De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
za 5 oktober 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Over Geld 
Scorebord 
Autotests 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
---
Kopen 
Speurders 
Koopjesjager 
---
Met Elkaar 
Het De Telegraaf Transferspel
Dating 
Nieuwsquiz 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Lezerservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
SPORT ACTUEEL: NIEUWSPORTAAL
 
  Gêne van het
genie John McEnroe

   
 

EINDHOVEN - Waar hij opduikt, heerst nog steeds consternatie. Er gebeurt iets, het zingt door de lucht. Ook in Eindhoven, waar Johnny Mac voor het evenement van Eltingh en Haarhuis is neergestreken. John McEnroe. Eigenlijk is hij alleen uiterlijk veranderd. Grijze haren, tanige spieren, maar dezelfde priemende blik in de ogen. De felheid straalt er nog steeds vanaf. Hij 'eet' het leven en vond het de hoogste tijd zijn talloze belevenissen in een autobiografie te vervatten. 'Serious' is de naam van het boek, dat in twee maanden tijd in Amerika een bestseller werd. Serious? Are you kidding?

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 15kb)
John McEnroe (Foto: Fotografie Rob de Jong)
Het gemak waarmee hij de ballen in de gewenste richting dirigeert, wekt nog steeds de nodige jaloezie op. Akkoord, het tempo is gezakt, de kracht is weggevloeid, maar de stijl is onmiskenbaar. Korte achterzwaai, de ballen op het hoogste punt nemen en naar het net stormen. Een fenomeen op leeftijd slaat met andere tennisvedetten van weleer een balletje in het Indoor Sportcentrum van Eindhoven. De Delta Senior Tour, die bijna geheel op de roem van John McEnroe draait, doet ook Nederland aan. Eindhoven wel te verstaan, waar hij tijdens de Alex Tennis Classics een hoofdrol vertolkt. McEnroe is de naam. "Yeah, but who the hell are you?"

Ook op zijn 43ste acht de voormalige Super Brat de aanval nog steeds de beste verdediging. Maar achter zijn uitgesproken meningen, shockerende kritieken en niets verhullende verbale uitbarstingen schuilt diep van binnen een verlegen man, die voortdurend met de gedachte heeft rondgelopen, dat de hele wereld tegen hem was. De gêne van een genie wordt door de hoofdrolspeler zelf blootgelegd in de autobiografie Serious, die onlangs van zijn hand verscheen. Althans, hij waagt een poging zijn eigen, gecompliceerde brein te ontrafelen.

Precies tien jaar geleden sloot McEnroe zijn imposante loopbaan af, waarin hij 77 enkelspel- en evenzoveel dubbelspeltitels veroverde. Het was mooi geweest. Hij was vier jaar lang ('80-'84) nummer één van de wereld, won Wimbledon drie keer en de US Open viermaal en had genoeg centen op de bank voor een zorgeloos leven. Toch bleef bij zijn vele supporters - hoewel het aantal vijanden ten minste zo groot zal zijn - altijd hangen, dat Big Mac tot meer in staat geweest moet zijn. Maar zijn weerbarstige karakter speelde hem parten. En nog steeds, getuige de anti-woede therapieën die hij wekelijks volgt. "Ik moet constateren, dat het iets beter gaat. Ik tel steeds vaker tot tien, voordat ik antwoord geef. Vroeger begon ik onmiddellijk vuur te spuwen."

Hij betuigt ook spijt aan degenen, die hij tijdens zijn grillige loopbaan - vaak volkomen ten onrechte - de huid heeft vol gescholden. "Aan alle toeschouwers, umpires, lijnrechters, hoofdscheidsrechters en andere officials: als het een genoegdoening is na zoveel jaren bied ik hierbij mijn excuses aan voor mijn niet te tolereren gedrag van destijds. Meestal had ik meteen na afloop van zo'n uitbarsting al spijt. Sommige slachtoffers van mijn wangedrag heb ik echter nooit persoonlijk mijn excuses kunnen aanbieden. Bij deze."

