De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
vr 13 september 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Over Geld 
Scorebord 
Autotests 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
---
Kopen 
Speurders 
Koopjesjager 
---
Met Elkaar 
Het De Telegraaf Transferspel
Dating 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Lezerservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
SPORT ACTUEEL: NIEUWSPORTAAL
 
  Nando Rafael: de bal als redding

door Raymond Kerkeckhoffs

   
 

BERLIJN - Pas acht jaar was hij toen hij de schoten hoorde die zijn hele familie uitmoordden. Zwervend tussen asielzoekerscentra vond een kleine Angolees in Nederland het veilige bestaan van het leven terug. Nando Rafael. Het geluk leek hem toe te lachen toen Ajax zijn talent ontdekte. Maar de ambtelijke regels in Nederland kennen geen pardon. Zelfs niet voor een rijzende voetbalster. Om zijn droom te verwezenlijken moest de 18-jarige weer alles en iedereen achterlaten. Opgevangen door Huub Stevens hoopt hij nu bij Hertha BSC te slagen.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 19kb)
Nando Rafael. (Foto: Fotografie Rob de Jong)
Bij een van de laatste overgebleven stukken van de Berlijnse Muur staat Nando Rafael even stil. Aandachtig kijkt hij naar het politieke bouwwerk dat door de kleurrijke graffiti zijn grauwe aanblik enigszins is kwijtgeraakt. "Ik had me de muur anders voorgesteld. Veel hoger, veel dikker en met daar boven op prikkeldraad. Ik ken het politieke verhaal uit de geschiedenislessen op de mavo. Hoe mensen hier dood werden geschoten, omdat ze naar hun familie aan de andere zijde van de stad wilden gaan. Ongelooflijk wat een volk zichzelf kan aandoen. Hoe wreed de mens kan zijn."

Als geen ander kent Nando Rafael immers de verschrikkelijke zijde van de mensheid. De pijn van de burgeroorlog in Angola draagt hij iedere dag met zich mee. Amper acht jaar oud was de kleine Nando toen zijn hele familie werd vermoord, enkel en alleen omdat zijn vader in de politiek actief was. Een trieste dag waar hij zelden over sprak. Nog steeds doet ieder woord over die gruwelijke gebeurtenis hem zichtbaar pijn. "Duizenden keren heb ik geprobeerd alles te vergeten. Je kunt er mee leren leven, maar je draagt het voor altijd met je mee. Mijn hele leven zal ik bij die afgrijselijke dag stil staan."

Op de bewuste avond ging Nando bij de buren voetbal op de televisie kijken. Na de wedstrijd zou hij direct terugkeren bij zijn vader en moeder en bij zijn oudere broer en jongere zusje. "Toevallig was ik die avond niet thuis. Ik zat bij de buren voor de televisie toen we schoten hoorden. Dat was niets nieuws. Er was immers een burgeroorlog in Angola. Alleen waren de schoten ditmaal dichtbij. Angstaanjagend dichtbij. Ik had in de gaten dat er iets mis was, maar wist niet wat. Jeetje, ik was pas acht jaar. Dan sta je er toch niet bij stil dat je hele familie vermoord kan worden? Die nacht moest ik bij de buren blijven slapen. De volgende dag vertelden ze me wat er gebeurd was. Het was verwarrend. Héél onwerkelijk. Ik begreep er niks van. Zoiets is toch niet uit te leggen? Sta je daar als klein jongetje en ben je ineens een wees. Een grotere nachtmerrie bestaat er niet. In een keer alles weggevaagd. Ik heb zelfs niets tastbaars meer van mijn familie. Geen enkele foto, niks..."

