Coach van de Zwitsers: "De nederigheid van
de Ajacieden is een opmerkelijk verschijnsel"

Arthur Jorge werd op 13 februari 1946 geboren in Porto en debuteerde als aanvaller bij de plaatselijke club in het betaalde voetbal. Naast twee universitaire studies, die hij afrondde, speelde hij vanaf 1965 voor l'Academica Coimbra. In 1967 werd hij beschouwd als de beste voetballer van Portugal en twee jaar later vertrok hij naar Benfica.
Naast 25 interlands won hij vier titels, drie nationale bekers en werd hij twee keer topscorer, voordat hij in 1975 naar Belenenses vertrok om drie jaar later te stoppen en trainer te worden. Van 1980 t/m 1984 had hij achtereenvolgens Vitoria Guimaraes, Belenenses en Portimonense onder zijn hoede alvorens bij FC Porto te belanden. Na de titels in 1985 en 1986 won FC Porto een jaar later de Europa Cup I met Artur Jorge als trainer.
Daarna vertrok de oefenmeester naar Matra Racing Paris, keerde in 1990 terug in Porto, werd kampioen, vertrok naar de bond als bondsocach en ruilde die functie in 1992 in voor een functie bij Paris Saint Germain, waar hij de beker en de titel veroverde alvorens in 1994 naar Benfica te gaan. In september 1995 werd hij ontslagen en na het overwinnen van gezondheidsproblemen keerde hij eind vorig jaar terug op het toneel als bondscoach van Zwitserland als opvolger van de naar Internazionale vertrokken Roy Hodgson.

De uitgestoken nek van Artur Jorge

door Valentijn Driessen - BERN, zaterdag

Het steuntje in de rug komt Artur Jorge goed van pas. Hotel Bern, waar een met videobanden bezaaide kamer op de vijfde verdieping als zijn huiskamer dient, heeft het voorjaar omgedoopt in Portugese lente. Het restaurant van zijn tijdelijk onderkomen kleurt overwegend groen/rood. Een Portugees sprekende serveerster raadt diverse Portugese visschotels aan.

Artur Jorge voelt zich op zijn gemak. Zwitserland is Portugal niet, maar de mensen in zijn directe omgeving zijn alleraardigst en behandelen hem met het respect dat hij verdient als succesvol oud-voetballer, trainer en huidige bondscoach van Zwitserland op weg naar het EK.

Natuurlijk mist Jorge, die al eens een zware operatie onderging en ernstig privé-verdriet moest verwerken, zijn vrouw en twee kleine kinderen van een en vier jaar. Zij verblijven voorlopig in Lissabon. "Toch voel ik me bijzonder gelukkig. We zijn allemaal gezond; af en toe reis ik naar Portugal en ik heb weer een mooie baan in het voetbal."

Wel een baan met een scherp randje. Jorge is de vervanger van de Brit Roy Hodgson, die nimmer verwachte successen behaalde met een WK- en EK-kwalificatie voor de Zwitsers. Toch ging de heiligverklaring bij de nationale voetbalbond niet zover dat zij het Hodgson toestond Internazionale een halfjaar te leiden om daarna parttime terug te keren naar Zwitserland om het team te begeleiden op het EK.

Tot teleurstelling van veel spelers. Dus begon de Portugees Artur Jorge met een achterstand, die groter werd door zijn onbevangenheid en sterk uitgesproken onafhankelijkheid. "Ik heb het me niet gemakkelijk gemaakt, maar ik stond en sta nog volledig achter mijn keuze. Daarbij heb ik inderdaad gezegd dat ik mijn eigen koers zal varen en dat de spelers mij zullen moeten volgen. Daarvoor heeft de bond mij aangetrokken. Om mijn zienswijze over te brengen."

In Zwitserland vertaalde de boulevardpers dit als een verkapte aanval op Hodgson. "Ten onrechte", volgens Jorge. "Hij heeft goed werk gedaan; een goed team neergezet, alleen probeer ik het nog beter te doen. Ik ga geen nieuw team neerzetten, maar een ander team. Zaak is de spelers te overtuigen van mijn zienswijze. Als ze intelligent en nederig zijn en dus het individuele talent ondergeschikt kunnen maken aan het elftal, dan zijn we al heel ver. Kwaliteit zit in deze selectie opgesloten. Maar om het eruit te krijgen op het EK, heb ik de medewerking nodig van alle spelers. De wil om in het teambelang te denken is onmisbaar."

Aan die opdracht heeft hij zich vanaf 1 januari verplicht. Behalve een enkele oefenwedstrijd communiceerde het talenwonder (Portugees, Frans, Duits, Italiaans, Engels en Spaans) voornamelijk. In de aanloop naar het EK trainde Jorge tweemaal per dag en 's avonds gaf hij een verbaal vervolg aan de oefensessies. "Ik doe wat ik wil en zij moeten uiteindelijk toch mee. In het verleden heb ik bewezen dat mijn werkwijze tot resultaten leidt."

Inmiddels schroomde Jorge niet het gevecht aan te gaan met de gevestigde orde. Zoals met aanvoerder Ciriaco Sforza, de spelbepaler en strateeg van het nationale team. Iemand die bij Hodgson alle vrijheid genoot. "Vooropgesteld ik hou van Sforza, van dat type middenvelders. Alleen kan en moet hij meer brengen. Hij heeft een sterstatus in Zwitserland en toch verwacht ik ook iets anders van hem. Hij moet werken voor het team, zich af en toe nederig opstellen. Daarover is hij teleurgesteld in mij. Dat mag. Toch is hij volgens mij intelligent genoeg om mijn denkbeeld te volgen en eraan te voldoen. Weet Sforza het op te brengen, dan heeft hij meer betekenis voor het team en kan hij daarbinnen op zijn beurt weer meer uit zijn individuele kwaliteiten halen."

