Mijter
De grote muts die de Sint op zijn hoofd meedraagt heet een mijter. Deze mijter is
een afgeleide van een Oosters hoofddeksel, de Frygische muts. Van oorsprong mocht
alleen de Paus deze dragen, maar later mochten ook bisschoppen en andere heiligen
deze hoofdbedekking dragen. De mijter bestaat uit twee vlakken die in een punt
naar elkaar toelopen. Officieel horen aan de achterzijde nog twee flappen te
hangen, maar die ontbreken nu vaak. Twee versierde banden, die van goudkleurige
stof werden gemaakt, vormen het kruis op de muts. Dit kruis had eigenlijk de vorm
van een omgekeerde T, maar waarschijnlijk is dit door de invloeden van de kerk
een kruis geworden. |