" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALT=""> Dit verhaal is ingezonden door Anja en Rob Hofman. (hofman@pi.net)


Island-hopping in de Filipijnen

Island-hopping in de Filippijnen. Op het eiland Negros bezochten we het 'health resort' Mambucal. Dit was ons aangeraden door verschillende mensen: Mambucal zou fantastisch zijn, schitterende natuur en een geweldige omgeving om te ontspannen in alle natuurlijke zwavel- en heetwaterbaden. Het was niet fantastisch. De natuurlijke omgeving is ooit mooi geweest: de bergen, de naaldbomen, de frisse lucht en de watervallen. Maar nu is het een half-afgebouwde toeristische trekpleister. Voor waterval-freaks is het echter nog steeds de moeite waard om erheen te reizen. Aan de watervallen heeft men weinig weten te bederven en die zijn heel mooi om te zien!

Met de jeepney, een soort verlengde jeep die dient als het Filippijnse openbaar vervoer voor korte afstanden, reden we van Bacolod naar Mambucal. Zoals gewoonlijk puilden we eraan alle kanten uit met veel te veel mensen. Toen de banken in de wagen vol waren, werden er krukjes naar binnen geschoven, zodat er mensen in het middenpad konden plaatsnemen. Er hingen mensen in trossen aan de achterkant en aan de zijkant en het dak zat ook overvol. Tot onze verbazing moesten wij, uiteraard als enigen, entree betalen toen we eenmaal de ingang van het dorp Mambucal hadden bereikt. Het dorp was afgesloten met een slagboom en een bewaker eiste entreegeld of belasting of wat het dan ook was. Sinds de folders van het health resort gedrukt waren, waren de prijzen de lucht ingevlogen. Het was druk genoeg, vertelde het meisje achter de balie, dus konden ze de prijzen op blijven voeren zolang men bereid was om te betalen. Ondertussen waren wij de enige gasten in het complex en alvast van plan morgen weer te vertrekken.

Buitenlandse toeristen zagen ze hier nauwelijks meer, het waren vooral rijke Filippijnse zakenmensen uit Bacolod die hier kwamen relaxen. Naast de hoge huurprijzen voor de huisjes (een bed vol vlooien, zoals we 's nachts merkten), moest er entree betaald worden voor alle attracties in het health resort, behalve voor de waterval. Maar om de waterval te zien moesten er dan ook halsbrekende toeren worden verricht tijdens een klimpartij over een afgebrokkelde, langs afgronden voerende trap. Nu we er toch waren wilden we een duik nemen in het zwavelbad, maar dat was niet te gebruiken en misschien was dat ook nooit de bedoeling geweest. Een gloeiend heet poeltje vol blad en drab en dode insekten was niet echt aantrekkelijk om in te baden. Het heet-koud bad stond als tweede op ons verlanglijstje.

Het bleek te bestaan uit een warm bad en een koude douche. We betaalden de entree, kleedden ons om en stonden op het punt te water te gaan, toen de man die ons de kaartjes had verkocht nonchalant aan kwam lopen. 'Als u wilt baden moet ik u teleurstellen', zei hij opgewekt. 'Ik denk dat het water te heet is. Er is namelijk iets mis met het koud water-systeem.' Toch even voelen, maar schielings trok ik m'n verbrande teen weer terug. Kokend heet water. We trokken korte broek en t-shirt weer aan en kregen het geld voor de kaartjes terug. Om toch iets te doen betaalden we entree voor het gewone zwembad. Voor een kaartje voor twee uur betaalden we dezelfde entreeprijs als voor een golfslagbad in Nederland, maar we brachten er een plezierig half uurtje door.

Toen begon het te regenen en werd het te koud om te zwemmen. We haalden bier en chips en brachten de rest van de dag door op de veranda met scrabble. Het was overigens wel het allergoedkoopste bier, dat we in de Filippijnen kochten: 60 cent voor een halve liter fles. Volgens de reisgids moesten we rekenen op twee of zelfs drie dagen reizen naar Boracay. We hadden beperkt de tijd en besloten de volgende ochtend met de jeepney van 6 uur te vertrekken om een poging te doen Boracay in een dag te bereiken. Om half zes was het pikzwart buiten. Met een miezerig straaltje licht uit een zaklampje en achtervolgd door waakhonden haalden we de jeepney op tijd. We waren de enige passagiers, er stond niemand langs de weg, dus karren maar.