Artur Jorge haalt Ajax als grote voorbeeld aan. Voor de Portugees een team met louter topsterren en met een toptrainer in de persoon van Louis van Gaal. Het ontbreken van Ajacieden in de top van de verkiezing wereldvoetballer van het jaar 1995 bewijst volgens Jorge dat de voetbalwereld de ontwikkeling bij Ajax niet kan bijbenen. "Zeven tot acht spelers zijn individueel een klasse beter dan welke spelers waar ook ter wereld. Want naast hun kwaliteit bezitten ze intelligentie en nederigheid. Basisvoorwaarden om bij Ajax te kunnen functioneren. Vrij vertaald: ze beseffen dat het individu eerst ondergeschikt moet worden gemaakt aan het team, wil hetzelfde individu later kunnen uitblinken. En zo handelen ze ook in Amsterdam. De sleutel voor het succes."

"Voorbeeld: bij Ajax heeft de man aan de bal altijd drie afspeelmogelijkheden. Drie spelers hebben zich dus vrij gelopen, terwijl maar eentje de bal krijgt. Twee maken zich dus onderdanig aan het team. Dat proces herhaalt zich continu en dat loopt feilloos bij Ajax. Niemand verzaakt. Een ongekende prestatie, zeker ook van trainer Van Gaal. Tegen de achtergrond van deze tijd, waarin iedereen mede door de enorme salarissen voor topspelers zo op zichzelf is gefocust, mag deze nederigheid opmerkelijk worden genoemd. Maar het is zo belangrijk in het huidige topvoetbal. De uitwedstrijd van het gehavende Ajax voor de Champions League tegen Borussia Dortmund met zo'n jong team was het bewijs en daarom van ongeëvenaarde klasse."

"De Ajacieden zijn groot, succesvol, verdienen veel geld en willen toch werken. Een dergelijke combinatie is zeldzaam. Johan Cruyff was daarvan vroeger de personificatie. Romario en Stoichkov, van deze tijd, juist weer niet. Fantastische spelers, ongekende kwaliteiten, maar pas succesvol als ze met de anderen mee doen. En juist dat ontbreekt veelal bij die twee. In dit verband geniet ik van David Ginola van Newcastle United. Ik zag hem komen bij Matra Racing Paris als jonge, egocentrische pingeldoos. Met werken en praten is het me gelukt een teamspeler van hem te maken. Hij kan Newcastle dragen zonder dat het ten koste is gegaan van zijn individuele acties, die nu pas echt rendement opleveren. Vroeger was Ginola een goede speler voor zichzelf; nu is hij dat nog, maar ook voor het team, de club en het publiek."

Het verhaal van Jorge is duidelijk. Sommigen in Zwitserland willen het echter niet begrijpen, omdat ze terug verlangen naar Roy Hodgson en de nieuwe bondscoach niet op de hoogte zou zijn van het Zwitserse voetbal. Voor de 50-jarige Portugees een drogreden. "Bij mijn aanstelling wist ik inderdaad niets van het nationale elftal en de spelers. Maar als je, zoals ik, bijna van alle internationals zo'n twintig wedstrijden op band hebt gezien, zijn er weinig geheimen meer over. Na die beelden hoef ik een speler niet te zien om te kunnen oordelen over zijn sterke en zwakke punten, over zijn mogelijk- en onmogelijkheden. Wel zal ik via gesprekken de persoonlijkheid van sommigen moeten doorgronden. Toch weet ik na drie oefenwedstrijden wel ongeveer wat ik in huis heb. Ik ken mijn spelers en het is me toegestaan een opinie te hebben. Daarom voerde ik inmiddels wat veranderingen door en wordt Zwitserland met de dag meer mijn team."

"Het risico van mijn keus voor Zwitserland is groot geweest, maar daar sta ik zelden of nooit bij stil. Ik ga gewoon aan de slag, probeer het beste ervan te maken, zal hard werken zodat niemand me iets kan verwijten. Meer kan ik niet doen."

Toch pijnigt Jorge zijn hoofd over de Zwitserse situatie. Zijn problemen met de pers bijvoorbeeld.

"Ze zagen me als hun speelgoed. Daar pas ik voor. Als ik arriveer kan ik toch niet met de pers over het team en de spelers praten. Ik moet ze eerst bekijken alvorens ik een mening kan verkondigen. Omdat ik weinig vertelde, kreeg ik onmiddellijk kritiek. Ongefundeerd veelal. Met het mondiger worden van het publiek, de media en de spelers komen bestuurders vaak onder zware druk te staan en blijft van de onaantastbare positie van de trainer weinig over. En toch zeg ik geen nee tegen het voetbal. Ik hou nog steeds zielsveel van de sport. Het is mijn leven. Belangrijk voor mij is dat ik geniet en voldoening vind in het werk. Dan ben ik tevreden. In die situatie bevind ik me nu."

"Daarbij heb ik voldoende afleiding. Want het is wel belangrijk, wil je tenminste jezelf blijven, om je onafhankelijkheid als trainer/coach te bewaren. Lezen, muziek, films en het bezoeken van musea of historische gebouwen geven mij ontspanning en een gevoel van grote onafhankelijkheid. Het is gezond je hersenen te gebruiken voor zoiets. Indirect profiteert de voetbaltrainer in Artur Jorge daarvan. Omdat het hem fris houdt."