De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
ma 7 oktober 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Over Geld 
Scorebord 
Autotests 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
---
Kopen 
Speurders 
Koopjesjager 
---
Met Elkaar 
Het De Telegraaf Transferspel
Dating 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Lezerservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   B I N N E N L A N D 
BINNENLAND ACTUEEL: NIEUWSPORTAAL
 
  'Ik wist niet wat me te wachten stond toen ik trouwde'
Leven in glazen
kooi viel zwaar


'Ik droom in Nederlands'

Van onze verslaggevers

   
 

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 15kb)
Prins Claus en koningin Beatrix tijdens de kerkelijke inzegening van hun huwelijk. (Foto: ANP)
AMSTERDAM - Het leven in een glazen kooi valt prins Claus de jaren na het huwelijk niet mee. Hij had moeite met zijn ingeperkte rol. Toch kwijt hij zich met met grote plichtsbetrachting van zijn taak als steun en toeverlaat voor eerst prinses en daarna koningin Beatrix.

Zelf formuleerde hij het op een gegeven moment aldus: "Ik wist eigenlijk niet goed wat mij in Nederland te wachten stond toen ik trouwde. Ik was een beetje naïef geloof ik. Ik had geen idee wat de monarchie inhield. Ik heb een tijdlang zelfs gedacht: misschien kan ik een post op een Nederlandse ambassade krijgen. En dan gaan wij ergens in Afrika, Zuid-Amerika of Azië wonen. Wat het betekent om de hele tijd in een glazen huis te zitten, dat gevoel kun je ook niet inschatten. Het is veel moeilijker dan ik had gedacht dat het zou zijn."

Populariteit

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (284x426, 23kb)
De trotse vader Claus draagt zijn vijftien maanden oude zoon Willem-Alexander op handen. (Foto: ANP)
De start in Nederland is niet makkelijk. Tijdens hun huwelijk in maart 1966 wordt Claus met rookbommen verwelkomd. Het kan echter verkeren. Door hard te werken en altijd zichzelf te blijven werkt hij zich op tot het meest geziene lid van het Koninklijk Huis. Met name de laatste jaren is hij mateloos populair.

Enerzijds omdat zijn voorkomen vertedering oproept, anderzijds omdat hij in toespraken geen blad voor de mond neemt. Claus is consequent zichzelf.

Toch blijft hij altijd loyaal aan zijn vrouw, en kent hij de beperkingen van de ministeriële verantwoordelijkheid. In een interview in 1988 zei koningin Beatrix: "We hebben natuurlijk gedeelde functies, in die zin dat mijn man zijn eigen taak heeft, maar hij steunt mij heel erg met zijn adviezen en zijn vaak heel goede ideeën. Wij vullen elkaar erg goed aan, ook qua belangstelling. Je moet het samen doen. En ik ben dus erg gelukkig dat ik mijn leven deel met iemand die bereid is om dit ook op zich te nemen."

Maar ook de warme gevoelens voor haar man verdiepten zich steeds. Tijdens het recente interview ter gelegenheid van haar twintigjarig regeringsjubileum sprak de Koningin: "Ik moet zeggen, ik zou niet zonder zijn steun kunnen. Ik heb veel geluk gehad dat ik iemand in mijn leven heb die mij kritisch volgt, die me steunt en die me aanvult en waar ik alles mee kan bespreken. Dat is zo fijn."

Prins Claus heeft altijd blijk gegeven van een vlekkeloos constitutioneel besef, door zich steeds nauwgezet rekenschap te geven van de grenzen van zijn bewegingsruimte.

Wie de prins particulier meemaakte, zag een heel andere man. Een scherp en intellectueel debater die er genoegen in schiep om ferm stelling te nemen. Ook beschikte hij over een scherp gevoel voor humor en sprak hij met zelfspot wel over zichzelf als: "I am the non-smiling member of the family" (Ik ben het niet-lachende lid van de familie).

Dat gevoel voor humor was al vroeg ontwikkeld en kon erg ver gaan. Zo heeft hij koningin Beatrix tijdens hun verlovingstijd de stuipen op het lijf gejaagd door tijdens een nachtelijk partijtje waterskiën zich te laten vallen en doodstil in het water te blijven liggen. Niet reagerend op het roepen van de aanwezige beveiligers en zijn aanstaande vrouw. Pas toen zij ten einde raad was, liet hij weer wat van zich horen.

In de keuken scoorde prins Claus met zijn zelfgemaakte uiensoep naar eigen recept. En tijdens de zomervakanties in het Italiaanse Tavernelle drukte de 'snelle' prins Claus het gaspedaal van zijn BMW soms zo ver in dat de hem volgende leden van de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB) hem amper konden bijhouden. En hoezeer uiterlijke schijn vaak bedriegt bewees hij tijdens het staatsbezoek aan IJsland in juli 1994. Uit het zicht van tv-camera's en journalisten zoefde prins Claus op een ijsscooter (!) met koningin Beatrix achterop door de sneeuw en genoot zo in privé-kring van het uitgestrekte gletsjergebied aan de oostkust van het eiland.

Prins Claus heeft in zijn leven 61 functies en erefuncties bekleed. De meeste tijd investeerde de prins als adviseur van de opeenvolgende ministers van Ontwikkelingssamenwerking.

