is een grote chaos van kleine wankele bootjes die op het water krioelen, maar er gaat niets mis. Deze mensen leven op het water en iedereen kan met een boot omgaan. Zelfs de kinderen gaan met een boot naar school, want in het Mekong gebied zijn nauwelijks wegen. Het meeste vervoer gaat over het water. Op de markt zien we gevilde slangen en flessen met slangenwijn, dat hier goed wordt verkocht. Goed tegen rugpijn en potentieverhogend, zegt men. Voor de boottocht zijn drie boten gehuurd, klein en wankel. We kunnen met z'n tweeen naast elkaar zitten en vijf achter elkaar. De randen van het bootje steken maar net boven water uit als iedereen is ingestapt en bij elke beweging die je maakt schommelt het bootje vervaarlijk.

Er is gelukkig een afdak tegen de zon: het is warm en de zon schijnt fel op het water. Rob en ik blijken niet in de beste boot te zitten. Het echtpaar dat de boot bestuurt is blijkbaar voor het eerst ingehuurd voor de tour en heeft geen idee waar we naar toe moeten. Wanneer we dan ook in de chaos van de Floating Market de andere boten uit het zicht verliezen, blijven we doelloos ronddobberen. Gelukkig komen de andere twee boten na enige tijd terug en kunnen we onze tocht vervolgen. In een kleine kreek houdt de motor van onze boot er mee op. Na een hoop gedoe en geklungel stapt de eigenaar van de boot ten einde raad maar in het water en duwt ons verder. Het water komt tot aan z'n middel. Enigszins genant om zo in een boot te varen. Bij een huis waar een plastic fles op de steiger staat, stoppen we: de benzine of diesel was op.

Later blijkt er toch ook iets mis te zijn met de motor, want hij slaat voortdurend af. De stuurvrouw, die voorop de boot zit, wordt steeds kwader en op den duur zitten we tussen twee schreeuwende en scheldende mensen in. Lekker rustig boottochtje. We stoppen bij een huis waar we fruit en thee krijgen. De Franse vrouw is enthousiast over de gastvrijheid van de Vietnamezen. "Je wordt zomaar thuis uitgenodigd met zoveel mensen." Het hoort uiteraard bij de tour en de familie wordt er voor betaalt, logisch. Het trieste is dat mensen zoals Francaise dat gewoon niet in de gaten hebben. De heer des huizes heeft een python als huisdier en er zijn verschillende mensen van onze groep die met de python om de schouders op de foto gaan. Hoewel het een goed georganiseerd reisje is, begint het ons steeds meer tegen te staan. Leuk voor de mensen die de voorkeur geven aan niet teveel regelen, maar wij reizen liever zelf rond. Op de terugweg naar Saigon stoppen we bij een restaurant voor de lunch. Een van de gidsen leent een brommer om Harald op te gaan halen, die zich gelukkig iets beter voelt. De lunch is niet zo'n succes.

Er komen drie bussen tegelijk aan in het restaurant en er gaat van alles mis met de bestellingen. De normaal zo geoliede organisatie loopt hier in het honderd, want het is veel te druk. De Nederlandse die bij ons aan tafel zit, krijgt haar eten helemaal niet. Vlak voor vertrek staat ze op om naar de wc te gaan en zegt dat ze de lunch nu niet meer hoeft. Ze is nauwelijks verdwenen of de serveerster brengt het bestelde eten en vraagt verbaasd: "Waar is de mevrouw die dit besteld heeft?" Harald antwoordt droog:"She just died." Na het eten lopen we naar een viskwekerij, die ook nog op het programma stond. Grote ronde bakken waarin duizenden piepkleine visjes zwemmen. Harald stoot een stop van een buis af en uit de buis spuit water. Langzaam zien we het waternivo in de bakken dalen... Met veel moeite stopt Harald de buis weer dicht. Hij is drijfnat en iedereen die in de buurt stond ook. Opgelucht richt hij zich op, zegt "Dat is gelukkig weer geregeld", doet een grote stap midden in de net onstane plas modder, waardoor hij verschillende mensen onder spat. We liggen dubbel. "Gezellig dat je er weer bent," merkt Rob op.

We stoppen onderweg nog een keer bij een restaurant, waar we de smerigste wc's zien van de hele reis. Ook hier hebben ze een python als huisdier, maar deze is van een ander formaat: 4 meter lang en 60 kilo zwaar kruipt over de vloer. Rob staat allang bij de bus. Een beetje nerveus raak ik de python aan. De slang voelt droog en glad, de spiermassa onder de huid is gigantisch. Ik vind het nogal een overwinning van mezelf, maar het blijkt bij lange na niet zo eng te zijn als ik dacht. Een klein Vietnamees meisje van een jaar of twee hurkt naast me en slaat enthousiast met beide handjes op de python. Haar moeder, de eigenaresse van het restaurant, staat glimlachend van een afstandje toe te zien.

