H E T   J A A R   2 0 0 0

EMOTIE IN NIEUWS EN SPORT
 









Afscheid van een clown

Toon Hermans

SITTARD - Toon Hermans, de clown der clowns, is dood. De conferencier, dichter en schilder overlijdt op 83-jarige leeftijd aan een hartaanval in het Sint Antoniusziekenhuis in Nieuwegein.

Toon is in zijn loopbaan uitgegroeid tot een ware volksheld, die ook zonder achternaam een begrip was. Samen met Wim Kan en Wim Sonneveld vormde hij 'de grote drie' van het na-oorlogse theater.

Zijn eerste stappen als artiest deed hij in het café in Sittard, waar hij staand op het biljart optrad. Uit Amerika had hij het idee opgedaan van de one man show, een man alleen op het podium die met grappen en wat liedjes de zaal een avond lang vermaakt.

Collega's geloofden niet dat dat in Nederland zou werken, maar Toons eerste one man show in 1955 was meteen een groot succes. Er zouden er vele volgen.

Toon Hermans werd op 17 december 1916 geboren in Sittard. Zijn vader, een bankier, verloor al zijn geld door de geldontwaarding in de jaren twintig en overleed jong. Kleine Toon groeide op in armoede.

De humor waarmee in het gezin de materiële misère werd draaglijk gemaakt zou de basis vormen voor zijn carrière als clown. Later zou hij ook nog vaak verwijzen naar die tijd, bijvoorbeeld in de conference over 'Snieklaas' ('Ik kende dat kleed, je kon nog precies zien waar de asbak had gestaan').

Toon was dankzij zijn timing kampioen om met minimale middelen de zaal te laten bulderen. "Hij is de enige die een zaal kan laten lachen door alleen het telefoonboek voor te lezen," zei Freek de Jonge eens bewonderend. Met zijn typetje van de voorzitter van het bestuur van Ons genoegen deed hij dit bijna letterlijk. De oeverloze opsomming ('...Mevrouw Loof-hutjes, mevrouw Kistemaker, mevrouw Stip ... Stip, mevrouw Schroot-hamer....') deed heel het land schuddebuiken.

De auditie van de schuchtere goochelaar Hartmann (Doif is tod), de verdwaalde gast op de kakkineuze receptie (leg neer die bal), de man met de gitaar (wat ruist daar in het struikgewas), en de ornitholoog met te grote tropenhelm (de polifinario: ... 'kroet, kroet', de kroet: ... 'polifinario), al deze sketches zijn deel gaan uitmaken van het nationale cultuurgoed.

Hij was geen liefhebber van geëngageerd cabaret. Toon wilde vooral verstrooien. Als rode draad door zijn oeuvre lopen ook de nonsensliedjes waarmee hij met de klanken van buitenlandse talen speelt, zoals Notte belle margerinetta of Et tu un stuc qui koek madame. "We verstaan de geluiden van de vogels ook niet, en klinken die niet prachtig?", zei hij eens.

Verder zijn Vader gaat op stap, de wandelclub, dit is een plek om lief te hebben en 24 rozen klassiekers uit het Nederlandstalig repertoire. Eén keer scoorde hij een carnavalshit met Mien waar is mijn feestneus.

Hele generaties artiesten zijn schatplichtig aan Toon Hermans, zoals Freek de Jonge, Paul de Leeuw, Jack Spijkerman, Herman van Veen, Paul van Vliet en Mini en Maxi.

In interviews deed hij altijd luchtig over zijn vakmanschap ('Ach, ik doe maar wat'), maar in werkelijkheid was hij een enorme perfectionist.

Er verschijnt ook een reeks bundels met gedichten van Toon. De literaire kritiek haalt zijn neus op voor de versjes. In Leiden, waar een groepje zelfbenoemde culturele kenners blinde muren van gedichten uit de hele wereld beschildert, verzekert dat Toon geen schijn van kans maakt. Wel Marina Tsvetajeva in cyrillisch schrift, maar niets uit Fluiten naar de Overkant.

Het publiek heeft daar maling aan en de boekjes worden met honderdduizenden verkocht. Van bruiloft tot begrafenis, overal wordt eruit geciteerd. Hermans is tot op het allerlaatst actief gebleven. Hij vertelt nog in december dat hij druk bezig is met het repeteren voor een nieuwe theatershow.

Of hij zijn laatste show voorbereidde, vroeg Henk van der Meyden hem. "Onzin", zei Toon. "Ik neem zelf nooit afscheid. Op een zeker moment neemt het leven afscheid."

FOTO: ANP

Terug naar de index


Bestel online!
 

 1996-2000 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden
e-mail: redactie@telegraaf.nl