Ingrediënten:
100 g bloem
100 g zelfrijzend bakmeel
120 g boter
of margarine
100 g basterdsuiker
1/2 ei
2 g zout
1/2 ei om te
bestrijken
50 g amandelen
of 30 g amandelen
en 20 g suiker
±
50 stuks
Doe de bloem, het bakmeel, de koude boter, de gezeefde
basterdsuiker, 1/2 ei en het zout in een kom. De boter
met twee messen in kleine stukjes snijden en de massa
met een koele hand vlug tot een samenhangende bal kneden.
Rol het deeg op een met bloem bestoven tafel uit tot een
lap van 1/3 cm dikte. Steek hieruit met een speciaal uitsteekvormpje,
of met behulp van een groot en een klein rond uitsteekvormpje,
kransjes. Leg de kransjes op gelijkmatige afstanden van
elkaar op een beboterd bakblik en bestrijk ze met het
overige, losgeklopte ei. Bestrooi de kransjes met gepelde,
gesnipperde en geroosterde amandelen en desgewenst met
suiker. Bak tenslotte de koekjes als zandkoekjes.