" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALT="">
4 januari 1997








Een ererondje door Friesland

door Evert van Benthem - LEEUWARDEN, zaterdag

De vijftiende Elfstedentocht is van start gegaan en als ik heel eerlijk ben, moet ik zeggen dat ik de spanning vooraf, die je als wedstrijdrijder altijd had, begin te missen. Dat had ik niet verwacht. Toen ik begin februari in Uitgeest een punt achter mijn carrière als wedstrijdrijder zette, had ik daar geen enkele moeite mee. De maanden daarna miste ik het ook niet, maar nu al de jongens, waarmee ik jaren heb gereden, van start zijn gegaan, grijpt het me meer aan dan ik had verwacht. Je hoort er niet meer bij. Dat is een vreemd gevoel.

Aan de andere kant denk ik dat het voor mij ook een hele mooie dag gaat worden en ik geloof dat ik er enorm van zal genieten. Gisteren heb ik me heel rustig gehouden. Ik ben naar Leeuwarden gegaan en heb niet geschaatst. Het was veel te fris. Dat kan vandaag de grootste handicap worden voor alle deelnemers. Als de wind noordoost staat rij je er vanaf Stavoren tot Dokkum tegenin.

Bovendien heb je dan al het pittige stuk naar Sneek en Stavoren achter de rug. Ikzelf had nooit zo'n probleem met het rijden in het donker, maar ik weet dat veel jongens er bang van zijn. Je weet niet wat er gebeurt en je hebt geen enkele communicatie met je ploegleider. Er wordt constant door iedereen gevraagd of er nog rijders weg zijn. Dat geeft een heel nerveuze sfeer in het peloton.

In 1986 bleek in Balk, na de passage van het Slotermeer, dat er vier man weg waren. Niemand had het opgemerkt. Dat is het aparte van de Elfstedentocht. Er zijn zoveel onzekere factoren, dat je permanent alert moet blijven en dan moet er vandaag ook nog bijna een uur langer in het donker worden gereden.

Zelf ga ik om kwart over zes van start met Jos Niesten, Jos Pronk en Co Giling. Evert van Benthem rijdt dan zijn ererondje door Friesland met zijn beste schaatsvrienden, zo zie ik het.