DEN HAAG - Wanhoopsdaad of briljante zet? Het besluit van telecomaanbieder O2 om vanaf 1 oktober geen subsidies meer te verlenen op mobiele telefoons heeft geleid tot verdeelde reacties in de telecomwereld. O2 wil de klanten voortaan goedkoper laten bellen door een forse verlaging van de tarieven.

De reacties daarop varieerden van een wanhoopsdaad die ze niet kunnen volhouden' (Ben) tot 'gelukkig, eindelijk wordt de gebruiker het besef bijgebracht dat een mobieltje ook waarde heeft' (Siemens). Andere aanbieders zetten vraagtekens bij de stelling van O2 dat in plaats van subsidie op het mobieltje de klant dit voordeel voortaan terugvindt in heel goedkoop bellen. Vodafone stelt bijvoorbeeld nu met sommige van zijn belpakketten al een lager tarief aan te bieden dan O2 doet.

Vodafone blijft dan ook subsidies op een mobieltje als marketinginstrument hanteren. Dat is wel in tegenspraak met eerdere uitlatingen van de toenmalige directeur John de Wit. Die stelde regelmatig graag van de subsidies af te willen maar dat niet te kunnen doen zonder dat ook de concurrenten een dergelijke stap maakten.

Voorlopig lijkt O2 (het vroegere Telfort) alleen te blijven staan in zijn actie om mobieltjes niet langer te subsidiëren. Die subsidies waren ooit in het leven geroepen om zoveel mogelijk klanten voor mobiele telefonie binnen te halen. Detaillisten kregen van de vijf aanbieders (KPN, Libertel, Telfort, Dutchtone en Ben) een forse premie voor het aanbrengen van een klant. Volgens Ton aan de Stegge, algemeen directeur van O2, was dat gemiddeld zo'n €250.

De detaillisten gaven (een deel van) die bonus vaak door aan hun klant in de vorm van korting op de aanschafprijs van een toestel. Soms leidde dat er toe dat de klant een gratis mobieltje kreeg bij het afsluiten van een abonnement. Samen met de enorme brij van verschillende soorten abonnementen maakte die subsidiëring het voor een klant echter moeilijk om te beoordelen wat nu het voordeligste was.

Nu 80% van de Nederlandse bevolking mobiel belt vindt O2 echter dat er geen noodzaak is om mobieltjes nog zo zwaar te blijven subsidiëren.

Wie in ieder geval gelukkig is met de actie van O2 is Kees Smaling, directeur Mobiele Communicatie van Siemens Nederland. "Het gooi- en smijtwerk met goedkope mobieltjes leidde er toe, dat bij veel mensen nu twee of drie mobieltjes ongebruikt in de kast liggen. Nu de toestellen echt geld gaan kosten zal de klant meer gaan letten op kwaliteit. Hij wil waar voor zijn geld. Uit onderzoek blijkt dat een klant zich ook steeds meer wil onderscheiden van de rest. Hij of zij wil geen kuddedier zijn. Daar kunnen we van profiteren", verzekert Smaling, die denkt dat de meest verkochte toestellen tussen de €150 en €300 kosten. Siemens passeerde Sony Ericsson en staat dit jaar nummer twee op de ranglijst (Sony Ericsson staat nu op drie). Volgend jaar denkt de onderneming 25 à 30% van de te verwachten 3,2 miljoen toestellen die in ons verkocht zullen worden, voor haar rekening te nemen.

Daarmee blijft Siemens echter nog ver achter bij het Finse Nokia, die nu al kan bogen op een marktaandeel van bijna 50%.

Sony Ericsson zegt blij te zijn met het besluit van O2 omdat de consument nu beter prijzen kan vergelijken, maar denkt aan de andere kant niet dat klanten nu massaal voor goedkoper bellen in plaats van een gesubsidieerd toestel zullen kiezen. "Er komt nu net een nieuwe generatie toestellen met kleurenschermen en beter geluid aan. Wij verwachten dat men voorlopig toch vooral op de prijs van het toestel zal letten en minder op de belkosten", zei een woordvoerder van de Japans/Zweedse combinatie.

zoek naar gerelateerde artikelen

do 5 september 2002