&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Terug

Concurrentiepositie bedreigd
door overspannen arbeidsmarkt

DEN HAAG - De Nederlandse economie blijft op volle toeren draaien. Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht voor dit en volgend jaar glanzende groeicijfers van respectievelijk 4,5 en 4%.

De overspannen arbeidsmarkt knabbelt echter aan onze concurrentiepositie, zo blijkt uit de Macro Economische Verkenning (MEV) die de rekenmeesters van het Rijk jaarlijks op Prinsjesdag uitbrengen.

Zo kan de exportsector door een tekort aan arbeidskrachten niet aan alle vraag voldoen. Daardoor blijft de groei van de uitvoer dit en volgend jaar beperkt tot respectievelijk 9,5 en 9%. Riante cijfers, maar vrijwel in lijn met de toename van het wereldhandelsvolume.

Tegelijkertijd stijgen de lonen in de exportgeoriënteerde Nederlandse industrie sinds 1998 harder dan elders in de eurozone. Deze kostenstijging wordt niet in voldoende mate opgevangen door een hogere arbeidsproductiviteit. Met als gevolg dat de arbeidskosten per eenheid product toenemen. Volgens het CPB betreft het de in periode 1998-2001 een stijging van 7% ten opzichte van de concurrenten in het eurogebied. Het CPB vraagt zich dan ook hardop af of Nederland in staat zal blijken om de Amerikaanse succesformule toe te passen, die is gebaseerd op het volop investeren in arbeidsbesparende technologie.

Buiten de eurozone wordt de verslechtering van de concurrentiepositie opgevangen door de lage koers van de euro in verhouding tot het Britse pond en vooral de dollar. Zakt de Amerikaanse munt weg, dan komen de kaarten heel anders te liggen. In de MEV wordt overigens al uitgegaan van een daling van de dollar (nu meer dan een rijksdaalder waard) tot ƒ2,30 dit jaar en ƒ2,20 in 2001.

De Nederlandse economie zeilt niet alleen langs de klippen van loonontwikkeling en dollarkoers. Ook de olieprijzen vormen een onzekere factor. Het CPB verwacht niet dat de huidige, stijgende trend zich doorzet en gaat uit van gemiddelde prijs per vat van $26,5 dit jaar, en $24 volgende jaar. De inflatiesprong in 2001 (een gemiddelde prijsstijging van 3,5% tegenover 2,5% dit jaar) is dan ook vrijwel geheel te wijten aan de verhoging van het algemene btw-tarief en de kleinverbruikersheffing in het kader van de belastingherziening. Blijft de olieprijs boven de $30 per vat, dan valt de gemiddelde prijsstijging in 2001 nog eens 0,3 procentpunt hoger uit.

De btw-verhoging in 2001 zorgt overigens voor een koopgolf aan het einde van dit jaar. Het CPB verwacht dat veel Nederlanders besluiten bepaalde goederen eerder aan te schaffen, om te profiteren van het lagere tarief. Daardoor neemt de consumptie dit jaar met 4,25% toe, nagenoeg dezelfde riante toename als in 1999. Om dezelfde reden blijft een versnelling van de consumptiegroei in 2001 uit, ondanks de forse lastenverlichting die in dat jaar plaatsvindt.

Terug

© 1996-2000 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden
e-mail: redactie@telegraaf.nl