's Avonds arriveren we, zoals gepland, om acht uur in Saigon. Onze gereserveerde hotelkamer blijkt echter bezet te zijn. We laten de bon zien, maar het meisje achter de balie weet van niets. Ze bladert wat in het boek waarin de kamers en de gasten staan geschreven, maar kan niets vinden. We worden boos. We hebben afgesproken met Katrin en Harald en een aantal andere mensen van het Mekong-reisje om samen te eten en Oud en Nieuw te vieren. "Ik weet nergens van," zegt de receptioniste. "Het staat in dat boek," zeg ik, "en hier is het bewijs dat we de kamer al betaald hebben." Uiteindelijk pak ik het boek en wijs aan waar onze reservering staat. Ja, dan ziet ze het opeens ook. "Maar u bent zo laat dat we de kamer maar verhuurd hebben. We dachten dat u niet meer kwam." Ik ontplof: "Hier staat de tijd nota bene in, we hebben gezegd dat we om ongeveer half negen 's avonds zouden komen. Het is nu kwart over acht en de kamer is weg?!" "Niets aan te doen. Ik kan moeilijk de gast weg sturen." Ik ben woest en eis dat ze een andere hotelkamer voor ons regelen, want Saigon zit stampvol toeristen op deze avond.

Ze biedt aan om ons het geld terug te geven, maar dat accepteer ik niet: ik wil een kamer en snel ook. Na veel gedoe en eindeloze discussies wordt er een kamer voor ons gezocht in een heel oud hotel. Op de vijfde verdieping, de lift is buiten gebruik en de lampen bij de trappen zijn kapot. Op de hotelkamer hangen de elektriciteitsdraden los uit de muur. Maar we zijn wel wat gewend en huren de kamer. Wel zullen we de hele nacht een lampje laten branden om te voorkomen dat een van ons slaperig in de draden grijpt. Ons Oudejaar, 31 december, wordt in Vietnam niet gevierd. Men viert in februari 'Tet', het Vietnamees Oud en Nieuw. Wanneer wij eindelijk het cafe binnen stappen, zitten de anderen allang te wachten. Ze hebben de tijd besteed aan ettelijke flessen bier. Tegen twaalf uur haalt een van de mensen glunderend een fles champagne tevoorschijn. Gevonden in een winkeltje bij de haven!

Enthousiast vragen we om wijnglazen, die stoffig achter uit een kastje worden gehaald. Alles kan hier, zelfs je eigen drank opdrinken in een cafe. We vertellen elkaar, in Engels, Duits en Frans, hoe de familie nu Oudjaar viert, maar bedenken dan dat ze thuis nog oliebollen aan het bakken zijn, want het is zeven uur vroeger in Europa. Na de champagne gaan we verder met de literflessen bier. De Vietnamezen zien ons feest, het cafe zit stampvol Europeanen, Australiers en Amerikanen, verwonderd aan. Voor hen is deze dag niets bijzonders, maar na een jaar of vijf toerisme weten ze inmiddels dat dit de hele nacht door zal gaan en het een top-avond zal worden.

Twaalf uur. Achter me knallen opeens een paar rotjes onder een tafel. De Fransman, die ze gooide, grijnst om de schrik om hem heen. Meegenomen uit Thailand! Een woedende politieagent stormt binnen en trekt de Fransman aan z'n bovenarm het cafe uit. Z'n vriendin raakt in paniek. "Vuurwerk is verboden in Vietnam", vertelt een ober, "zelfs met Tet." We zitten een angstig uurtje uit, terwijl een aantal mensen met een taxi naar het politieburo is. Met de Vietnamese politie valt niet te spotten weten we allemaal uit de reisgidsen en verhalen van medereizigers.

Om een uur of drie zijn ze terug in het cafe, met de gearresteerde. Hij ziet nog wat bleek om z'n neus, maar kan alweer lachen. Een boete, paspoort overschrijven en het was geregeld. Gelukkig maar. Opgelucht bestellen we op z'n Vietnamees nieuw bier. Wijzend op de tafel vol lege flessen zegt iemand 'same, same' om aan te geven dat we allemaal nog een biertje lusten. Tot onze verbazing worden ons zeventien geopende flessen bier geserveerd. Natellend zien we dat er zeventien lege flessen op tafel staan. 'Same, same'.

In geen geval vuurwerk afsteken in Vietnam.