" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALT=""> Dit verhaal is ingezonden door Cora Vrolijk uit Naaldwijk. (vbu@sem.hhs.nl)


Indonesië: rijsttafel van 4 weken

Voorwoord.

Dit reisverslag is geschreven door Marco en Cora Vrolijk tijdens de vakantie van 22 juli 1995 t/m 18 augustus 1995.

Wij willen de medewerksters van Privel reizen in Naaldwijk, in het bijzonder Sylvia Grootscholten en Mariëlle Kester hartelijk bedanken omdat zij alle wensen ten aanzien van onze reis naar Indonesië hebben ingewilligd.
Melinda Vrolijk bedanken we voor het vroege opstaan om ons weg te brengen en op te halen van Schiphol.
Pa en Ma van Bueren bedanken we voor het verzorgen van Humpey en ons huis.
Willy en Angela bedanken we voor de gezellige dag en nacht in Djakarta en het wegbrengen naar ons volgende adres in Bogor.

HOLLAND
- Naaldwijk
- Amsterdam

SINGAPORE

SUMATRA

- Medan
- Parapat
- Samosireiland
- Padang Sidempuan
- Bukittingi
- Padang

JAVA

- Djakarta
- Bogor
- Bandung
- Yogjakarta
- Solo

BALI

- Denpasar
- Lovina

LOMBOK

- Mataram

SINGAPORE

HOLLAND

- Amsterdam
- Naaldwijk

Zaterdag, 22 juli 1995 - Schiphol - Amsterdam
Precies op tijd 12.20 uur vertrekken we vanuit Nederland in een Boeing 747 van Singapore Airlines naar Singapore. De stewardessen zien er beeldschoon uit. Ze hebben een sarong aan met een kort jasje van dunne batikstof en open slippertjes aan hun voeten. We krijgen eerst een soort champagne en onze stoelen waren al door het reisbureau gereserveerd bij het raam. Marco neemt de stoel bij het raam en ik zit in het midden en naast mij aan het gangpad zit Eline van Hoogduinen uit Maasland. Zij is logopedist in Maasdijk bij dokter Van der Torre. In het gehele vliegtuig is het gedurende de reis verboden te roken. We krijgen een hele dunne plaid, sokken, een tandenborstel en tandpasta. Het eten is prima er is zelfs een menukaart met keuze menu. We kunnen voor de lunch kiezen uit garnalen en rendang. Marco neemt rendang en ik garnalen het was heerlijk. We hebben nauwelijks tijd om te lezen. Er worden namelijk drie hele goede films gedraaid en de stewardessen lopen af en aan met allerlei drankjes. Na het eten worden alle luiken naar beneden gedaan om alvast een beetje aan het tijdverschil met Indonesië te wennen. ‘s Nachts krijgen we ook nog een sandwich belegd met gerookte zalm, ei en ham als tussendoortje niet slecht. Marco ziet in de donkerte oorlogvoeren voorbij Iran.

Zondag, 23 juli 1995 richting Singapore
Voor het ontbijt kunnen we kiezen uit omelet of beefsteak. Om 6.00 uur komen we in Singapore aan en gaan we met de trein naar de volgende gate waar ons vliegtuig naar Medan vertrekt. Het ziet er allemaal erg clean uit in airport Singapore.

Na een uurtje vliegen in een 737 landen we in Medan. We worden opgehaald door de baas van Media tours in een vierwiel drive jeep en hij brengt ons naar het hotel in Medan. We zijn erg moe en gaan eerst een uurtje slapen. We willen natuurlijk toch iets van de omgeving zien en trekken de schoenen aan en gaan linksaf het hotel uit naar een groot winkelcentrum dat op ongeveer 1500 meter lopen ligt. Een hels kabaal om ons heen van becakbrommers die bellen en kleine busjes die toeteren of we mee willen. Maar we zijn Hollanders dus blijven steevast lopen. Op de roltrap in het winkelcentrum worden we aangesproken door een man met een petje die graag wil weten waar we vandaan komen etc. etc. Dit is de eerste man die ons dit vraagt en er zullen nog vele Indonesische mensen volgen die ons hetzelfde keer op keer zullen vragen. Het hotel is goed het was vroeger eigendom van een Hollandse familie de Boer. Na de wandeling heen en terug zijn we weer moe en slapen tot 18.00 uur. Hierna gaan we naar de bar van het hotel en eten in het restaurant heerlijke Nasi Goreng voor 8.500 RPH hebben we gegeten en gedronken = f 4,40 per persoon. ‘s-Avonds naar Nederland gebeld dat we goed zijn aangekomen. Ook de vliegtickets hebben laten conformeren bij Garuda Airways die een kantoor in het hotel hebben.

Maandag, 24 juli 1995 richting Tobameer
Om 6.30 uur zijn we opgestaan en hebben lekker langzaam gebadderd. Om 7.00 uur zijn we naar de ontbijtzaal gegaan en konden de dag al met Nasi Goreng beginnen. We nemen de eerste dag een gebakken eitje, koffie en vers fruit toe. Hierna de koffers weer ingepakt en twee kaarten naar Holland geschreven. Deze kaarten naar de overkant van het hotel gebracht alwaar een postkantoor uit 1911 gevestigd is. Het is een prachtig gebouw met een schitterende koepel binnen. Hierna de omgeving van het hotel verkend en er bleek een heerlijk zwembad + prachtige tuin bij het hotel te horen.

Precies om 9.00 uur worden we opgehaald bij het hotel door een aardige chauffeur Mike in een Toyota Mark II met airco. We rijden door een zeer rumoerig Medan en komen allerlei dorpjes/kampongs onderweg tegen. De chauffeur vraagt of wij willen zien hoe de families hier in zgn. Batikdorpen wonen. De huizen staan op palen en hebben een heel hoog schuin dak. Van binnen wordt het huis gesteund met bamboepalen en in hele kleine hokjes leven en slapen de gezinnen op de grond op matten. Ook de honden en katten lopen er binnen en er worden vuurtjes gestookt.

Hierna bezoeken we de fruitmarkt van Brastagi en laat Marco een mooie houten jaguar staan omdat we nog niet goed kunnen afdingen (10.000 RPH). We eten deegwaar van een klein stalletje het zijn net inktvisringen maar het is van tapioka. Vervolgens rijden we naar Tongging aan de noordelijke kant van het Tobameer waar we een sprookjesachtig uitzicht hebben op het meer en we zien van hieruit de Sipiso-piso (waterval) die 100 m hoog is. Via wegen met hier en daar hele grote gaten in het wegdek en heel veel schoolkindertjes in uniformen rood/wit (lagere-) en blauw/wit (middelbare school) langs de kant van de weg rijden we naar Parapat.

In het plaatsje Pematang Purba gaan we naar een museumdorp met een rumah bolon (vorstelijke woning) een groot huis met wederom een heel schuin dak alwaar de Simalangvorst met 12 vrouwen (harem) en de kinderen beneden de 16 jaar woonden. De vloer bestaat uit planken teakhout ook stond er een houtenkist waar de overleden vorst in werd bewaard totdat zijn eerste zoon 22 jaar oud werd. Hier zagen we de eerste aap aan een ketting (zielig). De chauffeur vroeg of we wilden eten en natuurlijk hadden we wel trek in een overheerlijke Indonesische maaltijd.

Na een half uurtje waren we bij een restaurant met uitzicht over het Tobameer. Een heerlijke verse tomaten sap en een warme bananensap, een gado-gado, een ajam rendang en een saté ajam. De kip van Marco was in stukken gehakt dus de volgende keer neemt Marco daging.

Om ongeveer 16.00 uur kwamen we bij het hotel aan waar buiten een bord stond met welkom mr. Vrolijk. Onze kamer heeft een balkon en kijkt uit over het Tobameer. Op dit balkon versla ik deze dag met naast mij mijn lieve man, Kacang Garing of te wel pinda’s en een glas sirsak juice (zuurzak). Aangezien het de bedoeling was dat wij een superior kamer kregen en dat niet mogelijk was belde de manager dat wij daarom een fruitmand aangeboden krijgen. Wel de fuitmand werd een fruitbordje met twee kleine banaantjes en vier sinaasappels en onze kamer vonden wij prima. Hierna zijn we de omgeving gaan verkennen. Het hotel ligt zeer bijzonder met een klein strandje, een prachtige tuin met heel veel trapjes. Vlakbij zijn weer allerlei kleine eethuisjes en winkeltjes. De geurtjes van lekker en heel vies komen je hier tegemoet. ‘s-Avonds eten we Rendang en Garnalen met Chilisaus en Nasi Putti.

