De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
wo 2 oktober 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Over Geld 
Scorebord 
Autotests 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
---
Kopen 
Speurders 
Koopjesjager 
---
Met Elkaar 
Het De Telegraaf Transferspel
Dating 
Nieuwsquiz 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Lezerservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   B I N N E N L A N D 
BINNENLAND ACTUEEL: NIEUWSPORTAAL
 
  'Alles onder controle'
   
 

MANAS (Kirgizië) - "Perfect gevlogen, op naar de volgende missie." Dat waren de eerste woorden van de twee Nederlandse jachtvliegers na hun vlucht gisteren boven Afghanistan in het kader van operatie Enduring Freedom, de oorlog tegen het terrorisme.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (512x341, 25kb)
.
Bijna vijf uur na hun vertrek landden de F16's met hun dodelijke GBU-12 bommen nog onder de vleugels op het militaire veld van Manas, in de voormalige Sovjetrepubliek Kirgizië. Eén van de piloten, een jonge kapitein-vlieger (de namen van de piloten blijven uit vrees voor represailles buiten de publiciteit) zat met zijn duim omhoog in de cockpit: "Omdat we zijn uitgerust met gevechtsvesten, compleet met water, satellietnavigatie, seinmiddelen, radio's en een pistool is het een beetje krap in de cockpit. Als je moet plassen en dat is onvermijdelijk op zo'n lange vlucht, wil je niet per ongeluk je schietstoel activeren terwijl je in de weer bent met de speciale zak. Eén moment van onachtzaamheid kan fataal zijn."

De Nederlandse toestellen beten gisteren het spits af in het met Noren en Denen gedeelde squadron, dat een eenheid Franse Mirages 2000D's en Amerikaanse F18 Hornets aflost. En hoewel er noch lasergeleide bommen zijn gegooid, noch Amraamraketten werden afgeschoten, werd de hulp van de luchtmacht ingeroepen door een konvooi van de alliantie in het onherbergzame zuiden van Afghanistan.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (512x341, 19kb)
.
De kapitein van de F16 met registratienummer J008: "We hebben een militaire colonne beveiligd en begeleid. De bemanning van een Amerikaans A10 antitankvliegtuig vroeg daar om. We zijn op mediumhoogte gebleven om eventuele vijanden op de grond met vanaf de schouder af te vuren raketten geen vrij spel te geven. Maar als er Taliban-eenheden in de buurt waren, hebben die ons ongetwijfeld gehoord of de condensstrepen in de lucht gezien. Alleen onze aanwezigheid is al een afschrikwekkend middel."

Op dit moment zijn drie F16's en een KDC-10 tankvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht boven Afghanistan actief. Volgende week worden nog eens drie Nederlandse jachtvliegtuigen naar Centraal-Azië overgevlogen. Samen met zes Deense en zes Noorse F16's moeten de toestellen Taliban- en Al-Qaedastrijders te lijf gaan als die geallieerde grondtroepen aanvallen of bedreigen.

Luchtsteun

Luitenant-kolonel Ralph Reefman, commandant van de Nederlands-Scandinavische eenheid: "Ik ben ervan overtuigd dat we de komende tijd bommen zullen gaan afwerpen. Een paar dagen geleden sprak ik een Amerikaan van de special forces op de grond en die vertelde me dat hij de afgelopen tijd dertig operaties had uitgevoerd en diverse keren luchtsteun had gevraagd en gekregen. Toen waren het de F18's van de US Marines en Franse Mirages die te hulp schoten, sinds gisteren zijn het onze F16's."

Op de uitspraak van de Amerikaanse brigadegeneraal Myron Ashcraft, commandant van de basis in Kirgizië, dat de Europese inzet boven Afghanistan vooral een symbolische waarde heeft, reageert de Nederlandse squadroncommandant laconiek. "Zelfs de Amerikaanse luchtmacht tovert niet zo maar achttien hypermoderne jagers uit de hoge hoed", aldus de overste. "Wij zijn het die nu het Afghaanse luchtruim controleren. Er zijn helikopters en tankkillers en de US Navy heeft vanaf vliegdekschepen opererende toestellen, maar van alle jachtvliegtuigen vormen wij de hoofdmoot, 24 uur per etmaal. Ik ben er uitermate trots op dat Nederlandse piloten de eerste missie hebben gevlogen. Sinds wij in het verleden boven Bosnië en Kosovo konden laten zien wat we in huis hebben, geldt de Koninklijke Luchtmacht voor de Amerikanen als lid van het A-team. Minder dan vijf internationale luchtmachten mogen zich tot die selecte groep rekenen."

