Ramsey, de man achter de wereldtitel van Engeland,
speelt alleen nog golf en verstoppertje

Hij maakte Engeland in eigen huis wereldkampioen, maar toen er gefeest werd stond hij achteraan.
Met zijn ijskoude blik onder zijn borstelige wenkbrauwen regeerde hij het voetbalrijk van de Britten, wier koningin hem zelfs tot ridder sloeg.
Totdat hij na het WK in Mexico wreed en ongenuanceerd van zijn sokkel werd gestoten. Sindsdien laat Sir Alf zich alleen nog zien op de golfbaan in de buurt van zijn woonhuis in Ipswich.
Alfred Ernest Ramsey uit Dagenham bij Londen, ofwel de statige zwijgzaamheid van een levende legende.

De grote stilte rond Sir Alf

door Henk Evenblij - IPSWICH, zaterdag

Op de Rushmere Golf Club zeulen een paar heren in diep gepeins een karretje achter zich aan. Omdat het vrij ongewoon is wanneer vreemdelingen de uit 9-holes bestaande Golf Course bezoeken, treedt er plotseling een merkwaardige stilte in. Al dan niet ingeseind houden deze gentlemen de kaken stijf op elkaar op de vraag of Sir Alf Ramsey reeds gesignaleerd is. De voormalige manager van Engeland slaat donderdags altijd een balletje om vervolgens met enkele vrienden een kop thee in het clubhouse te nuttigen.

De woensdag benut Sir Alf met het wieden van zijn tuin; voor de rest leidt hij samen met echtgenote Victoria een teruggetrokken bestaan. Zelfs in de pub op een steenworp afstand van zijn huis aan Valley Road weet niemand precies hoe de man, die in 1966 met Engeland wereldkampioen werd, zijn pensioen invult. "Hij moet hier weleens op de stoep hebben gestaan", zegt Chris, de barkeeper. "Maar heeft toen volgens mijn baas niets gedronken."

Hoogste tijd dan maar om zelf poolshoogte te nemen. Een paar keer drukken op de deurbel levert geen resultaat op tot een vrouwenstem vraagt "Yes, who is there?" Het is de vrouw achter Sir Alf. Een echte lady, die zich al jaren als een soort buffer opwerpt. We treffen het. Sir Alf is thuis, maar interviews geeft hij al heel lang niet meer. Na lang aandringen gaat hij toch met een schilderij van het World-Cupteam op de foto. "Sorry, maar ik heb nog andere dingen te doen", zegt hij met een blik in de ogen die geen enkele tegenspraak duldt.

Juist die ijskoude blik onder zijn borstelige wenkbrauwen maakte de thans 76-jarige Ramsey in juli 1966 wereldberoemd. Op het heilige gras van Wembley veroverde Engeland na verlenging ten koste van West-Duitsland de Jules Rimet-beker. De toen nog piepjonge aanvoerder Bobby Moore, die een paar terug op 53-jarige leeftijd aan kanker stierf, offreerde voor bijna 100.000 hysterische fans zijn baas direct de wereldbeker. Ramsey kuste de meest belangrijke trofee vluchtig en onttrok zich verder volledig aan het feestgewoel dat Engeland dagenlang in zijn greep hield. Ramsey ergerde zich namelijk dood aan mensen die helemaal niets in de kleedkamer hadden te zoeken.

Alfred Ernest Ramsey groeide op in Dagenham bij Londen, waar hij zijn dagelijkse kost als kruideniersbediende verdiende. Op de zondagen trapte hij een aardig balletje om vervolgens ontdekt te worden door scouts van Southampton. De grote dagen beleefde hij echter als een koele, slimme back van Tottenham Hotspur. Pas als 30-jarige verdiende hij zijn eerste cap voor Engeland. Hij bracht het tot een serie van dertig interlands. Het was niet meer dan logisch dat deze denker zich na afloop van zijn actieve carrière in het managersvak stortte. Ipswich Town deed met Ramsey een vorstelijk greep; het promoveerde in een ruk van de derde naar de eerste divisie. In 1962 werd de vroegere club van Arnold Mühren en Frans Thijssen zelfs landskampioen. Dus was het niet meer dan logisch dat de Engelse FA (Football Association) hem aanstelde als manager van het nationale elftal.

Ramsey verklaarde enkele maanden na zijn aanstelling: "Engeland wordt in 1966 wereldkampioen!" Daar werd smalend om gelachen. Maar Alf, die in de loop der jaren ook wel 'de Sfinx', 'de Saint', de 'meedogenloze' maar ook de 'loyale' werd genoemd, maakte zijn woorden waar. De vroegere kruideniersknecht bleef in Ipswich, aan de monding van de Thames, wonen en richtte zelf een uiterst sober kamertje in de burelen van de Engelse voetbalbond in. Aan de muren hingen geen schilderijen, geen foto's en op zijn bureau stond zelfs geen enkel souvenir. Het enige wat opviel was een enkel klerenhanger aan een kapstok. Mensen die in die periode iets van de Engelse manager wilden weten moesten snel hun vraag klaar hebben. "Zeg het maar gauw", hoorde je hem op dat moment denken, "want veel zul je mij wel niet te vragen hebben." Gesprekken met Ramsey duurden dan ook nooit lang. Onvriendelijk is hij niet, wel uiterst correct. Een echte gentleman, een op en top individualist. Zijn ijzeren stelregel was: wie valt, doet niet meer mee. Want eenmaal gevallen, blijft gevallen.