Dinsdag, 25 juli 1995 Tobameer e.o.
In het hotel worden we aangesproken met mr/s Marco omdat ze de naam Vrolijk niet uit kunnen spreken! Ook ons kamer nummer weet iedereen al uit het hoofd. Vandaag hebben we geregeld dat we met een speadboot een trip naar Samosireiland maken. Na het ontbijt komt de man van de Bali ons om 9.00 uur halen voor de boottrip, dit werd uiteindelijk 9.15 uur omdat de boot benzine moest halen. Vanaf het balkon zag ik al dat de boot gekke kuren had, zodat we toen we nog maar net een paar meter hadden gevaren we van boot moesten veranderen.

Het was iedere keer een hele klim om van de boot aan de kant te geraken. Het weer is aangenaam koel en de zon probeert door te komen. Desondanks verbranden we die dag toch een beetje op de armen en op de neus. Na ruim drie kwartier komen we terecht in Tomok waar iedereen weer van alles aan ons probeert te slijten. Eindelijk kopen we dan toch maar een grote hoed tegen het zonlicht. De foto’s laten de graftombe zien van Raja Sidabuntar een koningsfamilie van dit Batikdorp. Na dit dorp gingen we met de speedboot naar een heel klein eiland Ptao het zgn. honeymoon eiland bij uitstek heel rustig en bijzonder mooi. We zagen daar padden, hagedissen, een goudkleurige salamander en een aap in een kooi. Aan de aap geef ik een verse vijg die ik net op de grond had gevonden (zie foto). Het volgende plaatsje heet Ambarita en daar zijn we naar een fruitmarkt gegaan. Hier hield men in vroeger tijden op meubilair van steen lugubere rechtspraken en hier vond het kannibalisme plaats. Deze plaats is beroemd vanwege de megalieten. In het plaatsje Simanindo hebben we de zgn. Batakdansen gezien het bestaat voornamelijk uit hand- en armbewegingen, zeer sierlijk om te zien. Hierna deden we het plaatsje Sakkal aan en hebben wederom een bod uitgebracht op een houten jaguar (hier vroegen ze 25.000 of 60.000 rph) helaas is het ons weer niet gelukt om tot een redelijk bod te komen.

In het plaatsje Tuktuk (een klein schiereiland) zijn we gaan lunchen. Natuurlijk gado- gado. saté babi en nasi goreng telor, erg lekker weer. Het restaurant was erg mooi boven op een rots gelegen zodat we uitzicht over het meer hadden. Totale kosten incl. drankjes 15.300rph = f 11,25. Laat in de middag komen we weer in ons hotel aan en gaan eerst heerlijk rusten. ‘s-Avonds tijdens het eten maken we de eerste tropische regenbui mee. Hij kwam kletterend naar beneden en gaf een aangename temperatuur terwijl we van een heerlijke maaltijd zaten te genieten bestaande uit Chinese gerechten.

Woensdag 26 juli 1995 Parapat
Vandaag blijven we relaxed in en om het hotel. Bij het ontbijt stond op onze tafel een kaartje gereserveerd voor mr/s Vrolijk. We hebben heerlijk op een eilandje liggen lezen en gezwommen in het Tobameer. Vanaf de kant kun je de vissen zien zwemmen zo helder is het water.

Tijdens de lunch eten we weer heerlijke Indonesische gerechten Gado gado, soto ajam, omelet, rissoles. Na de siësta kregen we om 15.30 uur heerlijk thee/koffie op de kamer geserveerd. Het was een stralende dag.

‘Avonds hebben we op aanraden van de chauffeur die ons naar Parapat had gebracht in restaurant Hong Kong gegeten. De bediening sprak geen woord over de grens alleen Chinees. De gerechten die we wilden eten moesten we opschrijven alleen het nummer wat bij de gerechten stond was voldoende. En inderdaad we kregen wat we besteld hadden. We hadden mie goreng pork in zoet zure saus. Het was erg lekker en goedkoop 8500 RPH (f 7,--)

Donderdag 27 juli 1995 Parapat
Vandaag zijn we 11 jaar getrouwd en steeds gelukkiger met elkaar. De dag op zijn Indonesisch begonnen met Nasi Goreng. Lekker Lekker. Verder wat rondgelopen in Parapat. Het ziet er hier behoorlijk armoedig uit in de woonwijken en het is veel te warm om echt veel te ondernemen. We zwemmen, lezen en eten. Aangezien de Soto Ajam hier bijzonder lekker is nemen we wederom de soto als lunch en bestellen voor ‘s avonds een tafel op de veranda en laten alvast een fles witte wijn koud zetten. Omdat het onze trouwdag is bestellen we Chinese fondue. De pan wordt op tafel gezet met de bouillon en de ober doet het vlees en de vis erin, na een paar minuten krijgen we eerst een kopje bouillon. Hierna gaat de groente erin en eten we met bamboostokjes de vis en het vlees.

Vrijdag 28 juli van Parapat naar Padang Sidempuan
Om 9.00 uur kwam de chauffeur Ady ons afhalen en begonnen we aan een zeer mooie en bijzondere rit. Na een paar honderd meter stopte de auto omdat Ady ons een koffieplantage wilde laten zien. De struiken zijn groen en de bloesem is een mooie witte bloem met rode en groene ronde bonen. Wanneer deze bonen geplukt zijn wordt er op het erf een zeil neergelegd waarop de bonen liggen te drogen in de zon en als het vlies er aflaat dan gaan de bonen naar de fabriek om koffiebonen van te branden. Ady vertelde ons over de Batakstammen en over de omgeving waar deze stammen leven. Er zijn vijf verschillende stammen, rond het Tobameer zijn dat de zgn. Bamboestammen.

Na de koffieplantage bezochten we een cacaoplantage en zagen aan de overkant hiervan de gemberplant groeien. Ook kwamen we steeds meer rijstsawa’s tegen en heel veel mannen in de dorpjes onderweg voeren de gehele dag niets uit. Je ziet ze de gehele dag bij elkaar zitten en koffie en thee drinken. De vrouwen sjouwen en werken voor twee, het is ongelooflijk.

We komen gigantische hoeveelheden ananas en doerijan tegen. Hier is een speciale streek met alleen maar doerijan het ruikt er ook erg lekker. Ook maakt Ady ons attent op de bamboe, rotan en wierookpalmbomen. De jonge jongens zetten een trap van bamboe tegen de suikerpalm zodat ze boven in de palm een holle bamboestam tegen de vrucht hangen waarna ze de volgende dag zo’n 5 liter suikerstroop in de koker hadden opgevangen. Ook worden van deze suikerpalm de zwarte stengels gebruikt voor het bedekken van de daken van de woningen.

Onderweg worden we van alle kanten gegroet. Op een gegeven moment horen we van heel ver I love you roepen vanaf de overkant van een rivier. In een batikdorpje komt een oud vrouwtje naar me toe en wil graag mijn haar aanraken want ze vindt het heel mooi. Zij haalt vervolgens haar haar uit de knoet en laat het mij zien. Zij vertelt dat haar man nog Hollands spreekt maar hij is naar de markt in een ander dorpje.

Op een gegeven moment zien we voor de laatste keer het Tobameer en we stoppen bij een klein tokootje waar een avocado boom staat die vol met avocado’s zit (de meeste liggen rottend op de grond).

De chauffeur is erg aardig en legt ons van alles uit over het landschap en de mensen en laat ons van alles zien. We gaan naar een grote markt waar we soms niet verder kunnen lopen omdat het een grote modderpoel is. Maar ondanks de modder valt het ons op dat je bij de viskramen geen vliegen ziet. De vrouwen zie je kauwen op een rode substantie en de gebitten zien er niet uit als ze je lachend aankijken. We kopen mandarijnen voor onderweg. Op straat staat een man met een slang van ongeveer 1 ½ meter lang. Iedereen staat erom heen en kijkt er naar.

We lunchen in het dorpje dat bekend staat om de doerijan. We bestellen thee, gebakken ajam en babi goreng. Het eten vonden we minder dan we tot nu toe gewend waren, maar alles went en zo moeilijk zijn we nu ook weer niet. Er kwam een Nederlandse familie bij ons aan tafel zitten met een vreselijk vervelende moeder, een Indonesische vader die natuurlijk Rob heette en kinderen die geen zin in eten hadden. De familie had niet in de gaten dat wij ook uit Nederland kwamen en kibbelde met elkaar over van alles en nog wat. Toen we weg gingen zei ik : “nog een prettige dag verder”. Hun monden vielen open en ze durfden niets meer te zeggen.

We vervolgen onze weg die soms bijna onbegaanbaar is, door grote gaten en losse stenen. Ook zijn er noodbruggen geslagen die alleen voor verkeer dat minder dan 5 ton weegt bestemd zijn. Laat in de middag arriveren we in ons hotel voor die nacht. Het is een voormalig plantershuis. Het is er goed toeven en ziet er erg leuk uit. In dit dorpje zijn de becaks voorzien van een brommer en is het een aardig kabaal langs de kant van de weg. De toeristen die we onderweg tegen zijn gekomen zien we allemaal terug in dit hotel want verder is er geen hotel in de directe omgeving en de meeste mensen zijn op weg naar Bukittingi.