Even stokt zijn adem en staart hij voor zich uit. Zijn ogen worden nat, terwijl het immense verdriet hem weer overmeestert. Na een pijnlijke stilte neemt Nando Rafael een slokje sinas en vervolgt zijn levensverhaal. Hij vertelt hoe een oom en tante zich over hem ontfermden en hem als een zoon in hun gezin opnamen. "Dat is mijn grote geluk geweest. Anders was ik waarschijnlijk een straatjongen geworden. Wie weet wat er dan van me terecht was gekomen? Op die leeftijd ben je immers heel afhankelijk. Maar mijn oom en tante hadden ook problemen. Ook zij waren niet meer veilig in Angola. Vluchten was onze enige overlevingskans. We gingen weg, maar niemand wist waar we naar toe gingen. Nederland? Daar hadden we nooit van gehoord. Zelf heb ik daar weinig van meegekregen. Ik besefte niet eens dat we op de vlucht waren, laat staan in welk land ik terechtkwam."

Eerst belandde de familie in een asielzoekerscentrum in Meppel, daarna nabij Assen, vervolgens onder meer in centra in Hilversum en Zaandam. "Het was vervelend dat je steeds van het ene naar het andere opvangtehuis moest verhuizen. Bijna vijf jaar heb ik in die centra in hele kleine kamertjes gewoond. Makkelijk was het zeker niet. Maar op dat moment wist ik niet beter. Ik volgde mijn oom en tante. Zij waren mijn thuishaven, mijn nieuwe vader en moeder. De hele opvoeding hebben zij voor hun rekening genomen. Alle normen en waarden heb ik van hen overgenomen. Zij hebben me geleerd dat ik altijd mijn best moet doen. Ik ben er niks tekort gekomen. Maar ieder mens wil toch het liefst bij zijn biologische ouders zijn."

Op een plein van een asielzoekercentrum ontdekte een trainer van een plaatselijke amateurclub zijn voetbalkwaliteiten. Hij schreef Rafael meteen in voor een talentendag bij Ajax. "Ik speelde een toernooi en stond er versteld van hoeveel mensen kwamen kijken. Toen dacht ik: 'Hé, hier zit ik goed'. Ik besefte niet bij welke club ik terecht was gekomen. Het zei me niks dat Ajax enkele maanden eerder de Champions League had gewonnen. Wist ik veel. Ik wilde alleen voetballen. De rest was op dat moment onbelangrijk."

Het plezier met de bal deed hem terugdenken aan zijn onbezorgde jeugdjaren in Angola. "Als je daar een bal in de lucht gooide, kwamen er uit alle hoeken kinderen aangelopen. De hele dag was ik met de bal bezig. Goh, mijn moeder was daar wel eens kwaad over. Maar ja, als je goed kon voetballen was je daar als kind ieders vriend."

Profvoetballer worden was vanaf dat moment zijn grote doel. Iets anders wilde hij niet. Waarom? "Die vraag heb ik mezelf ook vaak gesteld. Misschien schuilt in de dood van mijn familie het antwoord. Dankzij het voetbal heb ik het overleefd. Als ik toen niet die wedstrijd bij de buren was gaan kijken... De afgelopen maanden waren, door alle juridische perikelen rond de werkvergunning, ook moeilijk. Ik mocht zelfs niet meer met de amateurs van Ajax trainen. Eerst stond ik een week aan de zijlijn. Dat werd een maand, daarna tweeënhalve maand. Dat terwijl de laatste zeven jaar iedere dag uit mijn leven in het teken van voetbal stond. Nu had ik ineens niks te doen. Uiteindelijk ben ik in Lelystad gaan voetballen met allemaal mensen met een bierbuik. Zo hield ik mijn conditie tenminste een beetje op peil."

Zelfs voor het grote voetbaltalent Nando Rafael bleken er geen mazen in de Nederlandse wet. Hoewel Ajax hem een driejarig contract aanbood, bleef de werkvergunning achterwege. Rafael ontbeert volgens de Centrale Organisatie Werk en Inkomen (CWI) ervaring in een competitie vergelijkbaar met die van de Nederlandse eredivisie en heeft geen interlandervaring. Zijn twee schitterende doelpunten in de halve finale om de Amstel Cup voor Ajax 2 tegen FC Utrecht ten spijt. "Niemand begrijpt waarom ik geen werkvergunning krijg, ikzelf ook niet. Oké, het is logisch dat er regels zijn. Maar soms moet er toch een uitzondering gemaakt kunnen worden? Dan moet er ook eens naar de situatie worden gekeken. Als asielzoeker mag je wel naar school gaan. Wanneer Ajax mij daarentegen een contract aanbiedt om op het hoogste niveau te voetballen, voldoe ik niet meer aan de regels. Dat is onbegrijpelijk. Ik ben op niemand boos, maar wel diep teleurgesteld in de regels."

