[advertentie]

De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
www.wijnbergonline.nl

Publicatiedatum: 05-06-2001

OUD ZEER

Het komt nogal eens voor dat een patiënt op mijn spreekuur verzucht: "Ik heb last van oud zeer." Dan zucht ik twee keer zo hard en zeg: "Als moderne psycholoog heb ik het niet zo op antiek." "Ja maar", volgt het voorspelbare protest, "ik moet wel in het verleden graven om mijn niet-verwerkte pijn op te schonen." Dan schiet ik in de lach en zeg: "Wie de kelders van zijn geest gaat opruimen, hoeft niet te kijken hoeveel rotzooi er in de woonkamer ligt." Een beetje slimme patiënt antwoordt dan: "Wie zijn geschiedenis niet doorgrondt, zal in de toekomst dezelfde fouten maken." En omdat ik niet voor één gat te vangen ben, is mijn weerwoord: "Wie naar achteren blijft kijken, maakt altijd een frontale botsing."

Ik geef onmiddellijk toe dat een dergelijke interactie veel weg heeft van woordengoochelarij. En ik zal ook bekennen dat ik gek ben op taalspelletjes. Maar het spelletje dat mensen spelen met 'oud zeer' is minstens even boeiend. Traditionele hulpverleners besteden namelijk veel tijd en energie aan archeologisch spitwerk en patiënten weten dat. Op die manier hopen zij de therapeut te imponeren en tegelijkertijd de aandacht af te leiden van het werkelijke probleem.

Zo vertelt Peter dat hij maar niet kan loskomen van een vriendinnetje met wie hij 30 jaar geleden kortstondig verkering had en die hem vervolgens, zonder tekst en uitleg, op 'traumatische' wijze in de steek liet. Peter: "Ik blijf maar malen over hoe leuk het met Lies was om daarna telkens weer de pijn te voelen van het verlies." Even heb ik mij laten verleiden om naar zijn 'oud zeer' te luisteren, maar confronteer hem met de vraag: "Ja, en al dat openlijke gemijmer over die jeugdliefde wordt zonder meer door jouw huidige partner geaccepteerd?" Peter kijkt mij verdwaasd aan en zegt: "Tja, Carla vindt het niet leuk, maar zoals met de meeste kwesties blijft zij mij altijd steunen; zij heeft er zelfs begrip voor dat ik mijn vroegere vriendinnetje af en toe bel. Lies doet ook niet zo enthousiast omdat zij, zo beweert zij, gelukkig getrouwd is, maar wil me wel te woord staan om mij niet weer op te zadelen met het gevoel in de steek te worden gelaten."

Mijn vermoeden wordt bevestigd en glimlachend zeg ik: "Wat heb je het toch prachtig voor elkaar: twee meiden die voor je rennen, maar toch blijf je zeuren omdat beiden niet het lef hebben om je gemanipuleer een halt toe te roepen. Je bent als een verwend kind dat hoopt dat 'mama' ooit eens 'nee' zegt. Je verlangt een vrouw die de baas is, maar als het er op aan komt, kies je voor een trutje."

Toen ik 25 jaar geleden mijn vrouw ontmoette, en het zo nodig vond om haar te overtuigen dat mijn vroegere liefdes nog altijd een 'speciaal plekje' in mijn hart hadden, zei zij: "Dan hou je die speciale plekjes, maar dan ben ik vertrokken." In dertig seconden tijd had ik mijn 'oud zeer' verwerkt.


© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf en Jeffrey Wijnberg
Alle rechten voorbehouden

 


UW MENING

Iedere maandag schrijft psycholoog Jeffrey Wijnberg een column in De Telegraaf. Zijn vaak verrassende zienswijze maakt natuurlijk ook deel uit van De Psycholoog. Mee eens? Niet mee eens? Laat het weten!


PSYCHO-ARCHIEF

Wat schreef Wijnberg nog meer in De Telegraaf? Bekijk zijn oude columns!