Spijt betuigen? Een knieval maken? Het lijkt niets voor de man, wiens woorden zeker zo vaak doel troffen als zijn met dodelijke precisie geplaatste slagen op de tennisbaan. Maar, evenals de rest van zijn stadgenoten, heeft 11 september 2001 ook McEnroe doen inzien, dat er belangrijker zaken in het leven spelen dan het schofferen van een umpire of het verpletteren van een tegenstander. "Ik wil geen karikatuur van mezelf worden. Nine Eleven heeft ons allemaal aangegrepen. Dat hielden we niet voor mogelijk. Wij zijn in onze ziel geraakt. Het eerste wat in mij opkwam, toen de ernst van de zaak tot me was doorgedrongen, was, waar zijn mijn kinderen (inmiddels heeft hij er zes, red)? Zijn ze veilig? De telefoons werkten niet. Ik ben bijna radeloos op zoek gegaan en gelukkig waren ze ongedeerd. Die aanslag heeft me de extra duw gegeven om mijn memoires aan het papier toe te vertrouwen onder de noemer Serious. Want het was en is menens in tegenstelling tot de quasi-ernstige manier, waarop ik door het leven ging."

Daarnaast leeft hij met de angst, dat op een dag niemand John Patrick McEnroe meer kent of herkent. Een deel van hem is verslaafd aan publieke aandacht. Welke stap hij ook na zijn tenniscarrière zal zetten, de wereld mag meegenieten zolang de wereld dat pruimt. McEnroe kiest de aanval, zoals zijn snelle benen hem op de baan in razend tempo in een uitstekende netpositie manoeuvreerden. Hij vergt het uiterste van zichzelf, maar is sinds zijn jeugdjaren ook altijd een teamspeler geweest. De Daviscup was hem op het lijf geschreven. Als één van de weinige single-sterren bouwde hij aan de zijde van vriend Peter Fleming een imposante dubbelcarrière op. Het feit dat je immer in je eentje de klus moest klaren, heeft hem parten gespeeld. Tennis werd een obsessie, genieten kon hij bijna niet van de successen, die hij boekte.

"Je staat daar in je eentje in een volgepakt stadion. Je vecht tegen twee mensen: jezelf en de tegenstander. In mijn juniorentijd had ik geen scheldkanonnades nodig, smeet ik niet met rackets. Maar naarmate ik beter werd, werd de druk groter. Men verwachtte veel van mij, maar ikzelf verwachtte nog meer. Het tennis achtervolgde mij in plaats van andersom. Soms dacht ik terug aan vroeger. Was ik nog maar krantenbezorger of ballenjongen. Lekker onbezorgd, geen stress aan je hoofd. Het dubbelen, iets samendoen met een ander, werkte in mijn hoogtijdagen vaak heilzaam op me. Het fungeerde als bliksemafleider. De verantwoordelijkheid, de lol en het verdriet kon ik dan delen. Anders was het nog eenzamer geworden aan de top."

Daarom begreep hij landgenoot Jimmy Connors ook niet. Jimbo koos altijd voor zichzelf en het geld, waar Mac het uitkomen voor zijn land een eer vond. McEnroe geeft ook ronduit toe, dat zijn aversie tegen James Scott Connors nooit door de man in kwestie kon worden weggenomen. Niet zelden maakten zij elkaar, zowel op als buiten de baan, voor rotte vis uit. In 1984 liep de ruzie zo hoog op, dat aan de vooravond van een Daviscupwedstrijd (Connors was eindelijk een keer overgehaald om voor zijn land uit te komen) Jimbo weigerde aan hetzelfde diner aan te zitten als McEnroe. Beiden eigengereid en beiden beseffend, welke status zij hadden opgebouwd. Maar het liefst geen duimbreed aan elkaar toegevend.