Het diner bestaat uit bami-goreng special en rendang voor Marco die daar de volgende dag erg veel last van heeft. ‘s Avonds treedt het bedienend personeel op. Ze voeren prachtige dansen uit met een orkest van bongo en gong spelers.

Zaterdag 29 juli 1995 Bukittingi.
Vandaag vertrekken we om 7. 55 uur als eerste richting Bukittingi. Het wordt een ongelooflijke dag. We hebben zoveel meegemaakt, gezien en gereden dat eigenlijk met geen pen te beschrijven is en ik denk ook dat ik het een en ander vergeet te vermelden, maar adoe.

Ady vertelt ons dat wij eerste klas reizen, zoiets hadden we zelf ook wel begrepen. De chauffeurs van andere toeristen busjes noemen Ady ook Mister Ady. Het hotel waar we nu naar toe zullen gaan is volgens Ady het beste hotel in de omgeving we zijn zeer benieuwd maar eerst moeten we nog wat kilometertjes afleggen. We krijgen bijna tranen in onze ogen zo mooi is deze omgeving.

De eerste stop die we maken is bij een rubberplantage. Door met een scherp kapmes een klein stukje van de bast af te snijden komt er binnen 5 uur een blikje vol vloeistof latex uit. We krijgen twee vruchten mee om zelf in Naaldwijk een rubberplantage mee te beginnen. Ook een reepje latex kreeg ik en dat stonk gigantisch. De bomen zijn eigendom van de regering en op zaterdag is het betaaldag voor de mensen die op deze plantage werken. Er stonden daar ook kapokbomen, het is geweldig om dat allemaal te zien.

Een paar kilometer verder bezoeken we palmbomen waarvan men palmolie uit de vruchten perst. Een bos vruchten geeft 25 liter palmolie en daar maakt men weer make-up, margarine etc. van. Een groepje kinderen komt bij ons staan en een van de kleinste gaat wijdbeens staan plassen en verblikt of verbloost niet. Inwendig moest ik wel lachen hierom.

Na weer wat dorpjes gepasseerd te hebben stoppen we bij een kruidentuin van twee schattige oude mensen. Er groeit vanille, kruidnagel, menthol, peperkorrels, lombokjes, kaneel, djinten, gember enz. enz. het was schitterend. Verderop werd een aapje de kokospalm ingestuurd om voor ons een kokosnoot te plukken en naar beneden te gooien. De noot werd geopend en we kregen twee rietjes erin en smullen maar. Hierna werd de noot in tweeën gehakt en wederom smullen maar. In een kartonnen doos zat een klein (baby)beestje dat ‘s-nachts kippevlees eet maar we weten niet hoe het beestje heet, het leek op een heel klein aapje. Ook zagen we een reuze tor voorbij kruipen. Jakkes. Ady liet ons een blad van een boom zien dat men gebruikt wanneer een baby last van de darmen heeft. Men smeert dit blad in met kokosolie en legt het op de buik van de baby en binnen een uur huilt de baby niet meer en is de pijn over.

Nu moesten we weer een lange tijd in de auto zitten zonder stops door de bergen en allerlei Islamitische dorpjes. Het ene dorp ziet er netter uit dan het andere. Hoewel het er meestal erg armetierig uitzag en vies van de stof en ellende.

De mannen zie je nog steeds de hele dag luieren, hangen en zitten; de vrouwen ploeteren voort op de sawa’s. Om half een stoppen we voor de lunch en komen weer diverse toeristen tegen van de vorige dag. Het eten is goed en Ady zorgt er voor dat we snel bediend worden zodat we weer als eerste kunnen vertrekken om de meute voor te blijven. We eten nasi-goreng en gado-gado en proeven dat de gerechten scherper zijn dan in Noord Sumatra. Na de lunch krijgen we van Ady heerlijk verse ananas die hij onderweg heeft gekocht en zelf schoongemaakt.

In een volgend dorp waar alleen Moslim jongens wonen laat Ady ons uit de auto en rijdt zelf door. We gaan zelf te voet door het dorpje en worden aangesproken door de jongen die ons vertellen dat ze hier zeven jaar moeten blijven. Ze wonen in hele kleine huisjes met 3 a 4 andere jongens en vertalen de Koran in het Bahasa Indonesia. We worden uitgenodigd om een kijkje te nemen in een van de huisjes en een heel stel jongens loopt met ons mee naar dat huisje. Het is erg klein en de jongens vinden het prachtig om met ons te praten want ze hebben ook Engelse les op school. Ze vragen ons van alles en nog wat, hoe oud we zijn en welke zanger of popgroep we goed vinden, hoeveel godsdiensten er in Nederland zijn etc. etc. Ze geloven niet dat ik al 42 jaar ben ze dachten zelf 30 en dat vind ik natuurlijk erg aardig. Ze willen dat we een foto maken en vragen of we die met een brief naar ze willen sturen wanneer we weer in Holland zijn. En natuurlijk vragen ze geld voor hun onderhoud. Marco geeft ze ieder heel royaal 1000 RPH = f 0,75. En voor we vertrekken roepen ze Don’t forget me, please. We waren erg onder de indruk van deze ontmoeting en belanden vervolgens bij de Goudzoekers in de rivier.

Je hebt dus echt geen tijd om iets te verwerken en ik kreeg dus ook aardig hoofdpijn van alle indrukken en slechte wegdekken. De uitzichten en vergezichten zijn vreselijk mooi we wanen ons nu echt in de jungle. Het is sprookjesachtig. Ady weet goed de weg want er is maar een toeristische route met gaten en bruggen waar je nachtmerries van krijgt. Na een aantal uren zwoegen door de bergen laat Ady ons midden in een echte jungle uit de auto en moeten we een paar kilometer te voet alleen lopen. We horen schitterende jungle geluiden en op een gegeven moment zagen we de apen van boom naar boom springen. We kopen snoepjes bij een jongetje die ons tegemoet komt lopen. Hij heeft ook speculaas en zingt Dank u Sinterklaasje. Verderop staat Ady te wachten en gaan we de warmwaterbronnen bekijken. Het lijkt wel of we een stoombad krijgen, een hoop geborrel het water is hier 100 o Celsius dus “Hati Hati” (voorzichtig). We kunnen hier geen genoeg van krijgen het is prachtig we kunnen van boomstam naar boomstam springen (lopen) door een prachtig stuk bos alwaar de tijgers nog rond lopen Grrrr. Ady heeft alweer een ananas schoongemaakt en na het stoombad smaakt dat heerlijk. De bomen zijn hier wel 30 meter hoog ongelofelijk.

We moeten nog een heel eind de bergen door alvorens we op de plaats van bestemming zullen zijn dus we gaan weer verder. Onderweg zeg ik tegen Marco: “ik zou zo graag nog een keer de apen in de vrijheid willen zien springen van boom naar boom ennnnnn “uw wil geschiede” en het gebeurde direct, twee apen sprongen van boom naar boom. Prachtig gewoon wat een land.

Bij de evenaar aangekomen worden we bestormd door T-shirt verkopers met Equator T-shirts. Marco koopt twee polo’s voor het bowlen. Hierna moeten we nog twee uur rijden door de bergen. Onderweg moet Ady stoppen omdat een moslim politieman stickers verkoopt voor een goed islamitisch doel. Ady koopt een sticker en de politieman bedankt met het woord spassiba (= dank u wel in het Russisch) heel gek omdat te horen hier in Indonesië. Eindelijk komen we om half zeven bij het hotel aan.

In de stad Bukittingi rijden ze i.p.v. in becaks met paard en wagen. Het hotel is schitterend. De ingang is een grote open vide met watervallen gebouwd zoals de sawa’s op plateaus. We eten in het hotel een heerlijke avocado/garnalen cocktail en saté met nasi putti. De saté is zeer pedis. We gaan vroeg naar bed en dromen van de monkey’s. In de badkamer in onze hotelkamer zit een dubbele douche wat goed van pas komt na zo’n stoffig dagje. Via de telefoon horen we dat het in Nederland nog steeds bloedheet is.

Zondag 30 juli 1995 Bukittingi e.o.
Onze kamer kijkt uit over het oerwoud en je kunt het niet geloven maar het is echt waar. Hotel Pusako is een schitterend hotel. We hebben eindelijk een groot tweepersoonsbed, de kamer is ruim en de badkamer heeft een heerlijke harde douche. Ady komt ons om 8.00 uur weer halen voor een halve dag tour want we vinden dat we genoeg in de auto gezeten hebben. Hij brengt ons naar het paleis van het oude Minangkabause vorstendom waarin we de vertrekken van de koning en koningin, de gehuwde dochter en gasten kunnen zien. De zonen moesten ‘s avonds in de moskee slapen. Als er een andere vorst kwam, moest hij eerst drie dagen op een spijkerbed gaan liggen alvorens hij goedgekeurd was. Ook zagen we hier spijkerschrift op grote stenen. Marco heeft het vreselijk in zijn buik en betaalt 500 RPH voor een toiletbezoek.

