AMSTERDAM - Na het welslagen van zijn missies op zowel de 100 als de 200 meter vrije slag lag de lat voor Pieter van den Hoogenband een ietsje lager op de slotdag van de Europese kampioenschappen zwemmen in Berlijn. Het doorbreken van de respectievelijke grenzen van 48,0 en 1.45 plus de daarbij behorende Europese titels waren voldoende wapenfeiten om op de 50 vrij te volstaan met een zege op zijn eeuwige rivaal Alexander Popov.
Ook in díe opdracht slaagde de zwemmer van de professionele Philips-formatie, met als vervelende bijkomstigheid dat hij buiten de Pool Bartosz Kizierowski, de Italiaan Lorenzo Vismara en de Oekraïner Olexander Volynets rekende. Maar zelfs de vierde plaats deed niets af aan de tevredenheid waarmee hij op de EK terugblikte. "Ik ben zéér gelukkig met dit toernooi." Soms zit je een paar honderdsten van een seconde aan de goede kant van het podium, soms aan de verkeerde. "Dat is nu eenmaal het sprinten. Dit is een loterij. Ach, volgende keer beter."
Aanzienlijk minder luchtig reageerde Van den Hoogenband op het feit dat de Nederlandse mannen op de estafettenummers zwaar teleur stelden. Op de 4 x 100 vrij was slechts een vierde plaats weggelegd, het kwartet op de 4 x 100 wissel sneuvelde met een negende tijd in de series en op de 4 x 200 vrij werd zelfs niet eens aan de limiettijd voldaan om überhaupt aan de start te verschijnen.
"De estafette is een wezenlijk onderdeel van het zwemmen, een onderdeel waarop Nederland een reputatie heeft hoog te houden. Twee jaar geleden, in Istanboel, wonnen we nog alle afstanden, ook al werden we op de 4 x 200 later gediskwalificeerd. We hebben dringend behoefte aan goede èn gemotiveerde zwemmers. Ik kan daarom maar één ding zeggen. Jongens, harder werken!"
![[terug]](/krant/logos/terug.omlaag.gif){kind=small}