INDIANAPOLIS - Niets of niemand leek een elfde Grand Prix-zege voor Michael Schumacher in de weg te staan, toen de Duitse wereldkampioen gisteren op de Indianapolis Motor Speedway aan de 73e en laatste ronde van de Grand Prix van de Verenigde Staten begon. Met in zijn kielzog Ferrari-teamgenoot Rubens Barrichello vloog Schumi door de laatste bocht richting het lange rechte eind en liet vervolgens het gas los om Barrichello langszij te dulden. Zij aan zij de beroemde finishlijn over, een mooier slot was in de ogen van Schumacher niet denkbaar. Maar of hij in dat broederlijke scenario ook de winst aan Barrichello had bedacht, zal wel altijd een geheim blijven. De Braziliaan drukte zijn voorvleugel een fractie van een seconde eerder over de meet en won, tot zijn eigen verbazing, zijn derde GP van het seizoen.

Rubinho wist na afloop nauwelijks raad met het niet verwachte presentje, dat hem door teamgenoot Schumacher was overhandigd. "Vanuit de pits waren er geen orders gegeven, ik wist in de laatste bocht eerlijk gezegd ook niet wat te doen", klonk Barrichello onbeholpener dan ooit. De naast hem zittende Schumacher maakte even later al niet veel meer duidelijk: "Ik wilde graag zo tegelijk mogelijk over de streep gaan", klonk zijn verklaring voor de bizarre laatste meter van de Amerikaanse GP. "We hebben dit seizoen al zoveel records gebroken, het record 'de finish met het kleinste verschil' kan daar ook nog wel bij", sprak hij met een gelaatsuitdrukking die een fraaie mengelmoes van vreugde en woede vertoonde. "Of ik Rubens wilde laten winnen? Misschien..."

De GP USA kreeg dus een spraakmakend slot, na een race die in de geschiedenisboeken weinig ruimte zal opeisen. De van pole-position vertrokken Schumacher en Barrichello gingen keurig achter elkaar door de eerste bocht en zouden die twee posities tot letterlijk de laatste meter niet meer uit handen geven. In de garage van het Williams-team gingen de gezichten al in de tweede ronde op onweer, toen de twee Williams-BMW-coureurs Ralf Schumacher en Juan Pablo Montoya met elkaar in botsing kwamen. Ralf Schumacher verloor daarbij zijn achtervleugel en vond zichzelf alweer terug in de pitsstraat voordat zijn banden goed en wel waren opgewarmd. Na een servicebeurt van bijna anderhalve minuut kon de Duitser zijn race nog wel voortzetten, maar in de strijd om WK-punten deed hij niet meer mee.

Montoya, die door de botsing even door het gras moest, wist uiteindelijk nog als vierde te finishen, vlak achter David Coulthard, die als enige niet-Ferrari-coureur het erepodium mocht betreden.

Spraakmakender dan de race was in Indianapolis het nieuws dat voormalig wereldkampioen Phil Hill en zijn toenmalige Ferrari-teamgenoot Dan Gurney plannen hebben een compleet Amerikaans Formule 1-team op te richten. De 71-jarige Gurney, viervoudig GP-winnaar, meldde dat beide veteranen - Hill is 75 jaar - al zo'n twee jaar met de plannen rondlopen maar er de afgelopen negen maanden serieus mee aan de slag zijn gegaan. "Het moet een Amerikaans team worden, met een Amerikaanse eigenaar en Amerikaanse coureurs", aldus Gurney, die tevens wist dat F1-baas Bernie Ecclestone positief tegen de plannen aankeek en Cosworth (Ford) bereid was gevonden een motor aan het eventuele nieuwe team te leveren.

Cosworth-baas Niki Lauda bevestigde gesproken te hebben met Gurney. "Er wordt onderhandeld, maar er is nog niets ondertekend", aldus Lauda, die zijn Jaguar-coureurs gisteren tijdens de race weinig potten zag breken. De la Rosa was de eerste uitvaller van de race, Irvine finishte als tiende.

Paul Stoddart, baas van het Minardi-team, die binnenkort de Amerikaanse coureur Bryan Herta in een van zijn bolides laat testen, liet weten niets te maken te hebben met de plannen van Hill en Gurney. "Maar ik zou er graag bij betrokken zijn, want de eerste die met een compleet Amerikaans team in de Formule 1 stapt, legt een enorm grote nieuwe sponsormarkt bloot."

Aan het F1-circus van directeur Ecclestone mogen maximaal twaalf teams deelnemen, maar sinds het faillissement van Prost afgelopen seizoen en de dreigende ondergang van het noodlijdende Arrows dit jaar is er in ieder geval wel weer plaats voor nieuwe aanwas. Overigens zijn de 'entreekosten' voor een nieuw team pittig: niet minder dan 48 miljoen dollar moet iedere nieuwkomer betalen, nog voordat er ook maar één meter is gereden.

zoek naar gerelateerde artikelen

ma 30 september 2002