In het plaatsje Kota Gadang dat bekend staat om het fijne zilverwerk bezoeken we een zilverwerkfabriekje en koop ik een heel fijn zilveren broche voor mijn moeder. Onderweg zien we diverse huizen gebouwd in de stijl van de Minangkabau erg mooi.

Vlak bij Bukittingi bezoeken we de Ngarai kloof vroeger karbouwengat geheten. Deze kloof is 4 km lang en wordt de Grand Canyon van Indonesië genoemd. Vroeger lag hier de munitie van de Japanners opgeslagen. Ady vertelt wat een vreselijke onmenswaardige situaties er toen geweest zijn. Het uitzicht is zeer mooi. We kopen gestoomde pinda’s bij een karretje en vragen aan Ady om ons terug te brengen naar het hotel want de buik van Marco blijft rommelen. In het hotel nemen we afscheid van Ady en we krijgen zijn visitekaartje omdat als we ooit nog eens in Sumatra zullen zijn dan mogen we bij hem logeren. Ook mogen we zijn adres doorgeven aan mensen die een gids in Sumatra zoeken. Wij kunnen hem van harte aanbevelen. Hij vertelde dingen over Ind. en liet ons de bijzonderheden van Sumatra zien die we normaal gesproken niet gezien en gehoord hadden.

In de hotelkamer aangekomen kijk ik nog even de reispapieren na en kom tot de ontdekking dat we morgen al naar Java vertrekken. In eerste instantie zouden we hier 3 nachten blijven maar dat zijn dus maar twee nachten. Als een haas zijn we naar de receptie gegaan en hebben een taxi voor de volgende ochtend geregeld en gevraagd of zij de stomerij wilden vragen om de was vandaag af te leveren. Nadat we wat gerust hadden en Marco’s buik weer een beetje op orde was zijn we naar het zwembad gegaan en heb ik heerlijk gezwommen en daarna hebben we door de prachtige tuin van het hotel gewandeld. Vanaf ons balkon zien we de papaja’s groeien en horen diverse moskeegeluiden door elkaar heen janken. ‘s Avonds nemen we voor de eerste keer een buffet en het smaakt heerlijk.

Maandag, 31 juli 1995 van Sumatra naar Java
Om 4.15 uur ‘s nachts moeten we opstaan omdat we om 5.00 uur met de taxi naar het vliegveld van Padang vertrekken want om 7.15 uur zal het vliegtuig de lucht in gaan. In het hotel wordt iedereen wakker gemaakt om voor ons ontbijt te maken. De taxichauffeur rijdt erg hard en over de afstand waar normaal 2 uur over wordt gedaan doet hij vijf kwartier. Hij wil dan ook 5000 RPH meer hebben dan wat we afgesproken hadden. Het vliegtuig heeft vertraging en vertrekt om 9.15 uur zodoende landen we pas om 11.15 uur in Djakarta.

Willy, Dwi en Eka staan ons op te wachten. Willy laat ons gelijk wat van de wereldstad Djakarta zien waar het een drukte van jewelste is. Hij stort zich in het verkeer alsof hij dat al jaren gewend is te doen. Ook maakt hij ons opmerkzaam op de projecten van Lippo waarvoor hij nu werkt. We gaan langs bij de countryclub waar Lippo ook het groen heeft verzorgd. Het ziet er allemaal heel indrukwekkend uit. Zelf wonen ze in een rijtjeshuis dat in een afgesloten nieuwe woonwijk vlakbij deze countryclub ligt. Angela staat ons al op te wachten en heeft bij een catering bedrijf de lunch besteld. Een klein Indonesisch meisje komt het eten op de fiets brengen. We mogen in de kamer van Dwi logeren voor een nacht in het hemelbed wauw wat romantisch.

Laat in de middag gaan we met de Tirtadji’s de stad verkennen. Eerst gaan we naar het Merdekaplein waar in het midden het nationaal symbool van de onafhankelijkheid staat het Monument Nasional (Monas genoemd). De top van de toren heeft een vlam (vrijheidstoorts) welke met een laag van 35 kg goud is bekleed. In de kelder is een museum ingericht met diorama’s die facetten uit de nationale geschiedenis van het land door de eeuwen heen belichten. De stad heeft heel veel hoge en mooie gebouwen, we maken een foto van het paleis van president Suharto en komen langs de Istiglal moskee. De hele stad is in feeststemming m.b.t. de viering van de onafhankelijkheid van Indonesië. Overal hangen slingers in rood en wit en wanneer de duisternis valt zie je de hele stad met miljoenen lichtjes verlicht. We zijn met z’n allen klappermelk gaan drinken in een winkeltje. Hierna zijn we weer door de stad gaan wandelen en hebben wat winkeltjes bekeken. Ook zijn we in een peperduur hotel geweest het “Grand Hiatt” . De eigenaar van dit hotel is de oudste zoon van de president. Onder het hotel ligt een heel winkelcentrum de Sogo mall (grote supermarkt). We hebben gedineerd bij Bogor dat gevestigd is in hotel Borobudur. Willy en Eka doen zich te goed aan een Oostenrijks buffet en wij bestellen heerlijk Indonesisch eten. Om 24.00 uur liggen we in het hemelbed.

Dinsdag 1 augustus 1995 Djakarta - Bogor
Om half zeven staan we op en krijgen een heerlijk ontbijt met zoete broodjes en Bakpao gezellig met Willy, Angela, Eka en Dwi. Willy was al weggeweest om het een en ander te regelen. Hij heeft nu de jeep een Datsun Escudo van z’n broer zodat we met z’n allen richting Bogor kunnen gaan. Onderweg komen we wederom in het gigantische drukke verkeer van Djakarta en omgeving. Zodra er ergens een file ontstaat en de auto’s praktisch stil staan komen uit alle hoeken en gaten de verkopers naar de auto’s toe en proberen van alles te verkopen water/ versnaperingen / kranten en zelf bedelaars komen langs.

Voordat we in het plaatsje Bogor zijn, gaan we nog even langs een Lippo project. Het is weer een gigantisch terrein met 2 x 18 golfholes en wederom een countryclub, een bungalowpark en heel veel groenvoorzieningen.

In Bogor hebben we een aantal keren de weg moeten vragen alvorens we bij hotel Pangrango aankomen. Iedereen wijst wel maar niet de goede kant op. Het hotel is netjes maar eenvoudig, het kleine restaurant kijkt uit op het zwembadje. We hebben gezellig met z’n allen hier geluncht (de saté is hier uitstekend) en daarna is de familie Tirtadji vertrokken richting Bandung om kleding voor Eka te kopen. ‘s Middags zijn we de omgeving gaan verkennen, ons hotel lig in een prachtige villa wijk waar zelfs de kroonluchters op de veranda’s hangen. ‘s-Avonds eten we in het hotel (Tomatencreme soep, Ajam Pangrango, Kroepoek , Nasi Goreng) en na het eten gaan we vroeg onder zeil. Marco heeft voor dat we onder zeil gaan de titel van dit dagboekje verzonnen nl. “Een rijsttafel van vier weken”.

Woensdag 2 augustus 1995 Botanische tuinen van Bogor
Vandaag gaan we de Botanische tuinen van Bogor bezoeken en om 8.00 uur maken we kennis met Solly onze chauffeur voor de komende dagen. Het ontbijt bestaat weer uit een heerlijk buffet waaruit je mag kiezen wat je wil. De papaja smaakt uitstekend. Om 8.05 zijn we al bij de ingang van de tuinen van Bogor. We worden rondgeleid door een gids die een klein beetje Nederlands spreekt. Hij beweert dat hij Nederlands geleerd heeft uit een boekje en van de toeristen. De tuinen zijn schitterend en het is er heerlijke fris zo vroeg in de morgen. Er staan palmen van zo’n 30 meter hoog, allerlei soorten verschillende bomen, bloemen, struiken, vogels, herten, vlinders, slakken, vissen en waterplanten met hele grote bladeren in de vijver. In de vijver ligt een eilandje waar we een leguaan kunnen zien liggen. De gids laat ons allerlei zaden en symbiose zien. Vingerplanten, klimplanten en ficus die op de stam van palmen groeien. De verschillende benamingen zijn we alweer vergeten. Ook zien we de beelden in de tuin van het paleis van de tweede vrouw van Sukarno, o.a. het zeemeerminnetje van Kopenhagen en in de tuin lopen de herten rond. We nemen onderweg gevonden zaadjes mee om in Nederland een Botanische tuin te beginnen.

Na de rondleiding gaan we met Solly op bezoek bij de beste gongmakerij van Indonesië. Het is een vreselijk werk, de schaal wordt in een open vuur gehouden en zodra deze roodgloeiend is wordt hij door 1 man uit het vuur getild en rondgedraaid terwijl er 5 a 6 mannen op blote voeten er omheen zo de schaal bewerken met zware hamers. Dit fabriekje is nog het enige in Java en Bali dat deze gongs maakt. Ik heb er nog op mogen slaan in een kamertje apart waar een man ons probeerde wajangpoppen te verkopen.

