Marine bezuinigt op oefeningen

DEN HAAG - De Koninklijke Marine gaat het aantal oefeningen beperken. De marine moet op oefeningen bezuinigen om hogere kosten elders goed te maken. Door de schepen 120 dagen minder te laten varen, de helikopters 1375 uur minder te laten vliegen en de mariniers ruim 10% minder vaak het veld in te sturen hoopt Defensie ƒ11,4 miljoen te besparen.

De landmacht heeft een paar financiële tegenvallers voor de langere termijn. De Fennek, een gepantserd verkenningsvoertuig waarvan er 202 zijn besteld, gaat ƒ100 miljoen meer kosten. De totale kosten van het voertuig komen daarmee op ƒ440 miljoen.

Daarnaast is de landmacht geen ƒ725 miljoen, maar ƒ900 miljoen kwijt aan de aanschaf van zestig M109-houwitsers voor de artillerie. In het Duitse Zeven moeten 225 families van aldaar gelegerde militairen hun huurhuis uit omdat er asbest in zit. De kosten van andere huisvesting zijn voor Defensie: volgend jaar zo'n ƒ3 miljoen.

De krijgsmacht neemt volgend jaar afscheid van een veelheid aan schepen, vliegtuigen, tanks en andere ijzerwaar.

Zo stoot de marine een fregat van de Tromp-klasse en een van de Kortenaer-klasse af. Ook verdwijnen er drie mijnenvegers van de Alkmaar-klasse en drie Orion-patrouillevliegtuigen.

Bij de landmacht worden 136 Leopard-2 tanks, elf genie- en elf bergingstanks, drie bruggenleggende tanks, 125 YPR-pantservoertuigen, 34 stuks gepantserd luchtdoelgeschut en 453 vrachtwagens van de hand gedaan.

Defensie sluit volgend jaar de Frederik Hendrikkazerne in Vught en het Complex Hembrug in Zaandam. Het Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf in Oegstgeest vertrekt naar nieuwbouw en aan de kantoren in de Plaspoelpolder in Rijswijk heeft Defensie ook geen behoefte meer.

© 1996-2000 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden
e-mail: redactie@telegraaf.nl