Trefkans

De jagers werden gisteren in de lucht viermaal bijgetankt, ook door een Nederlandse KDC-10. De toestellen dragen onder de romp een laser-doelaanwijssysteem. Dat zorgt ervoor dat de GBU-bommen, uitgerust met een richtkop en stuurvinnen, gedurende het laatste gedeelte van hun 'vrije val' automatisch naar het doel worden gedirigeerd. Trefkans: bijna honderd procent. Overigens zijn er in Afghanistan ook specialisten van grondtroepen aanwezig die doelen kunnen aanstralen.

Een van de Nederlandse vliegers over de missie: "Ik hoorde om half twee 's nachts dat ik die volgende ochtend zou vliegen. Eigenlijk was de primeur voor de Noren, maar omdat die hun papierwerk niet voor elkaar hadden, konden wij gaan. Natuurlijk is dat een kick en ben je ondanks de spanning blij. Als je dan al die bergtoppen vanuit de cockpit ziet en dat woeste terrein ver onder je, gaat er wat door je heen."

In totaal bevinden zich nu meer dan 150 Nederlandse militairen in Kirgizië, een straatarme bergrepubliek met 4,6 miljoen inwoners, waar het in de zomermaanden tropisch warm en in de winter Siberisch koud is. Naast de vliegers is ook het grondpersoneel rondom de klok actief om de jagers in de lucht te houden. De 47-jarige sergeant eerste klas Jed Suitela, munitiespecialist, in de verzengende hitte op de flightline van de basis: "Ik zit hier nu twee weken en zorg er met mijn collega's voor dat de Amraam-raketten en GBU-bommen in perfecte staat aan en onder de vliegtuigen hangen. Als je niets te doen hebt, zou je misschien opzien tegen deze missie, maar verveling is wel het laatste waar ik hier over klaag."

Dat geldt ook voor een beveiliger van het 35 militairen tellende 640e bewakingssquadron van de vliegbasis Volkel. De met een Diemaco-geweer bewapende sergeant eerste klas: "We hebben al de nodige incidenten gehad. Er worden rugzakken over de hekken rond de basis gegooid en brandjes gesticht. Sommige Kirgiziërs proberen ons uit, ze kijken tot hoe ver ze kunnen gaan. Ik weet niet of ze op diefstal uit zijn of dat hun acties een militair karakter hebben, maar wij staan elke minuut van de dag op scherp."

Beloning

Eerder dit jaar verscheen een artikel in de Central Asia Times, waarin lokale Taliban-vertegenwoordigers een beloning van 25.000 dollar uitloofden voor iedere soldaat van de antiterrorismecoalitie. "Dead or alive." Maar Amerikaanse militaire inlichtingendiensten konden de bron niet ontdekken en van acuut gevaar lijkt geen sprake.

De piloten van het Nederlandse detachement concentreren zich dan ook op hun werk: vliegen, beschermen, bevoorraden en tanken. Zo zegt Ron Kloosterman, hoofd van de KDC-10-operaties van de luchtmacht: "We hebben drie maanden vanuit Qatar geopereerd en in die periode 4,5 miljoen liter brandstof in tientallen vliegtuigen gepompt en negen F16's vanuit Europa naar hier begeleid." Zijn vrouwelijke copiloot: "Dit werk is een enorme uitdaging, ik kom uit de commerciële vliegwereld, maar op de KDC-10 is elke dag, elk moment anders."

Voor de F16-vliegers geldt dat laatste zeker. Een van de twee piloten die gisteren de eerste missie voltooiden: "Je moet alles in de gaten houden. Als het weer omslaat, weet je dat het risico bestaat dat de tanker niet in het gebied is en dat je brandstof opraakt. Dan moet je kunnen uitwijken naar het dichtstbijzijnde veld. Sinds gisteren zijn voortdurend twee jagers van dit squadron 'on station'. Onze groep Nederlandse vliegers traint al een jaar samen, als voorbereiding op deze missie. Je hoeft maar naar de ander te knikken om te weten wat je wingman bedoelt. Dat geeft een gevoel van veiligheid."

Zijn commandant, luitenant-kolonel Reefman, die het wat hoogdravende credo voor de operatie 'Flexibility, Teamwork, We'll make it happen!' verzon: "Bij grote operaties als deze gaat het erom dat we met zijn allen één zijn. Van de man die in het holst van de nacht broodjes voor de piloten smeert, de bewaker aan de poort, tot de vlieger in zijn F16. Je moet bereid zijn alles voor die ander te doen. Ik ben trots op mijn mensen."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


wo 2 oktober 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.