Na de gongen zijn we per auto de bergen in gegaan op zoek naar de waterval die onze chauffeur Solly niet kon vinden waardoor het een barre tocht werd en zodoende aardig wat van de omgeving van Bogor hebben kunnen zien. Na drie uur stopte de auto en moesten we te voet verder. Deze weg bestond uit kiezels en keien en was zeer moeilijk begaanbaar. Na 3 km vroegen we aan Solly waar we naar toe aan het lopen waren en hoelang het nog duurde. Het was de bedoeling dat we naar de warmwater bronnen zouden gaan en dan moesten we nog 5 km doorlopen. We besloten toen terug te gaan omdat de weg zwaar en bergafwaarts ging zodat we als we terug moesten er een gigantische klimpartij plaats moest vinden. Vervolgens reden we een stuk terug en moest hier ergens de waterval zijn. Ook hier moesten we naar beneden via allerlei trappetjes en tussen de kruidnagelbomen. Toen we uit de verte de waterval zagen hebben we deze op de foto gezet en zijn terug gegaan.

Om half drie waren we terug in het hotel en hebben we heerlijk geluncht en verse ananassap en verse tomatensap gedronken. Na de lunch kregen we een tropische regenbui waardoor we een heerlijk middagdutje konden doen. Het rook heerlijk tropisch na de regenbui dus we besloten om een heerlijke avond wandeling te maken. Vervolgens heb ik naar Nederland gebeld en alles is daar oké.

Donderdag 3 augustus richting BANDUNG
Vandaag vertrekken we om 8.30 uur per minibus naar Bandung. Het wordt wederom een schitterende tocht langs tal van theeplantages en via de Puncakpas langs Cianjur het belangrijkste rijstgebied van Java komen we in Bandung aan.

Bandung staat bekend om zijn (namaak) jeans en het is er een drukte van jewelste. Om ongeveer 12.00 uur zijn we in hotel Panghegar. Het is een goed hotel onze kamer is op de 9e etage en zodoende kijken we uit over de stad. Er tegenover ligt een school waardoor het een gekrioel is van een heleboel kindertjes. Na ons opgefrist te hebben wandelen we naar buiten maar kunnen niet echt goed de weg vinden en komen midden in een optocht/demonstratie terecht van jongens op brommers, motoren en auto’s die roepen (pesib maung), toeteren en zwaaien. We weten niet wat het betekent en aangezien ik nogal veel aandacht trek met dat blonde haar gaan we terug naar het hotel en bestellen saté en loempia op de kamer. Vanuit het raam kunnen we ook de trein zien waarmee we overmorgen naar Yogja zullen vertrekken. Een regel in dit hotel is dat we geen Durian mee in de kamer mogen nemen. Jammer toch, ruikt zo lekker.

‘s Avonds gaan we eten in het restaurant op de hoogste verdieping van het hotel dat ronddraait waardoor we een overzicht van de verlichte stad krijgen te zien krijgen. Het is donker waardoor het wel Kerstmis lijkt met al die lichtjes die aan en uit gaan. Ook zien we een aantal hele grote vogels vliegen. Het eten was uitstekend. De tomaten cremesoep wordt aan tafel bereid en geflambeerd. Hierna krijgen we als voorgerecht een salade en escargots en daarna zalm en veal we besluiten de avond met java-koffie. Zodoende hebben we voor het eerst Europees gegeten.

Vrijdag 4 augustus 1995 Bandung e.o.
Vanochtend eerst een heerlijk ontbijt met zelfs bruin stokbrood. Om 8.00 uur kwam Solly ons halen en ging op ons verzoek eerst langs het Postkantoor en daarna naar de bank. De meeste postkantoren in Indonesië zijn een belevenis op zich want voor het postkantoor staan weer allerlei kooplieden die postzegels, snoep, kaarten etc. te koop aanbieden het is er dan ook altijd gezellig druk.

Bij de bank moesten we naar de derde etage voor de vreemde valuta. De medewerkers van de bank zaten niets te doen alleen maar te kletsen en te snoepen. De kassier was nog niet gearriveerd dus moesten we wachten. Het geld en het paspoort ging van hand tot hand en uiteindelijk kreeg Marco een stapel Indonesisch geld met een reçu erbij. Het meisje haalde vervolgens het bovenste rupiabriefje eraf en zij zei dit is voor ons. Marco was te verbouwereerd om iets te zeggen, dit zijn dus de corrupte praktijken van Indonesië.

Solly bracht ons naar een fruitmarkt waar nog niet veel leven was. We kopen een tas die je op allerlei manieren kan gebruiken en dragen. We vervolgen onze weg langs theeplantages naar boven ten Noorden van Bandung naar Tangkuban Parahu een krater. Het rook er behoorlijk naar zwavel en het was het lekker fris qua temperatuur. De verkopers hier hebben handschoenen aan en mutsen op. We hebben hier van alles gekocht, een blauwe olifant, rijstlepels, kaarten, etc. We zijn niet met een gids naar beneden gegaan omdat dat een te zware klimpartij voor mij zou zijn. Beneden zou nog een werkende krater zijn waar het water zo heet is dat men er een eitje in kan koken. Een fotograaf vroeg of ik samen met een Aziatische toerist op de foto wilde het blonde haar trekt nog steeds.

Vervolgens zijn we naar Ciater hot springs waterpark gegaan en hebben met onze voeten in heerlijk geneeskrachtig water rond- gelopen en de mooiste plaatjes geschoten. Als lunch hebben we bij het zwembad een lopend buffet genomen. De gerechten zaten in grote aardewerkpotten en het smaakte erg lekker.

Via de thee- en rijstplantages zijn we naar een tuincentrum gegaan waar allerlei prachtige planten en bloemen stonden. Daarna zijn we weer richting Bandung gegaan en hebben van een voorstelling van de Angklung school kunnen genieten. Deze school is in handen van een musicale familie die zeer musicale leerlingen opleid. Dit was schitterend twee van mijn lievelingsnummers werden uitgevoerd met de Angklung instrumenten. Strauss en The Sound of Music. Ook kregen we een angklunginstrument in onze handen en binnen een paar minuten speelden we met het publiek een Indonesisch liedje. Een klein jongetje van de muziekschool kwam naast me zitten en vroeg me aan het einde van het programma ten dans. Het was een grote happening en een prachtige voorstelling die veel indruk op ons achter liet. Hier hebben we ook een kleine wajangvoorstelling gezien en hebben daarom hier twee wajangpoppen gekocht. Om half zes was het afgelopen en viel de schemer al weer in.

Op verzoek van Marco bracht Solly ons naar een winkel (warenhuis) waar ze boeken verkochten. Marco heeft daar twee pockets gekocht , een cassettebandje met Angklung muziek en een Mini voor mijn verzameling. ‘s Avonds hebben we Indonesisch buffet gegeten in hotel wat erg lekker smaakte. Op dit moment hebben we al vijf fotorolletjes volgeschoten dus we kopen er maar weer zes rolletjes bij. De fotozaak is naast het hotel gevestigd.

Zaterdag 5 augustus Treinreis van Bandung naar Yogjakarta
Om half zeven worden we gehaald door Solly die ons naar het station van Bandung brengt voor onze treinreis naar Yogjakarta. Solly heeft de treinkaartje gisteren voor ons gehaald en we reizen Business Class. Uiteindelijk zijn we om kwart voor zeven vertrokken aangezien de bediening van het restaurant wat traag op gang kwam. Via het parkeerterrein van het stations sjouwen de koelies onze koffers op de schouders naar de trein. We hoeven nergens in de rij en hebben gereserveerde plaatsen in de trein. De trein zet zich om half acht in beweging nadat we via het bovenraam pinda’s en water hebben ingekocht voor onderweg. Allebei een boek en tot kwart over drie zitten maar. We kregen allemaal een kussentje voor het zitvlees en er werd geïnformeerd hoe laat we willen lunchen en wat we willen eten. We bestellen om 12.00 uur een nasi-goreng en we kunnen onbeperkt iets te drinken bestellen we nemen o.a. Jasmijn thee en Java koffie heerlijk.

Onderweg komen we langs mooie sawa’s en kampongs. Wanneer de trein stopte bij een stationnetje kwamen de kindertjes aangerend en vroegen ons om pennen voor op school en geld om eten te kopen. Ook bedelaars en allerlei verkopers lopen langs de trein in de hoop iets te kunnen verkopen. Om half vier komen we in Yogja aan en de koelies zaten al in de trein alvorens deze stopte. Ze sjouwen de koffers naar een taxi en 5 minuten later zijn we al bij ons hotel gearriveerd.

