&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

 

 

Kerstcake

150 g rode
Franse vruchtjes
of
100 g rozijnen
en 50 g krenten
200 g boter
200 g suiker
3 g zout
4 eieren
200 g bloem
2 lepels rum
Garnering: eiwitglazuur
van 175 g poedersuike
zilverpilletjes
sukade
(dik rood glazuur
van 25 g poedersuiker)

(middellijn 18 cm)

Snij de vruchtjes klein of laat de rozijnen en krenten wellen, uitlekken en afdrogen. Van de boter, de suiker, het zout, de eieren en de bloem cakedeeg maken. Meng het vulsel en de rum door het deeg. Het deeg onmiddellijk overdoen in een beboterde springvorm, die zonodig gevoerd is en die ten hoogste voor 3/4 gevuld mag worden. Plaats de vorm op een rooster in een warme oven ( 170 °C) , zonodig de bovenzijde afschermen.
Laat de cake rijzen en temper na 20 minuten de ovenwarmte iets ( 150 °C) en laat de cake gaar en goudgeel worden (nog 1 uur). Open het eerste halfuur de oven niet! De cake is gaar, als een breinaald, die erin gestoken wordt, er droog uitkomt. Laat de cake in de vorm iets afkoelen; wanneer de kanten losgetrokken zijn van het cakeblik, de cake op een taartrooster storten en laten afkoelen.
Bedek de afgekoelde cake aan de bovenkant en aan de zijkanten dik met het eiwitglazuur. Hierop met rode vruchtjes, zilverpilletjes, sukade en desgewenst rood glazuur, een toepasselijke garnering aanbrengen (bijv.: een kerstboompje van dunne reepjes gesneden sukade of een hulstmotiefje, waarvoor de blaadjes gesneden zijn uit dunne plakjes sukade en de besjes uit Franse vruchtjes, of 'Gelukkig Kerstfeest', gespoten met zeer dik rood glazuur).