JAKARTA - Het Nederlandse bedrijfsleven wil zijn sociale gezicht laten zien in Indonesië. Op initiatief van de Nederlandse ambassade wordt een plan ontwikkeld dat lokaal ondernemerschap stimuleert en maatschappelijk verantwoord ondernemen vergroot. Als het idee aanslaat, krijgen de multinationals daar in de toekomst goed geoliede lokale toeleveranciers voor terug. Met het initiatief zet het westerse fenomeen 'corporate citizenship' voet aan Indonesische wal.

Doel is lokaal ondernemerschap te stimuleren. (Foto: Ruud van der Linden)

Vroeger sluisden Nederlandse multinationals de in ontwikkelingslanden behaalde winsten zonder op of om te kijken weg naar het moederland, tegenwoordig mag dat eigenlijk niet meer. Er moet een tegenprestatie worden geleverd aan de samenleving, die de doorgaans dik belegde boterham mogelijk heeft gemaakt, zo is de trend. Die zal in dit geval bestaan uit het helpen van kleine Indonesische ondernemers bij het opzetten van een zaak. Het gaat daarbij vooral om financiering en training van bedrijfjes in bijvoorbeeld de landbouw- en verpakkingssector.

De starters zouden hun producten in de toekomst af kunnen zetten bij de Nederlandse multinationals. Die krijgen zodoende de beschikking over relatief goedkope (lokale) toeleveranciers. Aan de zijde van de Nederlandse overheid is het initiatief uit idealisme geboren. "Wij willen een aanzet geven om het Nederlandse bedrijfsleven meer dan voorheen te betrekken bij de ontwikkeling van dit land", zegt Hans Smaling, hoofd van de Economische afdeling van de ambassade in Jakarta. Het moet tegenwicht bieden aan de beeldvorming, dat de huidige globalisering niets anders is dan uitbuiting van arme door rijke landen.

In Indonesië is dat verwijt groeiende door plotselinge sluitingen van fabrieken, zoals die van de Amerikaanse multinational Nike. De sportschoengigant besloot onlangs delen van de productie over te hevelen naar andere Aziatische landen nadat nieuwe wetgeving werknemers meer salaris en betere bescherming bood.

De Nederlanders willen niet als zodanig te boek staan. Zeker niet na de commotie die eerder dit jaar was ontstaan door berichten over wijdverbreide corruptiepraktijken van het Nederlandse bedrijfsleven in Indonesië, zo lijkt het. De ambassade en de INA (de Indonesische Nederlandse Kamer van Koophandel) ontkennen echter dat er enig verband tussen de twee zaken is.

"Ik denk niet dat dat een overweging is", zegt INA-directeur Elmar Bouma. "Elk Nederlands bedrijf heeft gewoon beleid om iets aan corporate citizenship te doen."

zoek naar gerelateerde artikelen

ma 7 oktober 2002