Na een heerlijk bad, want we waren toch roetzwart geworden van de treinreis hebben we een soto-ajam op de kamer besteld en hierna zijn we naar de stad gaan lopen. Dat was een aardige tippel en we besluiten de volgende keer een becak te nemen. Overal komen we etenstentjes tegen en mannen die ons naar Batik tentoonstellingen willen begeleiden. Het was een sluip door kruip door op straat, aangezien iedereen hier op zaterdagavond naar de stad gaat. De helft van de vakantie zit er nu op.

Zondag 6 augustus 1995 Yogjakarta
Vandaag heerlijk uitgeslapen en om 7.15 uur opgestaan. Op ons gemak ontbeten en toen een taxi geregeld en om 9.00 uur naar de Borobudur. Deze boeddhistische tempel ligt ongeveer 32 km buiten Yogja. Het is een van de grootste heiligdommen ter wereld. Er omheen ligt een prachtig park met palmbomen. Je weet niet wat je ziet als de tempel ineens te voorschijn komt. Het is hier adembenemend mooi schitterend. Via trappen en platforms bereiken we de top en hebben onder een stupa een wens gedaan door aanraking van een boeddhabeeld. Nadat we alles bekeken en bewonderd hadden zijn we het museum in gegaan en konden daar zien hoe de tempel gerestaureerd is onder leiding van een Hollandse ingenieur.

De handelaren komen alweer op ons af wanneer we richting taxi lopen. We kopen wederom een olifantje en twee bloesjes. De taxichauffeur staat ons op te wachten en we gaan weer richting Yogja. Onderweg komen we kleinere tempels tegen en zien we langs de kant van de weg allemaal winkeltjes waar ze kleine tempeltjes maken voor de verkoop. Ook zien we hele grote zwerfkeien in de rivier liggen. De taxichauffeur brengt ons naar een zilverfabriekje waar we een mosterd- lepeltje kopen en een boeddha kopje. ‘s-Middags hebben we in het hotel geluierd en zijn we naar het zwembad geweest. Vanavond gaan we ons weer storten in het gekrioel van de Jalan Malioboro (winkelstraat). In het hotel zit iedere middag een orkest te jammeren en ‘s avonds worden er in het restaurant allerlei dansen opgevoerd. Maar aangezien Marco ook als een Javaan kan dansen hebben we geen behoefte meer om naar deze danskunsten te kijken.

Maandag 7 augustus 1995 Yogja
Vandaag hebben we ons bij Mediatours in het hotel gemeld en geregeld dat we Woensdag 9 augustus om 11.00 uur worden we opgehaald door de auto met chauffeur. Na het ontbijt zijn we per becak naar de Kraton gegaan. Het was voor onze billen erg nauw en zeer zwaar voor de becakberijder. Het was onze eerste keer en natuurlijk kregen we gelijk een aanrijding. Maar niemand wordt hier echt boos er zaten wat schrammen op een auto maar die man reed gewoon door.

In de kraton hebben we eerst postzegels gekocht en de meeste kaarten verzonden. De kraton is het paleis van de Sultan van Yogja en een bezienswaardigheid voor de toeristen. Voor het paleis zit een groep gamelan musiek te maken en te miauwen.

Na het bezoek aan de kraton per becak die op ons gewacht had de stad weer in gegaan en naar het warenhuis. Daar zijn we koffie gaan drinken en werden we aangesproken door een kunstenaar van Bali die ons toch wel heel graag de Batik tentoonstelling wilde laten zien omdat het vandaag de laatste dag is dat men er gratis naar toe kan gaan. Uiteindelijk zijn we dus meegegaan en hebben toch maar gezegd dat het niet onze stijl is. Het zijn batik schilderijen en een ieder die toeristen meetroggelt krijgt waarschijnlijk een bonus. Hierna hebben we verder gewinkeld en zijn terug naar het hotel gaan lopen.

Onderweg vlakbij het hotel heeft Marco een stempel besteld bij een kraampje de stempel zou om ongeveer 5 uur klaar zijn en bij de receptie van het hotel afgegeven worden nadat Marco betaald had. Om 6 uur hebben wij bij de receptie geïnformeerd en er was niets gebracht. Toen zijn we naar buiten gegaan en het gehele kraampje was verdwenen. Ik zei tegen Marco nou zeg maar dag met je handje geen stempel. Ik voelde me niet echt lekker dus besloten we in het Hotel te blijven en ik werd steeds beroerder. Met maag en buik de gehele nacht gespookt en de volgende morgen zolang mogelijk in bed gebleven

Dinsdag 8 augustus 1995 Yogjakarta
De ochtend hebben we dus rustend en de middag hebben we in de schaduw van de tuin van het hotel doorgebracht. Marco heeft in het zwembad gezwommen en een klein vogeltje uit het zwembad gered. Voordat we naar het zwembad gingen kregen we een telefoontje van de receptie dat de stempel was gearriveerd. Dus onze voorgaande gedachten zijn bij deze gewijzigd.

Woensdag 9 augustus 1995 van Yogja naar Solo
Na het ontbijt wederom de koffers ingepakt en om 11.00 uur met een splinter nieuw busje vertrokken richting Solo. Onderweg zagen we de Prambanan tempels die we door mijn buikgriepje gemist hebben maar nu konden we hem van afstand fotograferen. Nu kwamen we langs een suikerfabriek en de suikerplantages. Ook passeren we weer de tabak en rijst plantages. Na ongeveer 1 ½ uur rijden kwamen we bij ons hotel aan. Het is er erg mooi en we hebben hier een kamer en suite in bungalow style. Na even gerust te hebben zijn we gaan lunchen. Een Gado gado en saté ging er weer in als koek. Na de lunch hebben we de stoute schoenen aangetrokken en zijn in een keer naar twee kratons gelopen. Beide waren gesloten en ervoor was bij de eerste een plaatselijke voetbalwedstrijd aan de gang terwijl bij de tweede een soort kermis/ bazaar / markt aan de gang was. Het was weer een enorme chaotische toestand met duisenden mensen om ons heen. Na deze vermoeiende tocht zijn we tegen de avond heerlijk gaan zwemmen in het zwembad uit lang vervlogen tijden bij het hotel. Als diner eet Marco een kleine rijsttafel en ik rijstschijven in Kokosmelk geweekt met kip en ei. Heerlijk geslapen in een heel groot twee persoonsbed.

Donderdag 10 augustus 1995 Solo
Vandaag is het de verjaardag van mijn moeder die 75 jaar jong wordt. In Nederland slaapt iedereen nog dus kan ik vanmiddag pas bellen om haar te feliciteren. We zijn in de hitte naar een fotozaak gelopen en hebben 1 film op proef laten ontwikkelen en afdrukken en hebben vervolgens de rest van de fotorolletjes hier ook gebracht. Het kost hier nl. maar f 0,25 per foto. De laatste rit maken we per becak voor 1000 Rph. Verder hadden we deze dag nergens zin in geen kratons, geen tempels, geen bedelaars gewoon lekker naar het zwembad en lezen. Morgen moeten we weer klaar voor vertrek zijn.

Vrijdag 11 augustus 1995 Solo
Vandaag kalmpjes aan gedaan want om 12.00 uur moeten we onze kamer af en we besluiten bij het zwembad te wachten tot we om 18.00 uur afgehaald worden. We smullen van de saté en soto ajam en kijken naar de Nannies die iedere middag naar het zwembad komen met de rijke kinderen uit Solo waarvan zij dus kindermeisje zijn. De kinderen vermaken zich kostelijk in het zwembad . We vinden dat het zwembad eruit ziet alsof het afkomstig is uit lang vervlogen tijden. De entree van het hotel doet denken aan de kraton met inderdaad ‘s-middags weer zo’n huilebalk orkest.

Om 6 uur worden we opgehaald door de taxi die ons via donkere wegen naar de airport brengt. Aangezien hier ook voor de Nationale feestdag overal verlichting is aangebracht moet het normaal gesproken echt donker zijn. Op het vliegveld aangekomen krijgen we een VIP behandeling en mogen in de VIP ruimte wachten tot het vliegtuig komt. Er is thee en koffie en allerlei lekkers cake / loempia en spekkoek. Dus dat uurtje wachten was zo voorbij. Met een Fokker 100 vliegen we richting Bali naar de hoofdstad Denpasar. We landen om 20.30 uur maar in Bali gaat de klok weer een uur vooruit dus is het hier 21.30 uur. We worden opgewacht door een medewerker van Mediatours met een jeep en we rijden via Denpasar waar het een drukte van jewelste is. Het is deze avond volle maan en dat betekent dat er overal offerfeesten gehouden worden. We halen zijn vriend Eka op die met ons meerijdt naar Lovina. Dit rit gaat langs een schitterende route de berg op. Heel veel dorpjes onderweg zijn prachtig versierd en liggen vol offers. Bovenop de berg onderscheiden we een meer, het is jammer dat het nacht is. Maar overal zijn toch nog mensen op weg of onderweg.

