BERLIJN - KPN dreigt honderen miljoenen euro's aan omzet mis te lopen als het in grote financiële problemen verkerende Duitse mobiele telecombedrijf Mobilcom ten onder gaat. Volgens een contract zou Mobilcom tot 2006 voor €600 miljoen aan telecomcapaciteit inhuren op het netwerk van de Duitse KPN-dochter E-Plus. Het grootste deel van dit bedrag staat nog open.

Bij het Duitse Mobilcom staan de banen van 5000 werknemers op het spel. (Foto: REUTERS)

Mobilcom kampt met acute geldnood doordat grootaandeelhouder France Télécom heeft besloten de handen af te trekken van het bedrijf. De verwachting is dat het Duitse belbedrijf, dat een schuld van ruim €6 miljard met zich meetorst, op korte termijn uitstel van betaling gaat aanvragen. Door de financiële problemen staan de banen van circa 5000 Duitse werknemers op het spel.

De crisis rond Mobilcom heeft gisteren geleid tot oplopende spanningen tussen Duitsland en Frankrijk. Bondskanselier Gerhard Schröder wil dat zijn regering steun gaat verlenen aan Mobilcom in de juridische strijd tegen France Télécom. Dit is tegen het zere been van de Franse staat, dat voor 55% eigenaar is van France Télécom.

Grootaandeelhouder Gerhard Schmid, die de helft van de aandelen Mobilcom bezit, gaat een miljardenclaim indienen tegen het Franse telecombedrijf. "Het moet nu aan de rechter zijn om een besluit te nemen over het in mijn ogen schandalige en illegale gedrag van France Télécom", verklaart Schmid. "De Fransen gedragen zich als koloniale heersers op een bananenplantage." Ondanks dat France Télécom met een schuld van €69 miljard kampt, vindt Schmid dat het concern de geldkraan niet mag dichtdraaien.

Een faillissement van Mobilcom levert KPN naast een mogelijke strop ook kansen op. Als het Duitse bedrijf ten onder gaat, moeten 650.000 bellers op zoek naar een nieuwe aanbieder. Wellicht kan KPN-dochter E-Plus daarvan profiteren. "We zullen het niet toelaten dat alle klanten van Mobilcom naar T-Mobile en Vodafone overstappen", aldus een KPN-woordvoerder.

zoek naar gerelateerde artikelen

za 14 september 2002