In zijn functie van Bijzonder Adviseur voor Ontwikkelingssamenwerking, Inspecteur-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en lid van de Adviescommissie uit het bedrijfsleven voor Buitenlandse Zaken, verzette de prins decennia lang grotendeels achter de schermen en met een gedreven toewijding, bergen werk.

Daarnaast had hij sinds 1967 zitting in de Raad van State, was onder andere commissaris van De Nederlandsche Bank en de PTT, honorary fellow van het Institute of Social Studies, beschermheer van de Bachvereniging, het Concertgebouworkest en het Holland Festival, erevoorzitter van de Koning Willem I Stichting, de Stichting Nederlandse Vrijwilligers en het Koninklijk Instituut voor de Tropen en bestuurslid van het Nationaal Park de Hoge Veluwe, de Kröller-Möller Stichting en de Vereniging tot behoud van de Waddenzee.

Prins Claus had twee werkkamers in de 'Apenrots' zoals het gebouw in Den Haag wordt aangeduid, waarin de ministeries van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking zijn ondergebracht. Als het aan de prins lag sloeg hij geen enkele stafvergadering van de ministersstaf over. Het boek De Prins Gemaal vermeldt hierover dat prins Claus in deze functie 'een markante intellectuele rol heeft gespeeld' als adviseur van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Hij had een diepe bewondering voor kennis en bloeide zichtbaar op in de stimulerende atmosfeer van serieus debat.

Intellectueel debat heeft een grote aantrekkingskracht op hem, zoals hij zich tot intellectuelen ook het meest aangetrokken voelt. "Niet zelden stuurde hij een gelezen boek voorzien van kanttekeningen naar iemand op met het verzoek om commentaar. Bedoeld als invitatie voor een nader gesprek of aanzet voor een debat." Zo ook de talloze notities ('blocnootjes') in minuscuul handschrift die hij op het ministerie verstuurde naar stafleden en ambtenaren, vaak voorzien van een uitgeknipt stukje uit Le Monde of Frankfurter Allgemeine.

De meeste ambtenaren met wie hij op het ministerie omging beschouwden hem als 'een collega' en gingen op informele voet met hem om. De meesten spraken hem gewoon aan met 'prins Claus', sommigen tutoyeerden hem. Enigerlei eisen aan de omgangsvormen heeft hij nooit gesteld, behoudens "de wens om serieus genomen te worden", zo formuleerde een naaste medewerker het.

De oorzaak dat hij altijd op de achtergrond opereerde zat in zijn karakter. Hij was zeer bescheiden, dat was één van zijn meest wezenlijke eigenschappen. "Hij zou zich nooit opdringen, zich niet op zijn positie laten voorstaan en niet meer ruimte in beslag nemen dan hij nodig had", zei een van zijn ambtenaren ooit over hem.

Zijn werkkamer bij Ontwikkelingssamenwerking op de zevende etage was een sprekend voorbeeld van deze bescheidenheid en wordt in het boek De Prins Gemaal van de auteur Harry van Wijnen toepasselijk beschreven: "Een zeer eenvoudige kamer, gevuld met een simpel bureau, een overjarige bureaustoel (niet van ontwerpers als Eames of Starck, maar van de Hema) en een met kunstleer beklede bank, van het soort dat op ophaaldagen voor het grof vuil in de Laan van Meerdervoort en omgeving op het trottoir wordt gezet."

In de functie van eerst bijzonder en later algemeen adviseur van de minister van Ontwikkelingssamenwerking, tevens inspecteur-generaal ontwikkelingssamenwerking, heeft prins Claus de hele wereld bereisd en fundamentele en oorspronkelijke geluiden laten horen - met name op het terrein van de ontwikkelingseconomie - die hem in de loop der jaren een gezaghebbende stem in de Derde Wereld hebben verleend.

Als voor ambtenaren geldt dat zij een duurzame invloed op het beleid hebben doordat zij hun ministers overleven, dan gaat dat voor prins Claus zeker op: met de uitzondering van minister Pronk - die in anciënniteit zijn evenknie is - laat hij alle ministers van Ontwikkelingssamenwerking in dienstjaren ver achter zich en zelfs de meeste ambtenaren van dit departement.

In één van zijn schaarse televisie-interviews ter gelegenheid van zijn zilveren huwelijk in 1991 werd prins Claus gevraagd of hij zich wel met Nederland heeft kunnen identificeren?

Hij zei hier toen op: "Ik denk en droom vaak in het Nederlands, alleen snel rekenen doe ik nog in het Duits. Als ik voor een reis op Schiphol sta, vraag ik mij wel eens af, waarom ga ik eigenlijk weg. Het is hier zo mooi en je voelt je zo lekker hier. Als je zegt: je bent Nederlander, dan betekent dit ook dat je Europeaan bent. Dus is het niet zo belangrijk wat je formeel bent. Maar wat voor mij belangrijk is, hoe je je voelt als individu, als Claus. En deze Claus voelt zich het meeste thuis in dit land, waar alles op een heel bijzondere manier is geregeld, anders dan in andere landen. Met als resultaat dat de welvaart en het welzijn van de mensen voor de regeerders en voor allen die verantwoordelijkheid dragen, heel belangrijk zijn. Het is een door en door democratisch land."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


ma 7 oktober 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.