De opvolger van Walter Winterbottom, die het zestien jaar voor het zeggen had bij het Engelse elftal, trok zijn eigen plan en formeerde een elftal dat alles in zich had om inderdaad in eigen land wereldkampioen te worden. Gordon Banks was de voortreffelijke keeper met daar voor de backs Cohen en Wilson, Jacky Charlton en captain Bobby Moore. Op het middenveld loerde ene Nobby Stiles op achillespezen en vormde Bobby Charlton het brein met de rossige Alan Ball. Voorin waren Martin Peeters en Roger Hunt zeker van hun plaats. Pas op het laatste moment koos Ramsey voor Geoff Hurst in plaats van superster Jimmy Greaves. Dat gaf in de Britse pers een storm van kritiek. Maar Alf Ramsey, die na de wereldtitel door koningin Elisabeth II tot Ridder werd geslagen, voer zoals gewoonlijk op zijn eigen kompas. Dus moest ook Greaves zich stipt aan zijn totale onderwerping houden. Dat gaf spanning. Want hoe kon Ramsey een idool als Greaves, die later stevig aan de drank zou raken, buiten het elftal laten?

Zonder spoor van emotie leidde Ramsey Engeland naar de finale tegen West-Duitsland. Een eindstrijd die nog steeds in verband wordt gebracht met een van de drie doelpunten die Geoff Hurst zou maken. De bal kaatste op een gegeven moment via de onderkant van de lat weer het veld in. Doelpunt, signaleerde de Russische grensrechter, maar nog altijd is het bewijs niet geleverd dat de bal de Duitse doellijn gepasseerd zou hebben. Engeland won na verlenging de eerste en tot nu enige aansprekende titel. En wat deed Alf Ramsey langs de zijlijn? Hij stond er bij en keek er naar. Terwijl iedereen na het eindsignaal van de Zwitser Dienst buiten zichzelf raakte, gaf hij zijn assistent een hand. Achteraf meldde hij: "Ik kan me niet herinneren gespannen of nerveus geweest te zijn."

Direct na de huldiging op het balkon van het Royal Garden Hotel ontbood de voetbalbond Ramsey op het kantoor aan Lancaster Gate en werd zijn salaris verhoogd van 4.500 tot 6.000 per jaar. Hij hoorde het aan, bedankte allen vriendelijk en ging weer naar huis, naar zijn vrouw Vicky in Ipswich.

Alf Ramsey, die met zachte stem harde woorden pleegt te zeggen, was er van overtuigd dat Engeland vier jaar later in Mexico de wereldtitel zou prolongeren. "Onze spelers hebben bewezen tenminste net zo goed te zijn als die uit andere landen. Waarom zouden wij dan niet weer wereldkampioen kunnen worden?", vroeg deze mysterieuze persoonlijkheid zich af.

En het ging mis. Eerst kreeg doelman Banks tijdens de voorbereiding in Uruguay voedselvergiftiging en verder was er die ondraaglijke hitte. Maar de grootste vernedering vond in Chili plaats, toen Bobby Moore zonder te betalen een kostbare ring uit een juwelierszaak wegnam. Het veroorzaakte een rel van jewelste en leidde mede tot de uitschakeling in de kwartfinales (3-2) tegen opnieuw West-Duitsland. De pers sabelde de ontastbaar lijkende Sir Alf subiet neer. Hij zou te laat hebben gewisseld, de verkeerde invaller (Peter Bonetti) voor Gordon Banks hebben opgesteld en verder geen raad hebben geweten met de bewaking van Bobby Charlton door de jonge Franz Beckenbauer. Alf Ramsey kon met deze ongezouten kritiek niet omgaan en verdween vervolgens na een belabberde periode bij Birmingham City volledig uit het licht der schijnwerpers.

Nu lijken alleen zijn vrouw Vicky en zijn dochter in Long Island (Verenigde Staten) hem nog te begrijpen. Zelfs tijdens een paar weken geleden gehouden reünie, toen de spelers van het WK-team geld probeerden te maken met de wedstrijdbal, kwam Sir Alf niet opdagen. "Het was in Essex", vertelt een verslaggever van de plaatselijke krant, "op nog geen halfuurtje rijden van Ipswich. Ook wij zien of horen weinig meer van hem. Twee jaar geleden was hij nog wel van de partij toen er een trein naar hem vernoemd werd. Verder heeft hij zich volledig uit het openbare leven teruggetrokken." Zelfs zijn beste vrienden weten tijdens hun wekelijkse partijtje golf niet waar Alf uithangt. Dit mysterie moet altijd zo blijven. Het past bij iemand die Engeland tot nu toe de grootste prijs heeft geschonken.