[advertentie]

De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
www.wijnbergonline.nl

Publicatiedatum: 27-03-2000

Hulpverlening als prostitutie

Regelmatig hoor ik psychologen en psychiaters verzuchten: "Eigenlijk kan ik niets meer dan een prostituee die mannen aan hun gerief helpt." Afgezien van de vergelijking, geeft deze wel treffend de belevingswereld van deze opgebrande sociale werkers weer. Ook huisartsen, dominees en pastorale werkers raken dikwijls emotioneel uitgeput omdat zij zich laten 'prostitueren'. Veel van mijn collega's werken het echter zelf in de hand dat zij relationeel worden uitgebuit. Hun grootste fout is het tegemoetkomen aan elk verlangen van de klant. De man met slaapklachten eist onmiddellijke verlichting en de dokter kan het niet over zijn hart verkrijgen hem zonder recept de deur te wijzen. De vrouw, die ineens bang is geworden dat zij een hersentumor heeft, 'bestelt' de verwijzing naar een specialist voor uitgebreid neurologisch onderzoek en de dokter gaat mokkend akkoord.

Het is aardig om te zien hoe mondig mensen zijn geworden maar steeds vaker komen zij bij de specialist met hun eigen diagnose inclusief de gewenste behandeling. Van de week zag ik een vrouw in mijn praktijk die zei: "Over mijn huwelijk hoeven we niet te praten want dat zit wel goed; ik heb last van moeilijke mannen op mijn werk en ik wil dat u mij een individuele assertiviteitstraining geeft, zodat ik mijn neiging tot onderdanigheid leer onderdrukken." Lachend antwoordde ik: "Onderdanig klinkt u absoluut niet en we gaan het eerst maar eens hebben over dat fantastische huwelijk van u." Tien minuten later kon ik de papieren zakdoeken niet aanslepen, toen zij onthulde dat haar man een buitenechtelijke verhouding had.

In de prostitutie is de afspraak dat een klant tegen betaling aan zijn gerief komt. In de psychologische hulpverlening gebeurt te vaak precies hetzelfde: de klant eist een luisterend oor, troost voor zijn leed, en begrip voor zijn ellende: geestelijke bevrediging door een aai over zijn bol. En alsof dat niet genoeg is wil hij ook nog dat de hulpverlener hem ogenblikkelijk verlost van zijn levenspijn. Het is een fuik waar vooral de overijverige, naar erkenning snakkende dienstverlener inloopt. Hij geniet van zijn status allesweter te zijn, de redder in nood, de laatste strohalm waaraan de wanhopige patiënt zich vastklampt. Maar hoe meer hij toegeeft aan de wensen van de patiënt, des te afhankelijker de patiënten van hem worden. En door het gewicht dat steeds zwaarder aan hem hangt, zakt hij zelf door het ijs en schiet in depressie. Pas dan is hij bereid toe te geven dat hij zich te lang een god heeft gewaand. Het wordt tijd dat hulpverleners leren om hun klanten tegen te spreken. Daar is de mentale weerbaarheid van beide partijen het meest bij gebaat.


© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf en Jeffrey Wijnberg
Alle rechten voorbehouden

 



UW MENING

Iedere maandag schrijft psycholoog Jeffrey Wijnberg een column in De Telegraaf. Zijn vaak verrassende zienswijze maakt natuurlijk ook deel uit van De Psycholoog. Mee eens? Niet mee eens? Laat het weten!


PSYCHO-ARCHIEF

Wat schreef Wijnberg nog meer in De Telegraaf? Bekijk zijn oude columns!