Helaas, de chauffeur reed 15 km per uur terwijl hij over het stuur gebogen in de suikerrietvelden tuurde of er geen klant stond. Alsof iemand die op een jeepney staat te wachten zich verbergt in het suikerrietveld. We kropen een half uur over de lege weg, voordat er iemand instapte. Inmiddels hadden we de hoop al opgegeven dat we het in een dag zouden halen. Volgens de tijdtabellen in reisgids lukte dat niet meer. In een heel klein dorpje stonden we een kwartier te wachten tot een vaste passagier, die zich blijkbaar had verslapen, gewekt, aangekleed en ingestapt was. In Azie moet je je niet druk maken, dat heeft geen enkele zin. Uiteindelijk raakte de jeepney redelijk vol en werd er gas gegeven.

Tot onze verbazing kwamen we, deels veroorzaakt door de bergafwaarts gaande weg, nog redelijk op tijd in Bacolod aan. Daar stapten we in een jeepney, die naar het marktplein ging, maar tot onze verbazing links in plaats van rechtsaf sloeg. Meteen met een ring tegen de metalen handvaten slaan om aan te geven dat we eruit moeten. Een volgende jeepney de goede kant op, maar op het marktplein blijkt het kantoor voor de kaartverkoop voor de veerboten nog gesloten te zijn. We houden een taxi aan en rijden naar de haven, zo'n twintig minuten verderop. Daar moeten we entree betalen voor de auto, 6 peso, en krijgen een betalingsbewijsje voor 3 peso. Vijftig meter verder op de smalle eenbaans-, volkomen lege weg worden we opnieuw aangehouden. Betalingsbewijsje laten zien. Dat heb ik al ergens in een tas gegooid. In de haven ligt de snelle veerboot, die tien minuten geleden had moeten vertrekken. Het lijkt alsof er op ons is gewacht, maar ze zijn te laat klaar met de lading. In vliegende haast bedanken en betalen we de taxi-chauffeur, kopen tickets en zakken zuchtend achterover in de zachte kussens van de superdeluxe vliegboot. We vallen wel een beetje uit de toon in onze smoezelige verbleekte T-shirts en korte broeken.

De andere passagiers zijn allemaal in driedelig zwart of grijs, of in chique mantelpakjes. In Iloilo, op het eiland Panay, staat naast de aanlegplaats van de boot een tricycle gereed. We onderhandelen over de prijs stappen in en zijn klaar om naar het busstation te gaan. De chauffeur is dat nog niet. Hij wil er nog een paar passagiers bij hebben. Een tricycle is een brommer met een soort zijspan. Naast de chauffeur kan een persoon zitten (van ons formaat tenminste, Filippijnen kunnen er met z'n vijven zitten) en achterin, met de rug naar de chauffeur kunnen er krap twee zitten. We bieden een paar peso meer als hij nu vertrekt en vertellen welke bus we willen halen. We rijden meteen weg, maar er moet onderweg ook nog worden getankt. Toch halen we de bus naar Caticlan, die in de reisgids staat vermeld als laatste bus van de dag.

Er staan echter nog een stuk of vijf bussen klaar met dezelfde bestemming (van andere busmaatschappijen) die in de loop van de dag naar Caticlan en Kalibo zullen rijden. In Caticlan arriveren we aan het eind van de middag en nemen het veerbootje naar Boracay. Dit is een soort vissersbootje met lange bamboestaken aan weerszijden voor de stabilisatie. Een heel andere manier van varen dan vanmorgen. Bij aankomst op het eiland Boracay vaart de boot richting strand tot de kiel vastloopt. Vervolgens wordt er een glibberige plank met dwarslatjes in het water neergelaten en moet je met je bagage naar het strand waden. Soms komt het water tot je enkels, soms tot je billen. Dat weet je nooit van te voren. Hoewel Boracay ongelooflijk toeristisch is, hadden we daar een paar plezierige ontspannende dagen met zon, zee, strand en cocktails aan het eind van onze vakantie in de Filippijnen.

Er is veel meer openbaar vervoer in de Filippijnen dan in de reisgidsen staat, dus gewoon naar de haven of het busstation gaan en zelf kijken. Andere tips in connectie met dit verhaal zijn: -Mambucal is de moeite van het bezoeken niet waard, tenzij je een waterval-freak bent. Alle niet-werkende baden kunnen natuurlijk gerepareerd zijn sinds januari, maar goedkoper zal het niet worden.Op het bootje naar Boracay schoenen en sokken uittrekken: er is geen steiger. En algemeen voor reizen naar Azie: Kalm blijven, de humor ervan in blijven zien, dan heb je een plezierige vakantie. Een mislukking tijdens je reis is meestal een leuk of hilarisch verhaal achteraf.