Om half één ‘s-nachts komen we in Lovina beach hotel aan en het ziet er erg somber en armoedig uit. We moeten de receptionist wakker maken en eindelijk komen we in de cottage aan. Minder dan we tot nu toe gewend waren qua accommodatie maar we zijn ook wel erg verwende apen. ‘s Nachts horen we een gigantisch geluid. Ik denk een beest van een meter of twee en we durven niet te gaan kijken. Ik smeek Marco de volgende dag naar huis te gaan. Gelukkig horen we de volgende dag dat het maar een grote tjitjak is, een tokeh, dus dat viel weer mee.

Zaterdag 12 augustus 1995 Lovina beach Bali
Om acht uur ben ik wakker en de wereld ziet er wat rooskleuriger uit. Onze bungalow ligt 2 stappen van het zwembad, 5 stappen van het strand en heeft een leuke veranda. We gaan ontbijten en kijken via het zwembad zo naar de Java Zee. Er lopen allerlei verkopers/verkoopsters langs die ons van een afstand al laten zien wat ze te koop hebben. Na het ontbijt lopen we naar de zee en van alle kanten komen ze naar ons toe met schelpen/lappen/kleding etc. We bespreken een boot om de volgende morgen om 6.00 uur de Oceaan op te gaan om de dolfijnen te zien en te snorkelen.

We gaan heerlijk bij het zwembad liggen en Balinese vrouwen komen op afstand vragen of ze ons mogen masseren. Ook komen ze langs met ananas en die wordt dan direct schoongemaakt met een groot kapmes door een klein meisje die deze vrucht prachtig schilt voor 1500 Rph = f 1,--

Als lunch nemen we Babi ketjap en na de lunch maken we een fikse wandeling langs het strand. Onderweg kopen we een mooi blauw tafelkleed en zoeken mooie schelpen langs de vloedlijn. Het contact met de bevolking van Bali is erg plezierig ze komen iedere morgen een praatje maken en proberen in hun beste Engels van alles over je te weten te komen. ‘s-Avonds zien we de zon prachtig in de zee ondergaan. We gaan naar een restaurantje langs de weg en eten hele vieze tomatensoep en hele lekkere rendang voor Marco en voor mij gebakken vis op een bananenblad.

Zondag 13 augustus 1995 Bali
Om 6.00 uur met de boot, een soort kano-catamaran met aan de zijkant bamboostammen. Heel langzaam zien we het dag worden en na drie kwartier kwamen we de dolfijnen tegen of kwamen de dolfijnen naar ons toe? Wel honderd dolfijnen hebben we gezien en het leek net of ze ons aan het uitdagen zijn. Iedere keer laten ze zich ergens anders boven water zien en ik hoorde ze lachen als alle boten weer keerden om achter ze aan te gaan. Nadat ze weer voorgoed verdwenen waren zijn we naar het strand terug gegaan voor ons ontbijt. Na zo’n boottochtje hadden we wel trek gekregen.

We doen ons zwempak aan en nemen de snorkels mee om wederom met dezelfde boot maar nu naar de vissen en het koraal te vertrekken. Er gaat weer een wereld voor ons open. Het is prachtig de kleuren en de vele soorten verschillende vissen. Ik heb brood van het ontbijt meegenomen en we voeren de vissen. Het is onwaarschijlijk maar ze eten zelfs uit de hand en je voelt de lippen van de vissen als zuignappen aan je hand vast kleven.

Na een uur in het water gelegen te hebben gaan we terug naar ons stekkie. En er moet nodig weer uitgerust worden van alle indrukken die we weer hebben opgedaan. De masseuses en verkopers lopen af en aan. De natuur is wonderschoon, we zien vlinders zo groot als vogels af en aan vliegen en de kleur van de bloemen aan bomen en struiken is bijzonder. De jongen die onze kamer schoonmaakt zet ook iedere keer verse bloemen in de kamer en badkamer. Voor ons is alles nog steeds een sprookje.

Dit hotel wordt ook regelmatig aangedaan door bussen vol toeristen en inmiddels zijn er zelfs twee bussen gearriveerd waardoor ons rusten toch wel een beetje wordt verstoord. Twee worsten onder hen worden op het grasveld van het hotel gemasseerd. Ik ben het strand opgegaan en ben bij een verkoopster Mady gaan kijken wat ze allemaal op haar stapel heeft. We kopen 3 kimono’s, een korte broek en een sarong en we zijn geïnteresseerd in een bedsprei maar die we geshowd krijgen is te klein. Mady zorgt dat we voor dat het donker wordt een king-size geshowd krijgen dus toch maar gezwicht en nog steeds hebben we er geen spijt van.

We hebben ‘s avonds verse tonijn steak en tonijn saté gegeten, weer erg smakelijk!

Maandag 14 augustus 1995 Lovina Bali
Weer vroeg op gestaan en handel gedreven met de plaatsellijke bevolking. Ik heb onze T-shirts, korte broeken, lipstick, nagellak en zeep aan hun gegeven en mocht hiervoor een sarong uitzoeken. Zij waren er erg blij mee. Verder hebben we deze dag geluierd en gezwommen in zee en in het zwembad. We zijn gaan kijken naar het binnenhalen van de sleepnetten door de vissers. Het is een heel zielig beetje vis wat ze uit zee halen hoewel er wel weer een paar monden gevuld konden worden. Als lunch eten we een garnalen-ananas cocktail. ‘s Avonds gaan we, na een wandeling in het pikkedonker via een smal bamboe bruggetje, verderop aan het strand eten. Ik neem calamaris en Marco neemt saté ajam. Het was een heerlijk ontspannen dagje.

Dinsdag 15 augustus 1995 van Lovina via Denpasar naar Lombok
Ik probeer nog te wachten tot ik Mady zie om haar nog wat kleding te geven maar ze is nog niet aanwezig op het strand. Ik krijg haar adres van een andere verkoopster en zij zal de kleding en pennen aan Mady geven.

We worden om 9.00 uur opgehaald door “Harry” met zijn minibusje het is de bedoeling dat hij ons naar Benoahaven brengt waar we met de jetfoil naar Lombok varen. De chauffeur spreekt Nederlands en hij is van 1952 t/m 1954 in Nederland geweest. Bij de fraters op school heeft hij vroeger Nederlands geleerd. Harry laat ons zoveel mogelijk onderweg zien. Hij wijst de kruidnagelbomen aan en we gaan naar verschillende tempels. Onderweg komen we aapjes in het wild tegen en ga ik eruit om dit te fotgraferen.

We komen bij een hindoetempel die op een eilandje in het water staat en terwijl we deze tempel bezichtigen en foto’s maken kunnen we ook op de foto met 5 pitonslangen die daar voor de show liggen. We zouden dan drie dollar moeten betalen om met de eigen camera een foto te maken, dat doen we dus lekker niet. We raken de slagen wel even aan en ze voelen erg eng en koud aan brrr.

Ook passeren we het Buyan meer en het Bratanmeer bovenop een berg heel bijzonder. We rijden langs prachtige bloesem die knal blauw van kleur is. Harry vertelt ons dat deze bloemen als medicijn gebruikt worden tegen buikpijn. Ook vertelt hij dat de fel rood gekleurde bladeren die we aan struiken zien hangen gebruikt worden om op een bloedende wond te leggen waardoor het bloeden sneller stolt. We bezoeken ook nog een zogenaamde watertempel het is allemaal erg indrukwekkend. Verder passeren we twee crematies wat hier een heel bijzonder feest is en uitbundig gevierd wordt. Harry stopt en we mogen foto’s van de voorbereiding van deze plechtigheid maken. De mensen vragen of we willen blijven om de rest van het feest mee te maken, maar helaas we moeten de boot halen dus gaan we verder.

Richting Sanurbeach komen we al allerlei optochten en parades tegen i.v.m. de feestelijkheden rond de 17e augustus. Harry weet een lekker restaurant in Sanurbeach en daar gaan we met z’n drieën heerlijk lunchen. Als drankje neem ik Jackfruit het is heerlijk zoet. Jackfruit hangt in de bomen met een plastic zak om de vrucht heen want anders eten de vogels de vrucht op.

We komen op tijd bij de haven aan maar er is een klein probleempje de boot is over booked en nu moet Harry iets anders voor ons gaan regelen. Na veel heen en weer gepraat heeft Harry het voor elkaar gekregen dat we op kosten van de bootmaatschappij mogen vliegen dus moesten we met een rotgang naar het vliegveld. Daar aangekomen bleek het vliegtuig motorstoring te hebben en moeten we drie uur wachten alvorens we kunnen vliegen naar Lombok.