Toch klaagt Rafael niet. Sommige mensen noemden hem de afgelopen weken een voetbalvluchteling. Zelf sprak hij dat tegen. "Dit is geen vlucht, maar een keuze. Na alles wat ik heb meegemaakt weet ik wat échte ellende is. Natuurlijk is het nu moeilijk. Hier zit ik in m'n eentje alleen in een vreemde stad waar ik niets of niemand ken. Wanneer ik wat ouder was, werd het een ander verhaal. Dit is slechts een luxeprobleem. Ik kan zo met de auto naar mijn familie en vrienden in Nederland gaan. Binnen enkele uren ben ik er. Het liefst was ik bij Ajax gebleven, maar Hertha BSC is een heel goed alternatief. Ik heb jaren in oude kazernes geleefd. Nu woon ik in een luxe hotelkamer. Hoeveel jongens willen er niet graag profvoetballer worden bij een grote club? Nu is mijn droom in Berlijn in vervulling gegaan. Ik besef dat ik hier in vrijheid leef. Dat ik ook in Berlijn mijn eigen leven kan invullen. Als ik straks in de basis van deze club in de Bundesliga debuteer, gaat er een hele wereld voor me open."

Desondanks voelt hij zich weer een beetje een buitenlander in den vreemde. "Naar Angola wil ik zeker niet terug. Daar ben ik nog niet aan toe. Zolang ik voetbal, wil ik fris in mijn hoofd zijn. Ik weet welke emoties er los zullen komen, wanneer ik dat land bezoek. We zijn daar weggegaan met een reden. In Angola konden we immers geen normaal leven meer leiden. Luister, Angola is mijn land en ik ben er trots op om Angolees te zijn, maar in mijn hart voel ik me een Nederlander."

Rafaels ultieme droom is om ooit voor het Nederlands elftal uit te komen. "Oranje is het mooiste wat er bestaat. Ik wist dat men mij graag bij het Nederlands elftal onder de achttien jaar wilde hebben. Dat was op dat moment onmogelijk. Wanneer ik later met mijn vriendin Laura trouw, zou ik de Nederlandse nationaliteit kunnen krijgen. Dan kan ik misschien ooit voor het grote Oranje uitkomen. Stiekem neem ik dan revanche op die regels. Misschien kan ik dat beter niet hardop zeggen."

Dan staart hij even voor zich uit. Achttien jaar jong, en nu reeds een enorme levenswijsheid op zak. "Het leven is soms heel raar. Je kunt nooit begrijpen waarom sommige dingen nu eenmaal zo lopen. Maar na alles wat er gebeurt, moet je altijd positief blijven denken om verder te komen. Duizenden keren heb ik me afgevraagd wat er zou zijn gebeurd als ik die bewuste avond thuis bij mijn ouders was geweest. Als ik toevallig geen voetbal bij de buren was gaan kijken. Maar op die vraag krijg ik nooit een antwoord. Volgens mij is ons leven bepaald. Wij moeten alleen maar nakomen wat er voor ons is uitgestippeld. En ik heb het gevoel dat verloren jongens, zoals ik, altijd terug komen. Die vechten zich er weer bovenop. Wat mij is overkomen, heeft ook een betekenis. Mijn leven lijkt soms op een sprookje. Heel triest, maar soms ook heel grappig. Het is raar. Misschien wel gek. Wanneer ik straks met mijn Mercedes van Hertha BSC kom aanrijden, zullen sommige mensen denken dat het mij voor de wind gaat. Maar ze moesten eens weten wat ik allemaal heb meegemaakt."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


vr 13 september 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.