McEnroe was op het hoogtepunt van zijn roem. De hele wereld lag aan zijn voeten. "Ik was de grootste, de nummer één van de wereld. Van binnen was ik echter leeg. Ik had geen vriendin en leefde in een roes. Die discrepantie moest eruit. Mijn gedrag werd er niet beter op. Achteraf constateer ik, dat ik destijds een enorme klootzak was. Zelfs voor mijn eigen moeder had ik geen goed woord over." Zoals hij ook Brad Gilbert over de hekel haalt, de toptienspeler van weleer, die jarenlang Andre Agassi begeleidde. "Ik heb één keer van Gilbert verloren. Dat was het dieptepunt in mijn loopbaan. Zelden heb ik zo'n negatief ingesteld, vermoeiend mens meegemaakt."

Ontboezemingen van een man, die tegenwoordig een kunstgalerie bezit in de New-Yorkse wijk Soho, die nog steeds over de wereld rondtoert met het senior-circuit, die al tien jaar werkt als tenniscommentator voor NBC en USA Network en die verwoede pogingen onderneemt om als gitarist en leadzanger te slagen. Patty Smyth, zijn tweede vrouw na Tatum O'Neal, sloeg echter alle hoop de bodem in. Zijzelf bereikte als zangeres van Scandal de status van popster en dat is volgens haar voor haar echtgenoot niet weggelegd. En dat terwijl McEnroe gitaarlessen kreeg van gearriveerde rockbeesten als Ronnie Wood, Keith Richards, Carlos Santana, Stephen Stills, Bill Wyman en Eddy van Halen, om er een paar te noemen, en voor zijn zangcapaciteiten werd begeleid door niemand minder dan Joe Cocker. De toekomst van de reeds jaren bestaande groep John McEnroe Band ziet er evenwel minder florissant uit dan zijn tennisloopbaan lange tijd is geweest.

Toch kan hij het spelletje, ook nu hij de ernst van het leven ten volle is gaan inzien, niet vergeten. Zijn klassieke gevechten met Björn Borg en Ivan Lendl staan nog in het geheugen gegrift. De Zweedse koelkast tegenover de recalcitrante rebel. De Tsjechische robot tegenover de vuurspuwende vulkaan. Hoe je ook over McEnroe denkt, hij heeft een grote bijdrage geleverd aan de toegankelijkheid en de populariteit van de tennissport wereldwijd. Juist door zijn weerbarstige karakter, zijn handelsmerk dat hem in totaal meer dan 80.000 dollar boete kostte, naast zijn onnavolgbare, agressieve stijl. Hij wilde het tennis van het duffe imago ontdoen zonder de historie uit het oog te verliezen. Dat is hem niet altijd in dank afgenomen, maar hij effende wel het pad voor de huidige generatie toppers, die mede dankzij McEnroe een onwaarschijnlijke goede boterham verdienen.

Hij mist bij deze generatie de bezieling en de kameraadschap. "Wij konden niet eens een permanente coach betalen. Tegenwoordig lijken de spelers op reizende consortia. Voedingsdeskundigen, masseurs, artsen, trainers, psychotherapeuten, alles en iedereen reist mee. Zij kunnen zich ook bijna geen frivoliteiten permitteren. Maar ik verwijt hen dat zij de tennisgeschiedenis aan hun laars lappen. Je moet weten waar de sport vandaan komt, wie de grootheden zijn geweest. De vervlakking is al een tijdje geleden ingezet. Het is treurig dat te constateren. Wij waren persoonlijkheden met ieder onze eigenaardigheden. Ik ben blij dat ik daar deel van heb uitgemaakt."

Een wijsheid, die zeker op hem zelf van toepassing is. John McEnroe hoeft zich geen zorgen te maken, dat hij wordt vergeten. De stralenkrans hangt stevig om zijn nek. En dreigt het licht te doven dan is hij mans genoeg op eigen kracht de flikkerende kaars van nieuwe impulsen te voorzien. Want John McEnroe blijft, ondanks het groeien der jaren en dus van de verantwoordelijkheden, nu eenmaal John McEnroe: the rebel with a cause.




 

zoek naar gerelateerde artikelen


za 5 oktober 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.