Onze chauffeur Harry staat nog te wachten en vraagt of alles nu geregeld is. Wij vertellen hem dat we drie uur moeten wachten en hij stelt voor dat we met hem mee kunnen zodat hij ons Kutabeach kan laten zien. En binnen no-time staan we op het strand van Kuta, hoge golven en veel strandplezier. De surfers kunnen hier hun lol op en de verkopers lopen wederom over het strand met van alles en nog wat. Marco kan een pijl en boog apparaat kopen. We drinken wat bij een tentje op het strand er staat een aardig windje. Harry laat ons nog wat peperdure hotels zien en vertelt ons dat alles wat duur is hier in handen is van de familie Suharto. Nieuwe peperdure winkelcentra, hotels, banken etc. We rijden door Sanurbeach dat ‘s-avonds uitgaanscentrum centrum voor de toeristen is.

Om 18.15 uur vertrekken we met een Fokker Friendship naar Lombok. We krijgen zelfs nog een hapje aan bord, Een bekertje water en een Lumpur. Als we in Lombok landen is het reeds donker en zien we alleen de vissers met lampen op zee.

We worden door twee jongens van de reisorganisatie opgevangen en ze waren zeer attent voor ons. Fadley brengt ons met een taxi naar ons hotel en hij regelt voor morgen een trip over het eiland naar de Gilly eilandjes. We zitten in een knots van een hotel en wandelen aardig wat af voordat we bij onze kamer arriveren. Het zwembad loopt van bar naar bar en is een meter van het strand verwijderd. We eten in het restaurant en inderdaad is het eten op Lombok erg pedis, de naam zegt het al!

Woensdag 16 augustus 1995 LOMBOK
‘s Morgens ontbijten we buiten bij het zwembad, ook hier is het een buffet ontbijt. Om 8.45 uur worden we opgehaald. Ik maak een foto van een jongen die in de tuin van het hotel met rubberbanden om zijn voeten in hoge palmbomen klimt om de dode takken en de kokosnoten er uit te halen. Er staat een waarschuwingsbord bij voor vallende kokosnoten. We gaan op weg naar de Gilly eilandjes om te snorkelen. Maar eerst gaan we naar de plaatselijke markt om pisang te kopen voor de apen die we onderweg tegen zullen komen. Fadley verteld ons in zijn gebrekkig en onverstaandbare Engels het een en ander over het eiland en probeert ons nog een tripje aan te smeren. We kopen op de plaatselijke markt vier kammen met banaantjes en vervolgen onze weg de bergen in. We stoppen eerst bij een palmsuikerfarm, waar ze siroop verwarmen en er het vocht van hout doorheen doen zodat de suiker stolt. We kopen voor 2000 Rph. een stuk palmsuiker.

Het landschap op Lombok is bijzonder mooi en hele stukken nog ongerept. Op Lombok leven drie verschillen groepen apen vlakbij elkaar maar ze kunnen elkaar niet verdragen. Als er een aap van de ene groep te dicht bij de andere groep komt krijgen ze gegarandeerd ruzie. We rijden langs de eerste en de tweede groep en stoppen vervolgens bij de derde groep. Binnen no-time zijn de bananen op. Het is erg leuk om ze te voeren want de apen zijn niet agressief ze weten namelijk dat ze banaantjes krijgen en zitten vol ongeduld te wachten tot er een busje stopt. Ik kan er geen genoeg van krijgen en vind het jammer dat we niet nog meer bananen hebben ingeslagen.

We gaan nu op weg naar het strand aan de kant waar de Gilly eilandjes liggen. Het is er prachtig. Marco wil geld wisselen bij de money-changer maar degene met de beste koers is al bankroet. We gaan met de boot die in balans wordt gehouden door twee bamboestammen aan de zijkanten. Fadley heeft ook zijn broertje Herman meegenomen als stagiair. Herman moet drie maanden praktijk ervaring opdoen en hij vindt het allemaal prachtig zijn Engels is nog slechter dan dat van Fadley maar ik begrijp dat hij een keer naar Holland wil komen. Hij draagt onze tas en de lunchpakketjes. We varen naar Gilly-air eiland en gaan aan land. Er staan huisjes op het strand om je om te kleden en afdakjes tegen de zon om in de schaduw te kunnen zitten. Het zand is al sidderend heet en we gaan flippers huren om te snorkelen. We laten ons in de zee zakken en er gaat een wonderschone wereld voor ons open met fel gekleurde vissen en visjes en prachtig koraal van knalgeel tot helblauw en zachtroze. Ik maak weer foto’s met de onderwatercamera. Ik denk dat we meer dan een uur in het water geweest zijn we kunnen er namelijk geen genoeg van krijgen. Als we het water uitkomen zijn we uitgehongerd en uitgedroogd. De lunch die in een doos zit is heerlijk er zit rijst, hete kip, apenhaar, gedroogde gezoute vis, zout eende-ei, atjar, water, papaja, ananas en banaan in. Het smaakt uitstekend.

We maken een ritje met paardje en karretje over het eiland en we hebben medelij met het paardje dat in deze hitte vier mensen moet trekken. We komen langs bungalows op palen die je als toerist kan huren verder is het overal even droog en warm. We gaan met de boot terug naar Lombok en zijn best wel moe. Marco wisselt geld in Mataram en daarna gaan we terug naar het hotel om ons in het zwembad te laten zakken.

Fadley wil ons nog steeds meenemen op een trip naar de primitieve stammen van Lombok etc. maar daar trappen we niet meer in. We willen gewoon de laatste dagen relaxen en uitrusten van alle indrukken.

We zien de zon ondergaan bij het zwembad en op een eilandje in het zwembad wordt muziek gemaakt op bamboe stokjes het lijkt een soort angklung. ‘s Avonds eten we weer rendang en nasi goreng en laten ons vroeg in bed glijden.

Donderdag 17 augustus 1995 LOMBOK
Onze rustdag begint om 8.00 uur met het ontbijt. De ober is vandaag zo snel met afruimen dat hij mijn malariapil mee naar de keuken neemt. Ik ga snel achter hem aan en gelukkig vinden ze de pillen nog in de keuken en kan ik ze alsnog innemen.

We gaan om 10.00 uur naar het zwembad en constateren dat de toeristen voor het ontbijt alle stoelen arresteren dus alles is bezet. Maar na verloop van tijd heb ik ook een bed en Marco zit heerlijk in de schaduw op een bamboestoel te lezen.

We lunchen bij het zwembad Soto Madura en mixed saté, het is heerlijk. Om drie uur gaan we douchen en daarna wandelen we naar een winkelcentrum, verderop langs het strand. We kopen twee blauwe blouses, een aardewerk bordje en een T-shirt.

‘s Middags ziet Marco tijdens het foto’s ophalen nog een leguaan van een meter! Vervolgens bestellen we bij de bar in het zwembad een kokosnoot speciaal. Dit is een kokosnoot gevuld met ijs en vruchten.

Om half zes is het hier donker en slaan de muskito’s toe. De housekeeping komt iedere avond de kamer spuiten tegen dit ongedierte. Vandaag wordt in heel Indonesië feest gevierd i.v.m. 50 jaar onafhankelijkheid. We merken er niet echt veel van wel is er overal feestverlichting en horen we de hele dag het volkslied. In Djakarta worden nu de parades gehouden.

Vrijdag 18 augustus 1995 MATARAM - SINGAPORE - AMSTERDAM
Fadley komt ons halen en hij biedt ons zijn excuses aan alleen weten wij niet waarvoor. Laat in de middag vertrekken we richting Singapore om vervolgens weer naar huis te vliegen. We vliegen met een spiksplinternieuw Fokker 100 toestel. Uit het raampje zien we de vulkanen van Bali boven de wolken uitsteken het is een prachtig gezicht en Marco neemt hier foto’s van. Aangezien de stewardessen weer hun handen vol hebben besluiten we op hun plaatsen te gaan zitten omdat we daar meer ruimte hebben. We krijgen weer een heerlijke maaltijd we kunnen kiezen uit vis of kip.

Om een uur of zeven komen we in Singapore aan en hebben drie uur de tijd om te winkelen en rond te kijken alvorens we naar Amsterdam vliegen. Bij het inchecken in Singapore mag ik bij eerste klas inchecken en even later komt Marco naast me staan en zegt: weet je wie er achter je staat ? Ian Botham één van de beste cricketspelers van Engeland.

De reis naar Amsterdam gaat weer voorspoedig en ik slaap zelfs een aantal uren. Naast me zit een Hongkong chinees; ze heeft van alles te eten meegenomen voor onderweg. Ze laat de stewardess warm water bij haar noedels doen en ze heeft een chinees soepje, ze rukt vervolgens een blik smac open en doet een paar lepels bij haar soep en vraagt vervolgens of ik ook wat wil. Ik kijk m’n ogen uit en tik Marco aan om hem ook mee te laten genieten.

Om 7.00 uur staan we weer aan de grond in Nederland en komt Melinda ons halen. We brengen haar naar Rijswijk en gaan nog even mee om naar haar poesje Coco te kijken. Moe maar vol nieuwe indrukken komen we thuis aan, alwaar prachtige bossen bloemen als welkom thuis staan.

Gouden tip: Ga met al je wensen naar het reisbureau en zij zorgen dat je zorgeloze vakantie tegemoet gaat.