" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALT="">
3 januari 1997








Wedstrijdleider Van den Ham vindt belangstelling overdreven
'Gekte komt van buiten Friesland'

LEEUWARDEN, vrijdag - Zeker is het leuk, die vijftiende Elfstedentocht. Heel aardig zelfs, meent wedstrijdleider Gerrit-Willem van den Ham. Maar het mooiste sportevenement van Friesland en de rest van de wereld? "Nee, dat zeker niet. Als handbalscheidsrechter heb ik de halve finale van de Olympische Spelen van Moskou mogen fluiten. Roemenië-Hongarije, een overwinning voor de Roemenen. Dat heeft een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Daar kunnen geen tien Elfstedentochten tegen op."

Een Fries is geen Twentenaar en aangezien de 62-jarige Van den Ham tot de laatste bevolkingsgroep behoort, verstaat hij dezer dagen de kunst van het relativeren. Sterker, de voormalig onderwijzer, die zich in 1963 in Leeuwarden vestigde en reeds vijfentwintig jaar deel uitmaakt van het bestuur van de Vereniging der Friesche Elfsteden, durft de belangstelling voor het mega-evenement zelfs voorzichtig het predikaat overdreven mee te geven.

"Friezen zijn nuchtere mensen, die weten het evenement op de juiste waarde in te schatten. De grote gekte komt van buiten de provincie. Ik krijg soms de indruk dat de Elfstedentocht daar meer leeft dan in Friesland. Vaak kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de Friezen zich het hoofd op hol laten brengen door de invloed van buitenaf."

Van den Ham verwacht morgen om half zes in de ochtend een kleine driehonderd wedstrijdrijders aan de start te mogen begroeten. De marathonrijders met een A-licentie en de vrouwen uit het peloton zijn automatisch uitgenodigd, de B-rijders en veteranen moeten in het bezit zijn van een lidmaatschapsbewijs. Voor een aantal rijders die dat niet kan overleggen, is een beperkte hoeveelheid 'wild cards' beschikbaar. "Overige schaatsers, buitenlanders bijvoorbeeld, komen tijdens de wedstrijd niet op het ijs. Voor hen hebben we enkele tientallen VIP-kaarten voor de toertocht achter de hand."

Met gepaste trots vernam Van den Ham gisteren het bericht dat Bart Veldkamp zijn trainingskamp in het Zwitserse kuuroord Davos halsoverkop heeft verlaten en in de auto richting Nederland is gestapt. Dat de voor België rijdende Hagenaar zes dagen voor het Europees kampioenschap allroundschaatsen in Heerenveen de tweehonderd kilometer tussen Leeuwarden en Leeuwarden onder zijn ijzers laat glijden, tekent volgens Van den Ham de impact van het evenement.

"Fantastisch, een ander woord kan ik er niet voor bedenken. Ik prijs me gelukkig dat hij in het bezit is van een A-licentie, zodat hij op voorhand is verzekerd van een startbewijs. Maar zelfs al was dat niet het geval geweest, dan had hij als voormalig kernploeglid toch mogen starten. In hoeveel bochten ik me dan ook had moeten wringen."

Dat de 29-jarige Haagse stayer zich al bij voorbaat kansloos acht voor de eindzege, gaat er bij Van den Ham niet in. "Iedere A-rijder kan de Elfstedentocht winnen, dat is het mooie van deze wedstrijd. Een kwestie van één keer meezitten in de juiste ontsnapping. Dit is niet honderd keer in de rondte rijden en vervolgens kijken wie de langste adem heeft. Dit is ook niet een wedstrijd waar één bepaalde ploeg verdeelt en heerst, het euvel waar het marathonrijden kapot aan gaat. Rijden in het donker, langs schotsen en scheuren, over werkijs, met de kop in de wind, in barre kou, kilometers klunen, stress door die honderdduizenden mensen langs het ijs, schitterend. Iedereen wordt op zichzelf terug geworpen, alleen de sterksten blijven over. Er is maar één factor waar geluk om de hoek komt kijken en dat is het stempelen. Als je pech hebt sta je als eerste bij de post en ben je als laatste weg. Maar dat is juist ook weer de charme van deze wedstrijd."

Hoewel hij in '85 en '86 de winnaar juist voorspelde, waagt hij zich ditmaal niet aan een prognose. Wel voorziet hij dat een kwart van de wedstrijdrijders buiten de tijdslimiet 30% van de tijd van de winnaar binnen gaat komen. "En dan is alle moeite voor niets geweest."

"Een heleboel schaatsers, vooral uit de B-groep en de veteranen, onderschatten de Elfstedentocht. Die denken met een soortement van veredeld Nederlands kampioenschap te maken te hebben, maar zo is het natuurlijk niet. Het verschil tussen hen en de A-rijders is veel te groot. Er wordt zo verschrikkelijk hard gereden, dat is gewoon onvoorstelbaar. De laatste keer lag het gemiddelde op 27,5 kilometer per uur, toen kwam 27% van de wedstrijdrijders te laat binnen. De marge die we hebben ingebouwd houdt in dat iemand twaalf minuten per uur mag verspelen. Dat is niet veel wanneer je stuk zit. Wanneer ik veteraan was, zou ik lekker de toertocht rijden. Kreeg ik tenminste zeker m'n kruisje."

Naar welke naam de winnaar ook moge luisteren, dat het een mooie wedstrijd wordt staat voor Van den Ham buiten kijf. Zijn ogen beginnen al te glimmen bij het vooruitzicht dat de eerste tweeënhalf uur in het donker wordt gereden. "En dan het traject bij de Finkumervaart en de Zuidhoekstervaart. Vier graden onder nul en dan windkracht vijf op kop, schitterend. Na Bolsward komt de zaak op gang."

En de slag? "Die valt op het traject Franeker-Bartlehiem, dat stuk wordt cruciaal. Daar onderscheiden de echte kerels zich van de rest. Het wordt een slachting, meneer, een slachting. Maar wel een heel mooie."